Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
- time deposit 320303 met een saldo van US$ 967.000,-;
- time deposit 318962 met een saldo van US$ 1.285.714,28;
- time deposit 318408 met een saldo van US$ 1.499.500,-;
- time deposit 310602 met een saldo van US$ 1.000.000,-;
3.Het geschil
US$ 967.000,00terstond, te vermeerderen met de contractuele rente, subsidiair de wettelijke rente over welke aan eiseres toebehoort, vermeerderd met de wettelijke rente over US$ 967.000,00 met ingang van 19 februari 2018
;
US$ 1.285.714,28terstond, te vermeerderen met de contractuele rente, subsidiair de wettelijke rente over welke aan eiseres toebehoort, vermeerderd met de wettelijke rente over US$ 1.285.714,28 met ingang van 26 maart 2018
;
US$ 1.503.220,62terstond, te vermeerderen met de contractuele rente, subsidiair de wettelijke rente over welke aan eiseres toebehoort, vermeerderd met de wettelijke rente over US$ 1.503.220,62 met ingang van 1 januari 2018
;
US$ 1.499.500,-terstond, te vermeerderen met de contractuele rente, subsidiair de wettelijke rente over welke aan eiseres toebehoort, vermeerderd met de wettelijke rente over US$ 1.499.500,- met ingang van 18 juni 2018
;
US$ 1.000.000,-terstond, te vermeerderen met de contractuele rente, subsidiair de wettelijke rente over welke aan eiseres toebehoort, vermeerderd met de wettelijke rente over US$ 1.000.000,00 met ingang van 2 augustus 2018
;
4.De beoordeling
daaromniet in staat is om aan haar verplichtingen op grond van artikel 2 lid 2 onder e LID te voldoen. BdO heeft in dit verband geen enkel concreet feit gesteld die die conclusie zou kunnen onderbouwen.