In deze zaak vorderen de eisers, bestaande uit een groep werknemers van United Telecom Services N.V. (UTS), betaling van bedragen die ten onrechte zijn ingehouden op hun salaris voor pensioenpremies. De eisers zijn werkzaam bij UTS en zijn aangesloten bij het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC). De zaak betreft de inhouding van pensioenpremies die vanaf 1998 niet correct is toegepast door UTS, die geen rekening hield met de AOV-franchise. Dit leidde tot een te hoge inhouding op de salarissen van de werknemers. UTS heeft in 2016 een deel van de te veel ingehouden premies terugbetaald, maar de eisers vorderen nu ook compensatie voor de jaren 1998 tot en met 2006. UTS voert verweer en stelt dat de vorderingen zijn verjaard. Het gerecht oordeelt dat de verjaringstermijn voor de schadevergoeding pas in 2016 is gaan lopen, toen de eisers zich bewust werden van de onjuiste toepassing van de regelgeving door UTS. Het gerecht heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en heeft de eisers in de gelegenheid gesteld om hun schade te onderbouwen. De beslissing van het gerecht is op 9 juli 2018 openbaar uitgesproken door rechter Th. Veling.