ECLI:NL:OGEAC:2017:286

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
1 december 2017
Publicatiedatum
1 augustus 2018
Zaaknummer
500.00087/17
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige woningovervallen met bewijsminimum en vuurwapenbezit

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is de verdachte op 1 december 2017 veroordeeld voor gewelddadige woningovervallen en vuurwapenbezit. De feiten vonden plaats op 18 januari 2017, waarbij de verdachte samen met anderen een woning binnendrong en de bewoners met geweld en bedreiging dwong tot afgifte van geld en sieraden. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes jaar, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, waarbij het bewijs voornamelijk was gebaseerd op de verklaringen van een medeverdachte, die als geloofwaardig werd beschouwd. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. Het vonnis is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Vuurwapenverordening 1930.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

V E R K O R T S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 november 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.C. Meulen.
De officier van justitie, mr. C.H. Hato-Willems, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten 1 en 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
FEIT 1:
DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [LOCATIE 1]
dat hij op of omstreeks 18 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een of meerdere geldbedrag(en) (van NAF 30,-), en/of,
 een paar (gouden) oorbellen, en/of,
 een of meer (gouden) ring(en),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
 het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] binnen dringen, en/of,
 het (met kracht) die [SLACHTOFFER 1] in een wurggreep nemen en/of houden, en/of,
 het (vervolgens) (met kracht) die [SLACHTOFFER 1] een of meerdere malen (met gebalde vuisten) in het gezicht, althans het lichaam, te slaan en/of te duwen en/of stompen, en/of,
 een vuurwapen op die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] te richten en/of gericht te houden, en/of,
 die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] (op een dreigende toon) naar geld en/of sieraden vragen en/of manen, en/of,
 het (met kracht) op bed duwen van die [SLACHTOFFER 2],
en/of
dat hij op of omstreeks 18 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een of meerdere geldbedrag(en) (van NAF 30,-), en/of,
 een paar (gouden) oorbellen, en/of,
 een of meer (gouden) ring(en),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
 met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] binnen waren gedrongen, en/of,
 (met kracht) die [SLACHTOFFER 1] in een wurggreep hebben genomen en/of gehouden, en/of,
 (vervolgens) (met kracht) die [SLACHTOFFER 1] een of meerdere malen (met gebalde vuisten) in het gezicht, althans het lichaam, heeft/hebben geslagen en/of te geduwd en/of gestompt, en/of,
 een vuurwapen op die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft/hebben gericht en/of gericht hebben gehouden, en/of,
 die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] (op een dreigende toon) naar geld en/of sieraden heeft/hebben gevraagd/ gemaand, en/of,
 (met kracht) die [SLACHTOFFER 2] op bed hebben geduwd.

(artikel 2:294 jo 2:291 lid 1/2/3 Wetboek van Strafrecht)

FEIT 2:
MEDEPLEGEN VUURWAPENBEZIT
dat hij op of omstreeks 18 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s) en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
(artikel 3 jo 11 van de Vuurwapenverordening 1930)

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
Feit 1:
dat hij op
of omstreeks18 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een
of meerderegeldbedrag
(en) (van NA
f30,-
), en
/of,
 een paar
(gouden)oorbellen, en
/of,
 een
of meer (gouden
)ring
(en),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en
/of[SLACHTOFFER 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en
/of[SLACHTOFFER 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit,
 het met gemaskerde/bedekte gezicht
(en
)de woning van die [SLACHTOFFER 1] en
/of[SLACHTOFFER 2] binnen dringen, en
/of,
 het
(met kracht
)die [SLACHTOFFER 1] in een wurggreep nemen en
/ofhouden, en
/of,
 het
(vervolgens) (met kracht
)die [SLACHTOFFER 1]
een ofmeerdere malen
(met gebalde vuisten
)in het gezicht
, althans het lichaam, teslaan
en/of te duwen en/of stompen, en
/of,
 een vuurwapen op die [SLACHTOFFER 1]
en/of [SLACHTOFFER 2]te richten
en/of gericht te houden, en
/of,
 die [SLACHTOFFER 1] en
/of[SLACHTOFFER 2] (op een dreigende toon) naar geld
en/of sieradenvragen
en/of manen, en
/of,
 het
(met kracht
)op bed duwen van die [SLACHTOFFER 2]
,
en/of
dat hij op of omstreeks 18 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,

een of meerdere geldbedrag(en) (van NAF 30,-), en/of,

een paar (gouden) oorbellen, en/of,

een of meer (gouden) ring(en),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] binnen waren gedrongen, en/of,

(met kracht) die [SLACHTOFFER 1] in een wurggreep hebben genomen en/of gehouden, en/of,

(vervolgens) (met kracht) die [SLACHTOFFER 1] een of meerdere malen (met gebalde vuisten) in het gezicht, althans het lichaam, heeft/hebben geslagen en/of te geduwd en/of gestompt, en/of,

een vuurwapen op die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft/hebben gericht en/of gericht hebben gehouden, en/of,

die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] (op een dreigende toon) naar geld en/of sieraden heeft/hebben gevraagd/ gemaand, en/of,

(met kracht) die [SLACHTOFFER 2] op bed hebben geduwd.
Feit 2:
dat hij op
of omstreeks18 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017te Curaçao,
in Curaçao,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, een
of meervuurwapen
(s) en/of munitie,in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging. Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4B. Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte de bewezen verklaarde feiten heeft begaan, is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist, worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
4C. Bewijsoverweging
Het bewijs tegen verdachte volgt in beslissende mate uit de verklaringen die medeverdachte [medeverdachte 1] bij de politie heeft afgelegd. Volgens het derde lid van art. 385 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/%20id2cf10bf7eacc9f8ff6cf73fa11cf5c61) Sv - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van slechts één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval (ECLI:NL:HR:2014:1355 (https://www.navigator.nl/document/id6bd1bbb820044d518d4b97880ba4ec96?h1=(getuige)%2C(getuigen)%2C(Unus)%2C(steunbewijs)%2C(onderdelen)%2C(onderdeel)&anchor=id-b2481b1a-f50c-4c85-9ab0-5c60bef1aa9f&preventVakstudieRedirectLoop=0)).
Het Gerecht acht de voor de verdachte belastende verklaringen die medeverdachte [medeverdachte 1] bij de politie heeft afgelegd bruikbaar en voldoende voor wettig en overtuigend bewijs. Het Gerecht acht deze – keer op keer herhaalde, consistente en gedetailleerde – verklaringen geloofwaardig nu zij worden ondersteund door overige bewijsmiddelen in het dossier, zoals de aangiften, de plaatsaanwijzingen en de herkenning door [medeverdachte 1]. Aan de geloofwaardigheid draagt ook bij dat [medeverdachte 1] zichzelf met zijn verklaringen heeft belast. Dat [medeverdachte 1] reden zou hebben om verdachte valselijk te beschuldigen is aangevoerd noch aannemelijk geworden. De andersluidende verklaring van [medeverdachte 1] die hij als getuige ter terechtzitting heeft afgelegd, schuift het Gerecht als ongeloofwaardig terzijde.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1 eerste cumulatief/alternatief:
Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 2:
Medeplegen van overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening 1930.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. De feiten zijn derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met anderen een gewapende overval gepleegd in een woning van een ouder echtpaar. De slachtoffers zijn midden in de nacht in hun slaap overvallen. De man is in een wurggreep genomen, met een vuurwapen bedreigd en meerdere keren met een gebalde vuist in zijn gezicht geslagen. Hij heeft hierbij letsel opgelopen.
De verdachte heeft met zijn handelen niet alleen de directe slachtoffers grote angst aangejaagd, maar hij heeft ook een ernstige inbreuk op de rechtsorde gemaakt. Het handelen van de verdachte versterkt bestaande gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. Curaçao wordt geteisterd door gewapende overvallen en het ogenschijnlijke gemak waarmee deze worden gepleegd is even verontrustend als schrikbarend. Bovendien kunnen gewelddadige overvallen als deze langdurig psychische gevolgen hebben voor de slachtoffers in kwestie. Door zijn handelen is de verdachte (mede)verantwoordelijk voor alle schade en ellende die de overval heeft aangericht.
Bij de oplegging van de straf heeft het Gerecht rekening gehouden met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen door de rechter pleegt te worden opgelegd. Voorts heeft het Gerecht acht geslagen op een kopie de strafkaart van de verdachte van 16 februari 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:123, 1:136, 2:289 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening 1930.

9.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde zoals in rubriek
4Aomschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat de bewezenverklaarde feiten de in rubriek
5genoemde strafbare feiten opleveren;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vijf (5) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 1 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.