Uitspraak
1.[GEDAAGDE SUB 1],
2. [GEDAAGDE SUB 2],
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
”verkoper”
“koper”
koperdie van
verkoperkoopt:
Verkoperzal na het sluiten van deze koopovereenkomst verantwoordelijk blijven voor de betaling van de eventuele huurpenningen aan de grondeigenaar, totdat de huurrechten zijn overgedragen en geregistreerd op naam van
koper.
Koperdient, na het sluiten van deze koopovereenkomst, zelf zorg te dragen dat de grondeigenaar (het Land Curaçao) een nieuwe relatie/overeenkomst met
koperaangaat ten aanzien van de grond, op naam van
koperwaarin koper zijn betalingen, op de gebruikelijke wijze, verder laat registeren cq voldoen. ”
verkoop van de opstal en overdracht van het huurgrond terrein te Cabo Verde domein registratie 2008/[nummer]”.
”verkoper”
“koper”
koperdie van
verkoperkoopt:
Verkoperzal na het sluiten van deze koopovereenkomst verantwoordelijk blijven voor de betaling van de eventuele huurpenningen aan de grondeigenaar, totdat de huurrechten zijn overgedragen en geregistreerd op naam van
koper.
Koperdient, na het sluiten van deze koopovereenkomst, zelf zorg te dragen dat de grondeigenaar (het Land Curaçao) een nieuwe relatie/overeenkomst met
koperaangaat ten aanzien van de grond, op naam van
koperwaarin koper zijnbetalingen, op de gebruikelijke wijze, verder laat registeren cq voldoen.
Verkopercq oud-huurderzal al het nodige doen bewerkstelligen zodat
koperde huurrechten jegens de grondeigenaar (het Land Curaçao), ten aanzien van het perceel huurgrond waarop het verkochte gebouwd staat, op zijn naam gesteld zal krijgen.”
Als betaling voor het verkopen van een opstal te Cabo Verde, op een kavel van 1812 m2, met de domein registratie nummer 2008/[nummer]”.
3.De (verdere) beoordeling
verkoop van de opstal en overdracht van het huurgrond terrein te Cabo Verde”. Op 13 september 2014 zou [gedaagde sub 2] een bedrag van NAf 20.000,- hebben doorbetaald aan [gedaagde sub 1]. Op het perceel stond een muurtje, dan wel een (stukje) fundering, dat was begroeid en dat in ieder geval zonder veel inspanning kon worden verwijderd. [eiser] heeft immers onweersproken gesteld dat deze meteen omviel toen hij de (derde) dag na de verkoop het perceel met een caterpillar ging schoonmaken. Op grond van artikel 2 lid 8 van de overeenkomst heeft [gedaagde sub 2] een aanvraagformulier voor omzetting huur in erfpacht op naam van [eiser] ingevuld dat is ingediend bij het Ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning, UO Domeinbeheer. Blijkens het proces-verbaal van 16 februari 2017 heeft mevrouw [naam 1] (jurist bij Domeinbeheer) toegelicht dat het omzetten van een huurperceel naar een erfpachtperceel een relatief kort traject is, dat een legalisatie-traject jaren kan duren en dat een legalisatieverzoek wordt afgewezen indien er op een perceel alleen een muur zonder duurzame fundering staat. Verder heerft zij uitgelegd dat het ijkpunt 1 oktober 2015 is, en dat indien blijkt dat op die datum het perceel leeg was, de kans op legalisatie praktisch nihil is. [eiser] heeft een nis gebouwd op het perceel, maar Aqualectra weigerde het perceel van water en elektra te voorzien zonder een bewijs van huur. Op het door [gedaagde sub 2] verkochte naastgelegen perceel is inmiddels een woning gebouwd. Deze woning is tot op heden niet op het water- en elektra netwerk van Aqualectra aangesloten. Volgens [gedaagde sub 2] komt dit omdat Aqualectra NAf 20.000,- vraagt voor het trekken van kabels vanuit een transformatorhuis in Muizenberg.
economisch eigenaar” was “
van het te verkopen perceel met opstal”. Vervolgens staat dat er dat de koop betrekking heeft op “
huurgrond, waarop het verkochte is gesticht, behoort toe aan het Land Curaçao”, terwijl het totale perceel en dus ook het deelperceel nooit in huur is uitgegeven. In artikel 2 lid 5 is bepaald dat [gedaagde sub 1] verantwoordelijk bleef “
voor de betaling van eventuele huurpenningen aan de grondeigenaar, totdat de huurrechten zijn overgedragen en geregistreerd op naam van” [eiser]. Dit terwijl [gedaagde sub 1] geen huurrechten had om over te dragen. Vervolgens staat er in artikel 2 lid 6 dat [eiser] zelf zorg diende “
te dragen dat de grondeigenaar (het Land Curaçao) een nieuwe relatie/overeenkomst met koper aangaat ten aanzien van de grond”, terwijl er geen bestaande relatie met het Land was ten aanzien van de grond. In artikel 2 lid 8 staat vervolgens dat [gedaagde sub 1] al het nodige zou doen om te “
bewerkstelligen dat koper de huurrechten jegens de grondeigenaar (het Land Curaçao), ten aanzien van het perceel huurgrond waarop het verkochte gebouwd staat, op zijn naam gesteld zal krijgen”, wederom terwijl er bij het ontbreken daarvan geen huurrechten konden worden overgedragen. Ook de machtiging van [gedaagde sub 1] aan [gedaagde sub 2] spreekt over “
overdracht van het huurgrond terrein”.