ECLI:NL:OGEAC:2018:171
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verkeersfout en bewijslast in aansprakelijkheidskwestie na aanrijding op rotonde
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een verkeersongeluk dat plaatsvond op 23 februari 2015 op de rotonde Palu Blanku. Eiser, wonende in Curaçao, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde sub 1 en de naamloze vennootschap ASKA SCHADEVERZEKERING N.V. (gedaagde sub 2) naar aanleiding van een aanrijding tussen twee personenauto's. Eiser stelt dat gedaagde sub 1 een verkeersfout heeft gemaakt door van rijstrook te wisselen zonder hem voorrang te verlenen. Gedaagden betwisten dit en stellen dat eiser zelf verantwoordelijk is voor het ongeval omdat hij de rotonde op een onjuiste manier heeft benaderd.
Het procesverloop omvat verschillende schriftelijke stukken en een mondelinge behandeling. De rechter heeft vastgesteld dat de stelplicht en bewijslast bij eiser ligt, conform artikel 129 WvRV. Tijdens de behandeling is gebleken dat er onduidelijkheid bestaat over de toedracht van het ongeval, mede door het ontbreken van duidelijke bewijsstukken van beide partijen. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om zijn stellingen te onderbouwen, waardoor de rechter niet kan vaststellen of gedaagde sub 1 onrechtmatig heeft gehandeld.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vordering van eiser afgewezen, maar heeft het ook de proceskosten gecompenseerd. Dit omdat gedaagden ook niet de benodigde stukken hebben overgelegd die mogelijk de bewijspositie van eiser hadden kunnen versterken. De uitspraak is gedaan op 7 mei 2018 door mr. S.M. Christiaan, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.