ECLI:NL:OGEAC:2017:270

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 oktober 2017
Publicatiedatum
24 juli 2018
Zaaknummer
500.00460/16
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en poging tot mensenhandel in vereniging met uitbuiting van een kwetsbare positie

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 20 oktober 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en poging tot mensenhandel. De verdachte, bijgestaan door haar raadslieden, heeft op de zitting op 29 september 2017 gehoord dat de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden eiste. De tenlastelegging omvatte onder andere het werven, vervoeren en huisvesten van een benadeelde partij, met het oogmerk van uitbuiting. De verdachte heeft de vrijspraak bepleit, maar het Gerecht heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte de benadeelde partij uit Venezuela naar Curaçao heeft gehaald om daar prostitutie en trago-werkzaamheden te verrichten. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van de benadeelde, die in een slechte financiële situatie verkeerde en geen werkvergunning had. De verdachte is gedeeltelijk vrijgesproken van de poging tot mensenhandel, maar is wel schuldig bevonden aan de mensenhandel zelf. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding is afgewezen, omdat niet aannemelijk was dat zij schade had geleden. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van drie jaren.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door haar raadslieden, mr. J. Prevo en mr. S. Kersbergen.
De officier van justitie, mr. L. Forbes-Vicento, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het cumulatief tenlastegelegde te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden, met een proeftijd van drie jaren.
auto.
De raadslieden hebben vrijspraak bepleit.
Namens de benadeelde partij [benadeelde] heeft Slachtofferhulp ter terechtzitting een vordering tot schadevergoeding ingediend.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, met inachtneming van de gevorderde en toegewezen wijzigingen, tenlastegelegd:
feit 1. (medeplegen mensenhandel)
zij in of omstreeks de periode van 06 oktober 2016 tot en met 15 oktober 2016 te Curacao en/of Venezuela, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, een ander, te weten [benadeelde]
(sub a)
door dwang en/of één of meer andere feitelijkheden en/of dreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door afpersing en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van [benadeelde]
en/of
(sub c)
voornoemde [benadeelde] heeft aangeworven en/of medegenomen met het oogmerk die [benadeelde] in een ander land, te weten Curacao, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en/of
(sub d)
die [benadeelde] (telkens) door dwang en/of één of meer andere feitelijkheden en/of dreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door afpersing en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten
dan wel
onder de voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan zij, verdachte en/of (één of meer van) haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde] zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van arbeid of diensten
immers heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
(terwijl zij, verdachte, wist dat die [benadeelde] in een slechte financiële situatie verkeerde en/of de (financiële) situatie in Venezuela heel slecht is en/of dat die [benadeelde] de Papiamentse en/of Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en /of die [benadeelde] (vrijwel) niemand kende op Curacao en/of dat die [benadeelde] geen werkvergunning op Curacao had)
  • die [benadeelde] in Venezuela (door een tussenpersoon “[persoon 1]”) benaderd/ laten benaderen met het verzoek of die [benadeelde] in een restaurant in Curacao wilde gaan werken en/of
  • tegen die [benadeelde] gezegd/laten zeggen dat die [benadeelde] op Curacao voldoende geld (in de prostitutie) kon verdienen en/of
  • de reis van Venezuela naar Curacao voor die [benadeelde] geregeld/laten regelen en/of betaald en/of laten betalen en/of
  • die [benadeelde] met het vliegtuig vanaf Venezuela naar Curacao gebracht en/of laten brengen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of
  • die [benadeelde] geïnstrueerd/ laten instrueren (door een tussenpersoon “[persoon 1]”) wat die [benadeelde] bij de immigratie op het vliegveld van Curacao moest zeggen en/of
  • tijdens de reis het paspoort van die [benadeelde] (tijdelijk) laten innemen door de tussenpersoon “[persoon 1]” en/of
  • die [benadeelde] van het vliegveld op Curacao opgehaald en/of laten ophalen en/of
  • die [benadeelde] (vervolgens) (met haar, verdachtes en/of haar mededader’s auto) vervoerd naar [locatie 1] en/of
  • die [benadeelde] gehuisvest in een (kleine) kamer (gelegen boven de [locatie 1]) op Curacao en/of
  • die [benadeelde] gecontroleerd (door een kamer boven de [locatie 1] voor die [benadeelde] te regelen, zodat die [benadeelde] het pand alleen kon verlaten door via de [locatie 1] zelf te lopen (alwaar videocamera’s hingen) en/of
  • die [benadeelde] (na aankomst in de [locatie 1]) uitleg gegeven over de werkwijze (als animeer/trago-meisje) in de [locatie 1], te weten die [benadeelde] uitgelegd hoe die [benadeelde] met klanten om moest gaan en/of uitgelegd dat [benadeelde] de klanten zoveel mogelijk dranken moest verkopen en/of aangegeven dat die [benadeelde] zichzelf moest prostitueren bij de mannen die in de [locatie 1] komen en/of uitgelegd dat die [benadeelde] een (prostitutie)klant naf. 200,-, althans een geldbedrag, moest vragen en/of uitgelegd dat die naf. 200,- althans een geldbedrag, betaald diende te worden aan verdachte en/of haar mededader, [medeverdachte 1], en/of
  • uitgelegd/opgelegd aan [benadeelde] dat die [benadeelde], iedere dag van de week moet werken en/of
  • die [benadeelde] een bedrag van naf 1250.-, althans een fors geldbedrag, in rekening gebracht voor (zgn) reiskosten van die [benadeelde] en/of de tussenpersoon “[persoon 1]”, zodat er een (begin)schuld ter hoogte van dat bedrag ontstond, en/of
  • die [benadeelde] gezegd dat die [benadeelde] die (begin)schuld moest terugverdienen met het werken in [locatie 1] en/of daarbij gezegd dat zij, [benadeelde], pas terug mocht naar Venezuela als die [benadeelde] haar schuld had ingelost en/of
  • die [benadeelde] onder druk gezet haar schuld (welke die [benadeelde] zou hebben opgebouwd door haar komst naar Curacao) in te lossen en/of die [benadeelde] gezegd dat zij haar inkomsten uit (prostitutie)werkzaamheden moest afstaan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), [medeverdachte 1], en/of
  • die [benadeelde] geïnstrueerd haar, verdachte en/of haar mededader(s), [medeverdachte 1], na elke klant naar de bar te lopen en/of (gecodeerd) door te geven hoeveel drank die [benadeelde] moest bestellen en/of
  • tegen die [benadeelde] gezegd dat zij niet met andere vrouwen/prostituees mocht praten en/of
  • die [benadeelde] bewogen in de avonduren zich in de bar van [locatie 1] plaats te nemen (waar zij benaderd werd door een mannelijke klant) en/of
  • gezegd (via voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 17.46 uur WA0094)(stem van [persoon 4])
  • gezegd (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 18.19 uur WA0099) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.31 uur WA0106) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.49 uur WA0128) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.50 uur WA0130) (stem van [medeverdachte 1])
(artikel 2:239 lid 1 sub a jo. a jo. sub c, sub d jo lid 2 jo lid 3 sub a Wetboek van Strafrecht)
en/of
(poging medeplegen mensenhandel)
zij in of omstreeks de periode van 06 oktober 2016 tot en met 15 oktober 2016 te Curacao en/of Venezuela,
ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, een ander,
(sub a)
door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of dreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door afpersing en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie te werven / te vervoeren /over te brengen/ te huisvesten/ op te nemen met het oogmerk van uitbuiting van [benadeelde]
en/of
(sub c)
voornoemde [benadeelde] aan te werven en/of mee te nemen met het oogmerk die [benadeelde] in een ander land, te weten Curacao, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en/of
(sub d)
die [benadeelde] (telkens) met door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of dreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door afpersing en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie te dwingen en/of te bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten
dan wel
onder de voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of (één of meer van) zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten
en/of
(sub f)
(telkens) opzettelijk voordeel te trekken uit de uitbuiting van een ander, te weten [benadeelde]
en/of
(sub i)
die [benadeelde] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of dreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door afpersing en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie te dwingen en/of te bewegen hem, verdachte en/of (één of meer van) haar mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [benadeelde]
immers heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
(terwijl zij, verdachte, wist dat die [benadeelde] in een slechte financiële situatie verkeerde en/of de (financiële) situatie in Venezuela heel slecht is en/of dat die [benadeelde] de Papiamentse en/of Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en /of die [benadeelde] (vrijwel) niemand kende op Curacao en/of dat die [benadeelde] geen werkvergunning op Curacao had)
  • die [benadeelde] in Venezuela (door een tussenpersoon “[persoon 1]”) benaderd/ laten benaderen met het verzoek of die [benadeelde] in een restaurant in Curacao wilde gaan werken en/of
  • tegen die [benadeelde] gezegd/laten zeggen dat die [benadeelde] op Curacao voldoende geld (in de prostitutie) kon verdienen en/of
  • de reis van Venezuela naar Curacao voor die [benadeelde] geregeld/laten regelen en/of betaald en/of laten betalen en/of
  • die [benadeelde] met het vliegtuig vanaf Venezuela naar Curacao gebracht en/of laten brengen en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of
  • die [benadeelde] geïnstrueerd/ laten instrueren (door een tussenpersoon “[persoon 1]”) wat die [benadeelde] bij de immigratie op het vliegveld van Curacao moest zeggen en/of
  • tijdens de reis het paspoort van die [benadeelde] (tijdelijk) laten innemen door de tussenpersoon “[persoon 1]” en/of
  • die [benadeelde] van het vliegveld op Curacao opgehaald en/of laten ophalen en/of
  • die [benadeelde] (vervolgens) (met haar, verdachtes en/of haar mededader’s auto) vervoerd naar [locatie 1] en/of
  • die [benadeelde] gehuisvest in een (kleine) kamer (gelegen boven de [locatie 1]) op Curacao en/of
  • die [benadeelde] gecontroleerd (door een kamer boven de [locatie 1] voor die [benadeelde] te regelen, zodat die [benadeelde] het pand alleen kon verlaten door via de [locatie 1] zelf te lopen (alwaar videocamera’s hingen) en/of
  • die [benadeelde] (na aankomst in de [locatie 1]) uitleg gegeven over de werkwijze (als animeer/trago-meisje) in de [locatie 1], te weten die [benadeelde] uitgelegd hoe die [benadeelde] met klanten om moest gaan en/of uitgelegd dat [benadeelde] de klanten zoveel mogelijk dranken moest verkopen en/of aangegeven dat die [benadeelde] zichzelf moest prostitueren bij de mannen die in de [locatie 1] komen en/of uitgelegd dat die [benadeelde] een (prostitutie)klant naf. 200,-, althans een geldbedrag, moest vragen en/of uitgelegd dat die naf. 200,- althans een geldbedrag, betaald diende te worden aan verdachte en/of haar mededader, [medeverdachte 1], en/of
  • uitgelegd/opgelegd aan [benadeelde] dat die [benadeelde], iedere dag van de week moet werken en/of
  • die [benadeelde] een bedrag van naf 1250.-, althans een fors geldbedrag, in rekening gebracht voor (zgn) reiskosten van die [benadeelde] en/of de tussenpersoon “[persoon 1]”, zodat er een (begin)schuld ter hoogte van dat bedrag ontstond, en/of
  • die [benadeelde] gezegd dat die [benadeelde] die (begin)schuld moest terugverdienen met het werken in [locatie 1] en/of daarbij gezegd dat zij, [benadeelde], pas terug mocht naar Venezuela als die [benadeelde] haar schuld had ingelost en/of
  • die [benadeelde] onder druk gezet haar schuld (welke die [benadeelde] zou hebben opgebouwd door haar komst naar Curacao) in te lossen en/of die [benadeelde] gezegd dat zij haar inkomsten uit (prostitutie)werkzaamheden moest afstaan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), [medeverdachte 1], en/of
  • die [benadeelde] geïnstrueerd haar, verdachte en/of haar mededader(s), [medeverdachte 1], na elke klant naar de bar te lopen en/of (gecodeerd) door te geven hoeveel drank die [benadeelde] moest bestellen en/of
  • tegen die [benadeelde] gezegd dat zij niet met andere vrouwen/prostituees mocht praten en/of
  • die [benadeelde] bewogen in de avonduren zich in de bar van [locatie 1] plaats te nemen (waar zij benaderd werd door een mannelijke klant) en/of
  • gezegd (via voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 17.46 uur WA0094)(stem van [persoon 1])
  • gezegd (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 18.19 uur WA0099) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.31 uur WA0106) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.49 uur WA0128) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.50 uur WA0130) (stem van [medeverdachte 1])
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:239 lid 1
sub a jo. sub c. jo. sub d jo.sub f jo. sub i jo lid 2 jo lid 3 sub a Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A: Vrijspraak poging tot mensenhandel sub a, sub c en sub d
Het Gerecht komt met betrekking tot de tenlastegelegde mensenhandel onderdelen sub a, sub c en sub d tot bewezenverklaring van het voltooide delict. De verdachte zal daarom in zoverre – partieel - van deze cumulatief/alternatief als poging tot mensenhandel tenlastegelegde onderdelen worden vrijgesproken.
4B. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van de hierna te melden wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
Feit 1:
zij in de periode van 6 oktober 2016 tot en met 11 oktober 2016 te Curacao en Venezuela, tezamen en in vereniging met een ander [benadeelde]
(sub a)
door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van [benadeelde]
en
(sub c)
voornoemde [benadeelde] heeft aangeworven en medegenomen met het oogmerk die [benadeelde] in een ander land, te weten Curaçao, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en
(sub d)
die [benadeelde] door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten
immers heeft zij, verdachte, en haar mededader
terwijl zij, verdachte, wist dat die [benadeelde] in een slechte financiële situatie verkeerde en de (financiële) situatie in Venezuela heel slecht is en dat die [benadeelde] de Papiamentse en/of Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en dat die [benadeelde] geen werkvergunning op Curacao had
  • die [benadeelde] in Venezuela door een tussenpersoon “[persoon 1]” laten benaderen met het verzoek of die [benadeelde] in Curacao wilde gaan werken en
  • de reis van Venezuela naar Curacao voor die [benadeelde] laten regelen en betaald en
  • die [benadeelde] met het vliegtuig vanaf Venezuela naar Curacao laten brengen en
  • die [benadeelde] laten instrueren (door een tussenpersoon “[persoon 1]”) wat die [benadeelde] bij de immigratie op het vliegveld van Curacao moest zeggen en
  • tijdens de reis het paspoort van die [benadeelde] laten innemen door de tussenpersoon “[persoon 1]” en
  • die [benadeelde] van het vliegveld op Curacao opgehaald en
  • die [benadeelde] (vervolgens) met haar, verdachtes auto vervoerd naar [locatie 1] en/of
  • die [benadeelde] gehuisvest in een kleine kamer gelegen boven de [locatie 1] op Curacao en
  • die [benadeelde] na aankomst in de [locatie 1] uitleg gegeven over de werkwijze als animeer/trago-meisje in de [locatie 1], te weten die [benadeelde] uitgelegd hoe die [benadeelde] met klanten om moest gaan en uitgelegd dat [benadeelde] de klanten zoveel mogelijk dranken moest verkopen en aangegeven dat die [benadeelde] zichzelf moest prostitueren bij de mannen die in de [locatie 1] komen en uitgelegd dat die [benadeelde] een prostitutieklant NAf 200,- moest vragen en uitgelegd dat die NAf 200,- betaald diende te worden aan verdachte, en
  • opgelegd aan [benadeelde] dat die [benadeelde], iedere dag van de week moet werken en
  • die [benadeelde] een bedrag van NAf 1250.- in rekening gebracht voor reiskosten van die [benadeelde] en de tussenpersoon “[persoon 1]”, zodat er een (begin)schuld ter hoogte van dat bedrag ontstond, en
  • die [benadeelde] gezegd dat die [benadeelde] die (begin)schuld moest terugverdienen met het werken in [locatie 1] en daarbij gezegd dat zij, [benadeelde], pas terug mocht naar Venezuela als die [benadeelde] haar schuld had ingelost en
  • die [benadeelde] onder druk gezet haar schuld (welke die [benadeelde] zou hebben opgebouwd door haar komst naar Curacao) in te lossen en die [benadeelde] gezegd dat zij haar inkomsten uit (prostitutie)werkzaamheden moest afstaan aan haar, verdachte, en
  • die [benadeelde] geïnstrueerd na elke klant naar de bar te lopen en (gecodeerd) door te geven hoeveel drank die [benadeelde] moest bestellen en
  • die [benadeelde] bewogen in de avonduren zich in de bar van [locatie 1] plaats te nemen en
  • gezegd (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 18.19 uur WA0099) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.31 uur WA0106) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.49 uur WA0128) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.50 uur WA0130) (stem van [medeverdachte 1])
en
zij in de periode van 6 oktober 2016 tot en met 11 oktober 2016 te Curacao, ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
(sub f)
opzettelijk voordeel te trekken uit de uitbuiting van een ander, te weten [benadeelde]
(sub i)
die [benadeelde] door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie haar, verdachte en haar mededader te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [benadeelde]
immers heeft zij, verdachte, en haar mededader
terwijl zij, verdachte, wist dat die [benadeelde] in een slechte financiële situatie verkeerde en de (financiële) situatie in Venezuela heel slecht is en dat die [benadeelde] de Papiamentse en Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en dat die [benadeelde] geen werkvergunning op Curacao had
  • die [benadeelde] in Venezuela door een tussenpersoon “[persoon 1]” laten benaderen met het verzoek of die [benadeelde] in Curacao wilde gaan werken en
  • de reis van Venezuela naar Curacao voor die [benadeelde] laten regelen en betaald en
  • die [benadeelde] met het vliegtuig vanaf Venezuela naar Curacao laten brengen en
  • die [benadeelde] laten instrueren (door een tussenpersoon “[persoon 1]”) wat die [benadeelde] bij de immigratie op het vliegveld van Curacao moest zeggen en
  • tijdens de reis het paspoort van die [benadeelde] laten innemen door de tussenpersoon “[persoon 1]” en
  • die [benadeelde] van het vliegveld op Curacao opgehaald en
  • die [benadeelde] (vervolgens) met haar, verdachtes auto vervoerd naar [locatie 1] en/of
  • die [benadeelde] gehuisvest in een kleine kamer gelegen boven de [locatie 1] op Curacao en
  • die [benadeelde] na aankomst in de [locatie 1] uitleg gegeven over de werkwijze als animeer/trago-meisje in de [locatie 1], te weten die [benadeelde] uitgelegd hoe die [benadeelde] met klanten om moest gaan en uitgelegd dat [benadeelde] de klanten zoveel mogelijk dranken moest verkopen en aangegeven dat die [benadeelde] zichzelf moest prostitueren bij de mannen die in de [locatie 1] komen en uitgelegd dat die [benadeelde] een prostitutieklant NAf 200,- moest vragen en uitgelegd dat die NAf 200,- betaald diende te worden aan verdachte, en
  • opgelegd aan [benadeelde] dat die [benadeelde], iedere dag van de week moet werken en
  • die [benadeelde] een bedrag van NAf 1250.- in rekening gebracht voor reiskosten van die [benadeelde] en de tussenpersoon “[persoon 1]”, zodat er een (begin)schuld ter hoogte van dat bedrag ontstond, en
  • die [benadeelde] gezegd dat die [benadeelde] die (begin)schuld moest terugverdienen met het werken in [locatie 1] en daarbij gezegd dat zij, [benadeelde], pas terug mocht naar Venezuela als die [benadeelde] haar schuld had ingelost en
  • die [benadeelde] onder druk gezet haar schuld (welke die [benadeelde] zou hebben opgebouwd door haar komst naar Curacao) in te lossen en die [benadeelde] gezegd dat zij haar inkomsten uit (prostitutie)werkzaamheden moest afstaan aan haar, verdachte, en
  • die [benadeelde] geïnstrueerd na elke klant naar de bar te lopen en (gecodeerd) door te geven hoeveel drank die [benadeelde] moest bestellen en
  • die [benadeelde] bewogen in de avonduren zich in de bar van [locatie 1] plaats te nemen en
  • gezegd (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 18.19 uur WA0099) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.31 uur WA0106) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.49 uur WA0128) (stem van [medeverdachte 1]) “
  • (via een voicenotes d.d. 11 oktober 2016 te 19.50 uur WA0130) (stem van [medeverdachte 1])
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4B. Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde feit heeft begaan, is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist, worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
4C. Bewijsoverwegingen
De raadslieden hebben vrijspraak bepleit. Het verweer vindt zijn weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen. Ter nadere motivering van de bewijsbeslissingen geldt het volgende.
Het Gerecht beoordeelt de verklaring van aangeefster met de nodige voorzichtigheid. Duidelijk is dat zij niet de gehele waarheid heeft verteld. Zoals hierna te overwegen in het kader van de beoordeling van haar vordering als benadeelde partij, moet aangeefster hebben geweten wat zij in Curacao zou gaan doen, te weten trago-werk, ook wel fichar genoemd, en alles wat daar bij hoort. Zij wist bovendien dat verdachte gebruikt werd om haar uiteindelijk bij [persoon 2] en [persoon 3] onder te brengen.
Niettemin acht het Gerecht haar verklaring betrouwbaar en geloofwaardig met betrekking tot het handelen van verdachte. Op cruciale onderdelen vindt die verklaring steun in andere bewijsmiddelen. De verdachte heeft verklaard dat zij wist dat [persoon 1] een meisje mee zou nemen uit Venezuela en dat dat meisje hier vanwege de slechte werksituatie in Venezuela wilde gaan werken. Aangeefster is daadwerkelijk opgehaald van Hato en naar de [locatie 1] gebracht. Dat de verdachte beoogde dat zij daar met trago geld zou verdienen, volgt – naast de aangifte – uit de verklaringen van de dames [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], die trago deden in de [locatie 1], alsmede uit de aangetroffen schriften, waarin het werk van deze dames en anderen geadministreerd werd. Ook aangeefster zelf is zoals blijkt uit het schrift direct aan het werk gegaan (‘Belfin IIII’ op 10 oktober 2016). Dat ook prostitutie deel uitmaakte van de werkzaamheden volgt eveneens uit de schriften, waarin een aantal keer is aangetekend ‘salida 200’. Deze aantekening ondersteunt de verklaring van aangeefster, die stelt dat klanten NAf. 200 voor prostitutie betalen aan de [locatie 1].
Uit de verklaringen en voicenotes van medeverdachte [medeverdachte 1] leidt het Gerecht af dat hij niet uit zuivere menslievendheid heeft gehandeld. Hij wilde geld verdienen aan de komst van aangeefster. Hij laat duidelijk weten zich benadeeld te voelen door de ‘bevrijding’ van aangeefster. Hij eist van aangeefster en anderen dat zij haar schuld zal aflossen. Hij noemt daarbij een bedrag van 1.250 en ondersteunt daarmee opnieuw de aangifte, die over hetzelfde bedrag rept. Door haar op deze manier onder druk te zetten heeft [medeverdachte 1] opnieuw, na het ronselen, misbruik gemaakt van haar kwetsbare positie. Daarnaast volgt uit deze feiten dat [medeverdachte 1] het oogmerk had om aangeefster uit te buiten.
De vraag die moet worden beantwoord is of er tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] sprake is geweest van medeplegen. Voor een bewezenverklaring van medeplegen is vereist dat sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Dit is slechts dan het geval indien de intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is.
Uit de aangifte blijkt dat de verdachte een belangrijke rol had in de bedrijfsvoering van [locatie 1]. De verdachte heeft aangeefster uitgelegd wat haar werkzaamheden daar inhielden, namelijk prostitutie en trago-werkzaamheden, en dat het geld dat zij daarmee verdiende afgetrokken zou worden van haar schuld van Naf. 1.250,-. De verdachte bepaalde ook de regels waaraan aangeefster zich moest houden en zij inde het geld in het geval van prostitutie. Daarnaast had de verdachte een verzorgende rol: zij ving aangeefster op en regelde haar slaapplek. Dit deel van de aangifte vindt steun in de verklaringen van [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3].
Op grond van deze omstandigheden is het Gerecht van oordeel dat er tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.
Alles bijeengenomen acht het Gerecht bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] aangeefster door [persoon 1] heeft laten ronselen om in de [locatie 1] trago- en prostitutiewerk te gaan doen. Dat levert een voltooid delict op ten aanzien van het tenlastegelegde met betrekking tot 2:239 lid 1 sub a en c. Omdat aangeefster aan het werk is gegaan (“Belfin IIII”) geldt hetzelfde voor wat betreft 2:239 lid 1 sub d. Tot daadwerkelijk voordeel trekken uit haar werk en het bewegen tot de afgifte van de opbrengsten daarvan is het niet gekomen. Wel is sprake van een begin van uitvoering, zodat een poging bewezen kan worden met betrekking tot 2:239 lid 1 sub f en i.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
Mensenhandel in vereniging, meermalen gepleegd
en
poging tot mensenhandel in vereniging, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. De feiten zijn derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft tezamen en in vereniging met een ander [benadeelde] uit Venezuela naar Curaçao gehaald met als doel haar prostitutie en trago-werkzaamheden te laten verrichten in hun bar/restaurant. De verdachte heeft daarbij misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [benadeelde 1], kennelijk enkel met het oog op haar eigen financiële gewin.
Mensenhandel is een ernstig strafbaar feit en moet streng bestreden worden, omdat kwetsbare mensen het slachtoffer worden van misbruik en uitbuiting ten behoeve van geldelijk gewin van de daders.
Het Gerecht houdt in voor verdachte gunstige zin rekening met de relatief korte pleegperiode en het feit dat het gaat om een relatief minder ernstige vorm van mensenhandel. Een en ander is immers met de kennelijke instemming van het slachtoffer gebeurd, zoals hierna zal worden overwogen bij de bespreking van de vordering benadeelde partij. Verder heeft het Gerecht geconstateerd dat de verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met politie of justitie.
Alles afwegend acht het Gerecht de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden, zodat die eis zal worden gevolgd.

8.Vordering benadeelde partij

De benadeelde partij
[benadeelde]heeft een vordering tot schadevergoeding van NAf 50.000,- ingediend tegen de verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 oktober 2016 en de kosten om het vonnis te executeren.
Het Gerecht is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij, die niet is gespecificeerd, dient te worden afgewezen. Ter onderbouwing van de vordering zijn namens de benadeelde partij een aantal stukken ingebracht, te weten twee arresten van de Hoge Raad en een krantenknipsel. Op grond van deze stukken is niet aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden.
Bij dat oordeel betrekt het Gerecht dat aangeefster blijkens het dossier niet naar waarheid heeft verklaard in haar aangifte. Zij was eerder in Curaçao, wist welk met welk doel ze naar de [locatie 1] ging en heeft bewust meegewerkt aan de in scene gezette ‘bevrijding’. Kennelijk is zij altijd van plan geweest om niet bij de [locatie 1] maar bij [persoon 2] te gaan werken en is verdachte middels misleiding ingezet om dat mogelijk te maken. De opgenomen gesprekken met onder anderen haar moeder spreken wat dat betreft boekdelen. Zo bezien dient haar slachtofferschap gerelativeerd te worden en is een schadevergoeding niet op haar plaats.

9.Beslag

De officier van justitie heeft verbeurdverklaring gevorderd van de in beslag genomen auto van het merk BMW model X-5 met kentekennummer [kentekennummer].
In beginsel komt de auto voor verbeurdverklaring in aanmerking aangezien (een deel) van het strafbare feit daarmee is begaan. Gelet op de geringe criminele relevantie van de auto acht het Gerecht verbeurdverklaring van de auto echter disproportioneel. Daarom zal de teruggave van de auto worden gelast, alsmede van de overige op de aan dit vonnis als bijlage gehechte beslaglijst vermelde goederen, voor zover zij nog niet zijn teruggegeven.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:119, 1:136 en 2:239 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het Gerecht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Aomschreven heeft begaan en spreek de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Bomschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat de bewezenverklaarde feiten de in rubriek
5genoemde strafbare feiten opleveren;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
drie (3) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op
3 (drie) jarenbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de eventueel ten uitvoer te leggen gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst af de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde]geleden schade;
gelast de teruggave aan de verdachte van de in rubriek
9genoemde voorwerpen;
heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 20 oktober 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.