Versluierd taalgebruik
Gezien de aard en omstandigheden van de gesprekken heeft het onderzoeksteam het sterke vermoeden dat [verdachte], [slachtoffer 1] en [medeverdachte 2] in de gesprekken gebruik maken van versluierd taalgebruik. Met betrekking tot dat taalgebruik heeft het onderzoeksteam het volgende vermoeden:
dat met “de verjaardag” of “het feest” zeer vermoedelijk wordt gerefereerd aan de actie van [verdachte], [medeverdachte 2] en [slachtoffer 1] met betrekking tot de opvang van de boot die op 18 augustus 2017 te [locatie 1] is aangeland.
dat met “discotheek” zeer vermoedelijk wordt gerefereerd aan de plaats of omgeving waar de actie zou plaatsvinden, in dit geval de omgeving van [locatie 1]. Daarnaast is het zeer onwaarschijnlijk dat men in een discotheek een kleine lamp, zoals de lamp waar [slachtoffer 1] om vraagt, nodig zou moeten hebben. Echter kan in het duistere gebied van de [locatie 1] een lamp goed van pas komen.
dat met “de DJ van het feest” zeer vermoedelijk wordt gerefereerd aan iemand die verantwoordelijk is voor het sturen van de boot richting Curaçao.
dat met “de dansers” of “de muzikanten” zeer vermoedelijk wordt gerefereerd aan de overige mensen die vermoedelijk bij de actie betrokken zijn.
Met betrekking tot feit 1
5. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 12], brigadier en forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Aangeboden vuurwapen: het op 18 augustus 2017 inbeslaggenomen voorwerp is een pistool van het merk Glock model Glock 19, kaliber 9 mm voorzien van het serienummer [wapennummer], met zestien scherpe patronen van het kaliber 9 mm. Dit pistool is voorzien van een vuur selecteer apparaat waardoor het automatisch kan schieten.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het voor onderzoek aangeboden pistool is deugdelijk of tot schieten gereed. De voor onderzoek aangeboden munitie van het kaliber 89 mm zijn deugdelijk. De resterende scherpe patronen van het kaliber 9 mm kunnen als deugdelijk worden beschouwd.
6. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 13], brigadier belast met de forensische werkzaamheden bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Het inbeslaggenomen en op 18 augustus 2017 voor onderzoek aangeboden voorwerp is een pistool van het merk Glock 19. Tevens werden negenenveertig scherpe patronen van het kaliber 9x19 mm voor onderzoek aangeboden. Het pistool is voorzien van een vuur selecteer apparaat waardoor het automatisch kan schieten.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden patronen en het pistool zijn deugdelijk.
7. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 12], brigadier en forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Aangeboden vuurwapen: het op 18 augustus 2017 inbeslaggenomen voorwerp is een pistool van het merk Glock model Glock 17, voorzien van het serienummer [wapennummer], zonder munitie. Dit pistool is voorzien van een vuur selecteer apparaat waardoor het automatisch kan schieten.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het voor onderzoek aangeboden pistool is deugdelijk of tot schieten gereed.
8. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 12], brigadier en forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Aangeboden vuurwapen: het op 18 augustus 2017 inbeslaggenomen voorwerp is een pistool van het merk Glock model Glock 19, zonder serienummer met negentien scherpe patronen van het kaliber 9 mm. Dit pistool is voorzien van een vuur selecteer apparaat waardoor het automatisch kan schieten.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het voor onderzoek aangeboden pistool is deugdelijk of tot schieten gereed. De voor onderzoek aangeboden munitie van het kaliber 9 mm zijn deugdelijk. De resterende scherpe patronen van het kaliber 9 mm kunnen als deugdelijk worden beschouwd.
9. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 13], brigadier en belast met forensische werkzaamheden bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Het inbeslaggenomen en op 18 augustus 2017 voor onderzoek aangeboden voorwerp is een pistool van het merk Glock, model 19 en is voorzien van het serienummer [wapennummer]. Het pistool is voorzien van een selecteer apparaat waarmee automatisch gevuurd kan worden. Tevens werden vijftien scherpe patronen van het kaliber 9 mm voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in e zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het voor onderzoek aangeboden pistool en de scherpe patronen zijn deugdelijk.
10. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 12], brigadier en forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Aangeboden vuurwapen: het op 18 augustus 2017 inbeslaggenomen voorwerp is een pistool van het merk FN model Browning, voorzien van het serienummer [wapennummer] met dertien scherpe patronen van het kaliber 9 mm.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het voor onderzoek aangeboden pistool is deugdelijk of tot schieten gereed. De voor onderzoek aangeboden munitie van het kaliber 9mm zijn deugdelijk. De resterende scherpe patronen van het kaliber 9 mm kunnen als deugdelijk worden beschouwd.
11. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 13], brigadier en belast met forensische werkzaamheden bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Het inbeslaggenomen pistool is van het merk Tanfoglio, model Force 99. Op 18 augustus 2017 werd het voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het voor onderzoek aangeboden pistool is deugdelijk.
12. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 14], forensisch specialist bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Het inbeslaggenomen voorwerp is een pistool van het merk Baretta Pietro model 92FS. Het serienummer is mechanisch geradeerd. Het pistool is op 21 november 2017 voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het aangeboden pistool is deugdelijk.
13. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 15], brigadier en forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 18 augustus 2017 is een revolver van het merk Ruger, kaliber .38, inbeslaggenomen en voor onderzoek aangeboden. Tevens werden zes scherpe patronen van het kaliber .38 voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver en de patronen zijn deugdelijk.
14. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 16], hoofdagent en senior forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 29 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
De inbeslaggenomen revolver is van het merk Colt, model Cobra en zes scherpe patronen van het kaliber .38 werden op 18 augustus 2017 voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: De voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden scherpe patronen werden normaal tot ontbranding gebracht. Voornoemde revolver en scherpe patronen van het kaliber .38 zijn deugdelijk.
15. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 13], brigadier en belast met forensische werkzaamheden bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 18 augustus 2017 is een is een revolver van een onbekend merk, kaliber .38 inbeslaggenomen en voor onderzoek aangeboden. Het serienummer is geradeerd. Tevens zijn vier scherpe patronen van het kaliber .38 voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd en is geschikt voor bedreiging of afdreiging. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden scherpe patronen van het kaliber .38 werden door een andere revolver normaal tot ontbranding gebracht. De scherpe patronen zin deugdelijk.
16. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 16], hoofdagent en senior forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 29 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Een revolver werd in beslag genomen en op 18 augustus 2017 voor onderzoek aangeboden. Tevens werden drie scherpe patronen van het kaliber .38 voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden scherpe patronen werden normaal tot ontbranding gebracht. De revolver en de scherpe patronen zijn deugdelijk.
17. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 12], brigadier en forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Aangeboden vuurwapen: het op vrijdag 18 augustus 2017 inbeslaggenomen voorwerp is een revolver van het merk Smith & Wesson model 10-7, kaliber .38special met zes scherpe patronen van het kaliber .38.
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. Het voor onderzoek aangeboden revolver is deugdelijk of tot schieten gereed. De voor onderzoek aangeboden munitie van het kaliber .38 zijn deugdelijk. De resterende patronen van het kaliber .38 kunnen als deugdelijk worden beschouwd.
18. Het proces-verbaal van forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 15], brigadier en forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 18 augustus werd een revolver en vijf scherpe patronen van het kaliber .38 in beslag genomen en op 21 augustus 2017 voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver en de patronen zijn deugdelijk.
19. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen en op munitie gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 14], forensisch specialist bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 21 november 2017 werden een revolver en munitie voor onderzoek aangeboden.
Aangeboden vuurwapen: een revolver van het merk Colt Agent met het serienummer [wapennummer], kaliber .38 special.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De voor onderzoek aangeboden scherpe patronen zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver en de munitie zijn deugdelijk.
20. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 14], forensisch specialist bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 21 november 2017 werd revolver voor onderzoek aangeboden.
Aangeboden vuurwapen: een revolver van het merk Smith & Wesson model 10.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver is deugdelijk.
21. Het proces-verbaal forensisch onderzoek aan een op vuurwapen gelijkend voorwerp, gesloten en getekend door [verbalisant 14], forensisch specialist bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 28 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
OP 21 november 2017 werd een revolver voor onderzoek aangeboden.
Aangeboden vuurwapen: een revolver van het merk Smith & Wesson.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver is deugdelijk.
22. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 16], hoofdagent en senior forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 29 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 18 augustus 2017 is een revolver voor onderzoek aangeboden. Het inbeslaggenomen revolver is van het merk Amadeo Rossi, kaliber .38, voorzien van het serienummer [wapennummer].
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver van het kaliber .38 speciaal is deugdelijk.
23. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 17], brigadier en belast met forensisch rechercheur werkzaamheden bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 29 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
De inbeslaggenomen en op 18 augustus 2017 voor onderzoek aangeboden voorwerp is een revolver van het merk Smith & Wesson, kaliber .38.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver van het kaliber .38 speciaal is deugdelijk.
24. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen en munitie, gesloten en getekend door [verbalisant 17], brigadier en belast met forensisch rechercheur werkzaamheden bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 29 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
De inbeslaggenomen en op 18 augustus 2017 voor onderzoek aangeboden voorwerp is een revolver van het merk Smith & Wesson, kaliber .38.
Conclusie: de voor onderzoek aangeboden revolver is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd. De aangeboden revolver van het kaliber .38 speciaal is deugdelijk.
25. Het proces-verbaal van inbeslaggenomen vuurwapen onderdelen, gesloten en getekend door [verbalisant 16], hoofdagent en senior forensisch rechercheur bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 29 november 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 18 augustus 2017 werden acht patroonhouders voor onderzoek aangeboden.
Conclusie: De inbeslaggenomen en voor onderzoek aangeboden patroonhouders zijn onderdelen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zoals gewijzigd.
26. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot onderzoek GSM telefoon, p. 209-228, gesloten en getekend door [verbalisant 11] en [verbalisant 18], respectievelijk wachtmeester 1e klasse der Koninklijke Marechaussee, buitengewoon Agent van Politie Curaçao en brigadier van politie, d.d. 10 september 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisanten:
Onder [verdachte] werd een mobiele telefoon (Apple Iphone) in beslag genomen. Tijdens het onderzoek door personeel MFIT van deKoninklijke Marechausse werd vastgesteld dat de SIM-kaart voorzien was van het aansluitnummer [telefoonnummer 1]. Tijdens het onderzoek aan de informatie afkomstig uit de onderzochte mobiele telefoon troffen wij een WhatsApp-gesprek aan. Het gesprek werd gevoerd tussen de gebruiker van voornoemde mobiele telefoon en een persoon met het aansluitnummer [telefoonnummer 4] en de gebruikersnaam [persoon 2]. De deelnemers aan de chat worden in het gesprek als volgt weergegeven:
[telefoonnummer 1] –From: From
[telefoonnummer 4] – [telefoonnummer 4]@s.whatsapp.net [persoon 2]
Uit de voornoemde chat is gebleken dat de gebruiker van de onder [verdachte] inbeslaggenomen en uitgelezen mobiele telefoon recentelijk betrokken is geweest bij de verkoop van diverse vuurwapens.
From: [telefoonnummer 4] – [telefoonnummer 4]@s.whatsapp.net [persoon 2]
Timestamp: 9-8-2017 23:51 (UTC +0)
Source App: WhatsApp
Body:
Ze willen pistool.
From: [telefoonnummer 4] – [telefoonnummer 4]@s.whatsapp.net [persoon 2]
Timestamp: 9-8-2017 23:51 (UTC +0)
Source App: WhatsApp
Body:
Die zwarte is ene die.
From: From
Timestamp: 9-8-2017 23:53 (UTC +0)
Source App: WhatsApp
Body:
Ingesproken bericht dat als volgt luidde:
“De zwarte is al verkocht. Die kleine grijze is over en de andere zwarte. De eerste zwarte die ik voor jou gestuurd had is een px4 9mm alles hetzelfde als glock.”
27. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 235-248, gesloten en getekend door [verbalisant 19] en [verbalisant 20], respectievelijk brigadier en hoofdagent bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 12 september 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verdachte:
[slachtoffer 1]
(Het Gerecht begrijpt: [slachtoffer 1]), de overledene, was degene die in het bezit was van vuurwapens. [slachtoffer 1] had een keer aan mij gezegd dat hij een vuurwapen te koop had. Op de vraag hoe [slachtoffer 1] en Daniël in het bezit van voornoemde vuurwapens kwamen, antwoord ik als volgt. Volgens mij ontvangen ze deze vanuit Venezuela. Volgens mij worden dezen middels boot (lancha) hier naar Curaçao getransporteerd.
Met betrekking tot feit 2
28. Het proces-verbaal van weging, testen en opsturen van monsters naar de Laboratorium, p. 15-16, gesloten en getekend door [verbalisant 8] en [verbalisant 10], beiden hoofdagent bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 18 augustus 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisanten:
Op vrijdag 18 augustus 2017 werden op de [straat 2] negentien plastic pakken inhoudende een hoeveelheid samengeperst op hennep gelijkend kruid overgenomen. Deze werden tijdens een achtervolging uit de personenauto op de [straat 2] weggegooid. Bij weging van de negentien inbeslaggenomen plastic pakken bleken dezen een gezamenlijk brutogewicht van 10640 gram te hebben. Wij namen afzonderlijk vanuit vier plastic pakken een hoeveelheid samengeperst op hennep gelijkend kruid om te testen op de aanwezigheid van Tetra Hydra Carabinol (THC). Bij de gebruikte Narcotest trad een positieve kleurreactie op, zodat aangenomen mocht worden dat de geteste hoeveelheden op hennep gelijkend kruid vermoedelijk hennep, een middel vermeld in de Opiumlandsverordening 1960, zoals gewijzigd, betroffen. Vervolgens werd vanuit vier van de plastic pakken een geringe hoeveelheid als monster genomen en in vier afzonderlijke plastic potjes gedaan met dopjes voorzien van het opschrift nummer 72/2017 en codes I-D tot en met I-D-4. Deze potjes werden aan het Analytisch Diagnostisch Centrum N.V. ter beschikking gesteld met het verzoek na te gaan of in het materiaal een der verdovende middelen als bedoeld in de Opiumlandsverordening 1960, zoals gewijzigd, kan worden aangetoond.
29. Een geschrift, te weten een Rapport van Analytisch Diagnostisch Centrum van 27 september 2017, voor zover inhoudende:
Het materiaal bestond uit vier plastic potjes met dopje, met als opschrift no.72 code I-D-1 t/m no.72 code I-D-4, elk inhoudende een geringe hoeveelheid op hennep gelijkend kruid. Uit de verkregen resultaten van het onderzoek moet de conclusie worden getrokken dat het materiaal hennep bevat in de zin van de Opiumlandsverordening 1960.
Met betrekking tot feit 3
30. Het proces-verbaal van bevinding, p. 6-8, gesloten en getekend door [verbalisant 10], hoofdagent van politie bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 18 augustus 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 18 augustus 2017 werd mij medegedeeld dat tijdens een achtervolging de bestuurder van de achtervolgde auto de macht over het stuur had verloren en tegen een muur was gebotst. Er waren acht mensen in de auto. Twee van die mensen was omgekomen. Toen ik aldaar was aangekomen zag ik tegen de muur behorend aan de afrastering van de kerk, gelegen te [locatie 5], een zwartgelakte Honda SUV, voorzien van het kenteken [kentekennummer]. Aan de passagierszijde zag ik op het wegdek naast de personenauto het levenloze lichaam van de man in leven genaamd [slachtoffer 1] en het levenloze lichaam van de vrouw in leven genaamd [slachtoffer 2]. De zes slachtoffers die naar het Sint Elisabeth Hospitaal zijn overgebracht bleken te zijn genaamd [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [medeverdachte 2], [medeverdachte 1], [verdachte] en [slachtoffer 3].
31. Het proces-verbaal van bevinding, p. 92, gesloten en getekend door [verbalisant 9], inspecteur bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 20 augustus 2017, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op vrijdag 18 augustus 2017 werd ik door het personeel van het Sint Elisabeth hospitaal telefonisch op de hoogte gesteld dat de man genaamd [slachtoffer 3] aan zijn verwondingen is bezweken.
32. Het proces-verbaal van forensisch onderzoek naar aanleiding van een gerechtelijke sectie, gesloten en getekend door [verbalisant 12], brigadier zijnde forensisch rechercheur bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 1 februari 2018, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 22 augustus 2017 werd door de forensisch patholoog-anatoom Dr. L. Althaus sectie verricht op het lichaam van [slachtoffer 3].
Conclusie: het slachtoffer [slachtoffer 3] is overleden ten gevolge van ernstige hoofd trauma en ernstige stompe thorax trauma ten gevolge van een verkeersongeluk.
33. Het proces-verbaal van gerechtelijke sectie, gesloten en getekend door [verbalisant 21] en [verbalisant 22], respectievelijk brigadier en inspecteur bij het Korps Politie Curaçao, forensisch rechercheur en forensisch specialist werkzaam bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 31 januari 2018, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisanten:
Op 18 augustus 2017 werd door de patholoog-anatoom Dr. L. Althaus een gerechtelijke sectie verricht op het lijk van [slachtoffer 2]. Tijdens de autopsie is gebleken dat het slachtoffer een streng min of meer breed of uitlopende trauma had aan haar borstkast (thorax). De doodsoorzaak van het slachtoffer [slachtoffer 2] is te wijten aan interne bloeding veroorzaakt door het auto-ongeluk.
34. Het proces-verbaal van gerechtelijke sectie, gesloten en getekend door [verbalisant 22], inspecteur bij het Korps Politie Curaçao, forensisch specialist werkzaam bij het Team Forensische Opsporing, d.d. 1 februari 2018, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
Op 21 augustus 2017 werd door de patholoog-anatoom Dr. L. Althaus een gerechtelijke sectie verricht op het lijk van [slachtoffer 1].
Conclusie: de bevindingen van de sectie geven een polytrauma met een ernstig trauma van het hoofd en een ernstige stomp thorax en abdominale trauma’s als doodsoorzaak. De diverse ernstige verwondingen zijn veroorzaakt door het verkeersongeval.
35. Het proces-verbaal verrichting en bevinding verkeersongeval, p. 9-13, gesloten en getekend door [verbalisant 23], hoofdagent bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 3 februari 2018, voor zover inhoudende als
verklaring van de verbalisant:
De maximum toegestane snelheid, alwaar de botsing had plaatsgevonden is zestig kilometer per uur (60 km/u), buiten bebouwde kom, Wegenverkeerverordening Curaçao 2000.
Voor de botsing tussen de Honda CRV, gekentekend [kentekennummer] en de betonnen afrastering was de snelheid van het voertuig ongeveer 95 km/u. Vanwege de hoge snelheid en een bruuske stuurreactie verloor de bestuurder de macht over het stuur.
36. De
verklaring van de verdachteafgelegd ter terechtzitting van 15 mei 2018, voor zover inhoudende:
Ik hoor u zeggen dat ik de chauffeur was tijdens de achtervolging. Ik zou heel hard hebben gereden. De andere inzittenden zouden bij herhaling tegen mij hebben gezegd dat ik de snelheid moest verlagen. [slachtoffer 1]
(Het Gerecht begrijpt: [slachtoffer 1])zou hebben gezegd om hard door te rijden. Hij zou ook aan het stuur hebben getrokken. U vraagt mij of deze gang van zaken klopt. Ja, het klopt.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
De verdachte wordt verweten dat hij zich op 18 augustus 2017 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van maar liefst twintig vuurwapens, acht patroonhouders, 142 scherpe patronen en daarnaast dat hij samen met anderen 10640 gram hennep heeft ingevoerd.
De verklaring van de verdachte dat hij helemaal niets weet van de aangetroffen en inbeslaggenomen vuurwapens, patroonhouders, munitie en hennep, wordt door het Gerecht als ongeloofwaardig ter zijde gesteld. De verdachte begaf zich op
18 augustus 2017 samen met de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1], in de nachtelijke uren, naar een plek waar regelmatig illegale praktijken plaatsvinden. Daar aangekomen stond de later overleden man [slachtoffer 1] ([slachtoffer 1]), wie vermoedelijk ook betrokken was bij de aanlandig te [locatie 1] op 18 augustus 2017, op hen te wachten. Dat de verdachte niet enkel en alleen als een argeloze chauffeur naar [locatie 1] was gereden om mensen op te halen, blijkt onder meer uit de inhoud van datacommunicatie, te weten WhatsApp-gesprekken, en de betekenis die daaraan wordt toegekend. In de periode van 16 augustus 2017 tot en met 17 augustus 2017, kort voor de aanlanding op 18 augustus 2017, vinden er diverse WhatsApp-gesprekken plaats tussen de verdachte en “[slachtoffer 1]”. In voornoemde gesprekken worden uitspraken gedaan als: “Kan je even bij mijn huis langskomen. Want we hebben iets te doen vannacht. Er zal een feest zijn, ze zullen mij zo opbellen. Kom bij mij langs”, “Hoe gaat het? Wat wilde ik je zeggen? Ik zal de jongen sturen om “[medeverdachte 2]” te gaan ophalen”, Ik heb hem al gezegd dat hij opgehaald zal worden om 22:00 uur. Dat is het tijdstip dat hij opgehaald moet worden en dat iedereen moet worden opgehaald. Om naar bedoeld verjaardag te gaan”, “Heb je een kleine lamp?”, “Om hoe laat zult u bij de discotheek komen? Om hoe laat wilt u naar binnen gaan”, “Ik heb de dansers aan boord, ik ben al bij de discotheek aan het arriveren”, “En de DJ van het feest, wat zegt die?”, “Ja, ik ga via dezelfde plek. Want zo, op het moment van verdeling, zullen er veel personen zijn. De twee dingen zullen er daar zijn, ik zal veel “boleta” hebben, begrijp je me? Dus we doen het zo ” We zullen er vroeg zijn, een beetje vroeger vandaag. Want ik denk dat ze vroeger zullen arriveren”, “Ik ben de andere muzikanten aan het ophalen, om binnen de andere discotheek te gaan”. Ook tussen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 2] zijn op 17 augustus 2017, ook kort voor de aanlanding te [locatie 1], WhatsApp-gesprekken gevoerd. Daarbij zijn onder meer de volgende uitspraken gedaan: “Praat met mij vriend. Vandaag gaan we wel naar binnen?”, “Ok goed. Laten we wachten dat [slachtoffer 1] je het zegt”, “Wat is wat? Om hoe laat ongeveer zullen we met het feest beginnen. Want ik ben nu met de jongens nu bij mijn woning. Om het tijdstip vroeg af te stemmen en alles nu goed af te stemmen”, “Ik zeg je, want de laatste keer dat er met voertuig naar binnen was gegaan, hebben ze de mensen van blauw blauw opgebeld. Dus dat soort dingen moeten vermeden worden”. Voornoemde gesprekken lijken te gaan over eerdere droppings en een dropping dat nog plaats moet vinden. Om te refereren aan de droppings en de personen die kennelijk daarbij betrokken zijn, wordt gebruikgemaakt van versluierde taal. Er wordt namelijk gebruikgemaakt van woorden zoals “feest”, “verjaardag”, “discotheek”, “muzikanten”, “dansers” en “DJ”. Dat er gevraagd wordt naar een lamp, past heel goed bij het feit dat het bij [locatie 1], zeker in de nachtelijke uren, heel donker is. De verdachte heeft, alhoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, geen (aannemelijke) andersluidende verklaring gegeven ten aanzien van de WhatsApp-gesprekken. Hierbij komt dat de verdachte blijkens zijn verklaring wist dat [slachtoffer 1] handelde in vuurwapens en dat deze vuurwapens met een boot (lancha) vanuit Venezuela worden getransporteerd. Uit voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband bezien, leidt het Gerecht af dat de verdachte wist wat zich in die nacht van 18 augustus 2017 zou afspelen. Overigens past de handeling van de verdachte, met name met verhoogde snelheid wegrijden van de politie, niet bij die van een nietsvermoedende chauffeur. Daaruit kan slechts worden opgemaakt dat de verdachte zich aan zijn aanhouding wenste te onttrekken om te voorkomen dat de politie de in de door de verdachte bestuurde auto aanwezige illegale goederen zou vinden. Dat de verdachte niet degene is geweest die de pakken met inhoud uit het raam heeft gegooid doet aan het voorgaande niet af. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband bezien kan het tenlastegelegde medeplegen van het bezit van vuurwapens, patroonhouders en munitie, alsmede het tenlastegelegde medeplegen van de invoer van hennep wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Het Gerecht acht niet bewezen dat de verdachte roekeloosheid kan worden verweten. Ten laste gelegd is dat de verdachte, in afnemende mate van verwijtbaarheid, roekeloos, althans hoogst, althans zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of onoplettend heeft gereden.
Ingevolge vaste rechtspraak van de Hoge Raad komt het bij de beoordeling van deze schuldvormen aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Bij de beoordeling van de schuldvorm "roekeloosheid" moet worden betrokken dat deze schuldvorm als "de zwaarste vorm van het culpose delict" wordt aangemerkt. Daarom moeten aan de vaststelling dat sprake is van roekeloosheid bepaaldelijk eisen worden gesteld. Van roekeloosheid zal slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn. Daarbij verdient opmerking dat "roekeloosheid" in de zin van de wet een specifieke betekenis heeft die niet noodzakelijkerwijs samenvalt met wat in het normale spraakgebruik onder "roekeloos" - in de betekenis van "onberaden" - wordt verstaan. Voorts verdient opmerking dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag kan worden afgeleid dat sprake is van roekeloosheid in vorenbedoelde zin. Om tot het oordeel te kunnen komen dat sprake is van roekeloosheid, zal het Gerecht zodanige feiten en omstandigheden moeten vaststellen dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn.
Uit de bewijsmiddelen volgt, kort gezegd, dat de verdachte, zoals tenlastegelegd, de verbale stoptekens via luidspreker en licht- en geluidsignalen van de politie negerend, met hoge snelheid op de [straat 1] heeft gereden, waardoor hij vervolgens de macht over het stuur heeft verloren, met als gevolg dat hij tegen een stenenmuur was gebotst en door welke botsing drie inzittenden om het leven waren gekomen.
De gedraging van de verdachte kan naar zijn uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als buitengewoon onvoorzichtig gedrag dat een ernstig gevaar in het leven roept, zeker nu hij met een onverantwoord aantal personen in de auto reed met een snelheid ver boven de ter plaatse van het ongeval toegestane snelheid. Beoordeeld dient te worden of ook bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn. Naar het oordeel van het Gerecht is dat niet het geval. Uit de aard van de gedragingen, in het bijzonder rijden met een hoge snelheid tijdens een achtervolging, kan de bewustheid van de gevaarzetting niet zonder meer worden afgeleid. Dat de verdachte tijdens de achtervolging blijk heeft gegeven dat hij koste wat het kost van de politie wilde ontkomen, doet aan het voorgaande niet af. Derhalve kan roekeloosheid niet bewezen worden verklaard.
Het Gerecht acht wel bewezen dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld en dat door zijn schuld de botsing met als gevolg de dood van de drie slachtoffers plaats heeft gevonden. Daartoe overweegt het Gerecht als volgt. De verdachte reed tijdens een achtervolging door de politie met een onverantwoord aantal personen in de auto, met een veel te hoge snelheid over de [straat 1]. De verdachte had kunnen voorzien dat door de hoge snelheid waarmee hij reed een reële mogelijkheid bestond dat er op de een of andere manier een ongeluk met alle gevolgen van dien plaats zou kunnen vinden.
De raadsvrouw heeft betoogd dat doordat [slachtoffer 1] aan het stuur heeft getrokken, de verdachte de macht over het stuur had verloren en dat hij zich dus ten tijde van het ongeval in een situatie van verontschuldigbare onmacht bevond. Naar het Gerecht begrijpt bedoelt de raadsvrouw hiermee een beroep te doen op medeschuld van het slachtoffer [slachtoffer 1].
Het Gerecht overweegt dat medeschuld in beginsel niet relevant is voor het bewijs van de schuld van de verdachte. Dit is slechts anders indien de onvoorzichtigheid van de ander zo groot is geweest dat de onvoorzichtigheid van de verdachte te gering wordt om schuld in de zin van artikel 2:284 Sr op te leveren.
Het Gerecht verwerpt het verweer van de raadsvrouw op grond van het volgende. Uit het dossier blijkt dat ten tijde van het ongeluk inderdaad sprake is geweest van een bruuske stuurreactie. Dit doet echter niet af aan het feit dat de verdachte de bestuurder van het voertuig was en dat hij door op het gaspedaal te drukken de snelheid van het voertuig had verhoogd in plaats van de auto, zoals door de politie verzocht, tot stilstand te brengen door af te remmen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Feit 1: medeplegen van overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3 lid 1 juncto artikel 5 van de Vuurwapenverordening 1930, meermalen gepleegd.
Feit 2: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 4, eerste lid, onder A van de Opiumlandsverordening 1960.
Feit 3: aan het verkeer deelnemen en zich daarbij zodanig gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Verweren ten aanzien van de strafbaarheid
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat [slachtoffer 1] druk op de verdachte heeft uitgeoefend tijdens de achtervolging door de politie. De verdachte wilde stoppen, maar dat mocht niet van [slachtoffer 1].
Voor zover de verdediging een beroep op psychische overmacht wenst te doen overweegt het Gerecht als volgt. Een beroep op psychische overmacht kan alleen dan slagen wanneer er sprake is geweest van een zodanige van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijs geen weerstand kon en ook niet hoefde te bieden. In casu is noch uit het dossier noch uit het verhandelde ter terechtzitting gebleken dat er sprake is geweest van een zodanige van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijs geen weerstand kon en ook niet hoefde te bieden. Nu niet is voldaan aan de vereisten van psychische overmacht zal het verweer van de raadsvrouw dan ook worden verworpen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
Oplegging van straf en/of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Meer in het bijzonder heeft het Gerecht daarbij het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid vuurwapens, munitie en patroonhouders. Daarnaast heeft hij zich samen met anderen ook schuldig gemaakt aan de invoer van een hoeveelheid hennep. De illegale handel in vuurwapens is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uitgaat voor anderen. Dergelijke wapens verdwijnen in het zwarte circuit waardoor controle van overheidswege volstrekt onmogelijk wordt en worden regelmatig gebruikt voor allerlei criminele activiteiten. De ingevoerde partij hennep was qua hoeveelheid geschikt (en zonder twijfel ook bestemd) voor verdere verspreiding en handel. Hennep vormt een ernstig gevaar voor de volksgezondheid en het gebruik ervan is ook bezwarend voor de samenleving, onder andere vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit door verslaafden. Dit zijn dus ernstige feiten.
De verdachte botste in een poging de politie te ontvluchten tegen een stenenmuur. Drie personen hebben als gevolg daarvan hun leven verloren. De dood van de slachtoffers heeft zeker ernstig en onherstelbaar leed bij de nabestaanden veroorzaakt. Daar komt nog bij dat het ongeluk, vanwege de bijzonder dramatische afloop, ook op de samenleving in Curaçao een grote impact heeft gehad.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Hoewel het niet in verhouding staat tot het gemis bij de nabestaanden, neemt het Gerecht in aanmerking dat de verdachte de psychische last zal moeten dragen van het feit dat door zijn onvoorzichtig gedrag drie mensen het leven hebben verloren. Hiernaast heeft de verdachte ook zelf ernstig en blijvend letsel aan het ongeluk overgehouden.
Bij de bepaling van de duur van de straf heeft het Gerecht voorts rekening gehouden met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen wordt opgelegd.
Al het voorgaande in overweging nemende acht het Gerecht oplegging van een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden.
In beslag genomen voorwerpen
Ten aanzien van de inbeslaggenomen vuurwapens, munitie en patroonhouders zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat het onder 1 bewezen verklaarde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan en die voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De inbeslaggenomen Apple Iphone, toebehorende aan de verdachte, zal verbeurd worden verklaard, omdat het een voorwerp betreft met betrekking tot welke de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten zijn begaan of voorbereid.
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 7.874,00. De gestelde schade bestaat uit gemaakte kosten ten behoeve van de repatriëring en het transport van het lijk van wijlen [slachtoffer 1].
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de vordering verweer gevoerd.
Het Gerecht oordeelt als volgt. Het dossier bevat aanwijzingen ten aanzien van mogelijke medeschuld van [slachtoffer 1] aan het ongeluk. Hij zou aan het stuur hebben getrokken. Dit brengt met zich mee dat niet zonder meer kan worden bepaald dat de verdachte de door de benadeelde partij geleden schade dient te vergoeden. Om vast te leggen of en in hoeverre [slachtoffer 1] medeschuldig is geweest aan het ongeluk dient nader onderzoek verricht te worden. Dit maakt dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor beslissing in de strafzaak. De benadeelde partij wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De vordering kan dan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 3.000,00. De gestelde schade is een schatting van de kosten die gemaakt moeten worden om de muur waartegen het voertuig was gebotst te repareren.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de vordering verweer gevoerd.
Het Gerecht oordeelt als volgt. De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, nu deze niet met stukken nader is onderbouwd. Desgewenst kan de benadeelde partij deze vordering alsnog aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:67, 1:68, 1:74, 1:75, 1:123, 1:136, 1:224 en 2:284 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 11 van de Opiumlandsverordening 1960 en artikel 11 van de Vuurwapenverordening 1930 , zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.