ECLI:NL:OGEAC:2018:89
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verklaring van rechtswege en voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft [eiser] op 21 september 2017 een aanvraag ingediend bij de Minister van Justitie voor een verklaring van rechtswege. Deze aanvraag werd op 2 maart 2018 afgewezen, wat leidde tot een beroep van [eiser] bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 19 maart 2018. Tegelijkertijd verzocht [eiser] om een voorlopige voorziening, geregistreerd onder zaaknummer CUR201800846. De zitting vond plaats op 9 april 2018, waar beide partijen hun standpunten toelichtten.
Het Gerecht oordeelde dat de Minister de aanvraag niet had mogen afwijzen op basis van het niet ontvangen van leges en retributies, aangezien [eiser] voldoende bewijs had geleverd van de betaling. Het Gerecht concludeerde dat de Minister niet had aangetoond dat de betaling niet was ontvangen en dat het uitblijven van de betaling niet voor rekening van [eiser] mocht komen. Het Gerecht vernietigde de bestreden beschikking en droeg de Minister op om een nieuwe beschikking te geven, waarbij de Minister werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [eiser].
De beslissing op het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat het beroep gegrond werd verklaard. De uitspraak werd op 16 april 2018 bekendgemaakt door rechter N.M. Martinez, in aanwezigheid van griffier S.N. Aswani. Tegen de uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.