ECLI:NL:OGEAC:2018:383

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
9 juli 2018
Publicatiedatum
28 mei 2020
Zaaknummer
CUR201701419
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling studieschuld en omvang van de schuld

In deze zaak, uitgesproken op 9 juli 2018 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gaat het om een vordering van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) tegen de gedaagde, die in persoon verscheen. De zaak betreft de terugbetaling van een studieschuld, waarbij DUO een bedrag van € 31,= vorderde, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 mei 2017. De vordering van DUO is gebaseerd op een openstaand bedrag dat resteerde na eerdere betalingen door de gedaagde. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 juni 2018 heeft DUO haar vordering nader toegelicht en de gedaagde heeft deze niet betwist. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de vordering in conventie voor toewijzing gereed ligt, terwijl de vordering in reconventie is afgewezen. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van DUO, die zijn begroot op NAf 250,= aan gemachtigdensalaris en NAf 489,47 aan verschotten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat DUO het bedrag kan vorderen voordat de gedaagde in hoger beroep gaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Afdeling civiel
Zaaknummer: CUR201701419
Vonnis d.d. 9 juli 2018
inzake:
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP,
DIENST UITVOERING ONDERWIJS (DUO),
zetelend in Nederland,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. M.W.A. van der Gulik,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te Curaçao,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna
DUOen
[gedaagde]genoemd worden.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 9 april 2018 en de daarin genoemde processtukken;
  • de voorafgaand aan de mondelinge behandeling van 11 juni 2018 door DUO per mail van 6 juni 2018 overgelegde producties;
  • de zittingsaantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 11 juni 2018;
  • de pleitaantekeningen van DUO voor de mondelinge behandeling van 11 juni 2018.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

In conventie en reconventie
2.1.
In het tussenvonnis van 9 april 2018 is een comparitie van partijen gelast ter verkrijging van nadere inlichtingen ten aanzien van de vordering van DUO in conventie en de vordering van [gedaagde] in reconventie.
2.2.
Ingevolge het tussenvonnis van 9 april 2018 heeft DUO haar vordering ter gelegenheid van de mondelinge behandeling nader toegelicht. Zo heeft zij uitgelegd dat de betaling van NAf 27.500,= betrekking heeft op de dossiernummers 629949 tot en met 11.00858 als weergegeven in de tabel onder punt 7 van de pleitaantekeningen, zijnde de aflossingsjaartermijnen van vóór 2011. DUO heeft laten weten dat de onderhavige zaak het dossier nummer 14.00583 betreft, welke toe ziet op de aflosseringstermijnen van januari 2011 tot en met december 2012. Nadat deurwaarderskantoor DKC [gedaagde] op 14 februari 2014 heeft aangemaand, heeft [gedaagde] in totaal een bedrag van € 2.126,79 betaald, welke betaling conform de imputatieregel van art. 6:44 BW in mindering is gebracht op de openstaande schuld. Hierdoor resteert er volgens DUO een bedrag van € 525,83. Op dit openstaand bedrag van € 525,83 is de betaling van [gedaagde] van 19 mei 2017 van NAf 964,99 in mindering gebracht, waardoor er een bedrag van € 31,= aan hoofdsom resteert, aldus DUO. Ter comparitie heeft DUO haar eis verminderd tot dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 20 mei 2017 tot en met de dag der algehele voldoening.
2.3.
Nu [gedaagde] deze nadere onderbouwing van de door DUO gevorderde (verminderde) hoofdsom ter comparitie niet heeft betwist, ligt dit gedeelte van de vordering in conventie voor toewijzing gereed en zal de vordering in reconventie worden afgewezen.
2.4. [
Gedaagde] zal als in de ongelijke gestelde partij in conventie en in reconventie worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van DUO. Het Gerecht zal voor het gemachtigdensalaris alleen een punt voor het verzoekschrift toekennen op basis van het op dat moment gevorderde bedrag, omdat het bedrag waarmee de vordering in mindering is gebracht pas na indiening van het verzoekschrift is betaald. Voor de overige proceshandelingen zal geen salaris worden toegekend, omdat deze onnodig waren vanwege aan DUO te wijten onduidelijkheid over de vordering.

3.De beslissing

Het Gerecht:
in conventie
3.1.
veroordeelt[gedaagde] om aan DUO te betalen een bedrag van
€ 31,=, althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands Antilliaanse gulden tegen de koers geldende op de dag van betaling, vermeerderd met wettelijke rente vanaf
20 mei 2017 tot en met de dag der algehele voldoening;
in reconventie
3.2.
wijstde vordering
af;
in conventie en reconventie
3.3.
veroordeelt[gedaagde] in de kosten van dit geding aan de zijde van DUO, tot
aan deze uitspraak begroot op NAf 250,= aan gemachtigdensalaris en NAf 489,47 aan verschotten;
3.4.
verklaartdit vonnis voor wat betreft de veroordeling onder 3.1 en 3.3 uitvoerbaar bij voorraad
.
3.5.
wijst afhet meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
9 juli 2018.
typ: ACP
coll: mbe