In deze zaak heeft de Sociale Verzekeringsbank (eiseres) beroep ingesteld tegen een besluit van de verweerster, waarin een korting van 10% op de pensioenuitkering van eiseres werd toegepast en werd bepaald dat eiseres geen recht had op een kerstgratificatie. De verweerster had op 1 november 2017 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, en eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. De zitting vond plaats op 10 april 2019.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Volgens de wet bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, en deze termijn begint te lopen op de dag na de verzending van de beschikking. Eiseres heeft haar beroep pas op 22 december 2017 ingediend, terwijl de beroepstermijn op 21 december 2017 afliep. Eiseres stelde dat zij het bestreden besluit op 25 november 2017 had ontvangen, maar het Gerecht oordeelde dat dit niet relevant was voor de termijnoverschrijding.
Het Gerecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet tijdig heeft ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden verontschuldigen. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken op 17 mei 2019. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open.