ECLI:NL:OGEAC:2019:149

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
27 mei 2019
Publicatiedatum
31 juli 2019
Zaaknummer
Cur201800021
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurder van een FKP-woning dient bestuursrechtelijke weg te volgen voor koop op grond van Eilandsverordening Eigendomsverkrijging Volkswoningen

In deze zaak heeft eiseres, die een woning huurt van de FUNDASHON KAS POPULAR (FKP), een verzoekschrift ingediend met de vordering tot koop van de woning op basis van de Eilandsverordening Eigendomsverkrijging Volkswoningen. Eiseres huurt de woning sinds 2015, nadat haar echtgenoot, die de woning sinds 1973 huurde, was overleden. Eiseres stelt dat FKP onrechtmatig heeft gehandeld door haar verzoek om de woning te kopen niet voortvarend te behandelen, wat heeft geleid tot schade door betaalde huur over de jaren. De gedaagden, FKP en het Land Curaçao, hebben verweer gevoerd tegen de vordering van eiseres.

Tijdens de zitting op 23 april 2019 hebben de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiseres beroept zich op de Eilandsverordening en stelt dat de woning in 1990 is aangewezen als volkswoning. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat eiseres de bestuursrechtelijke weg moet volgen voor haar verzoek tot koop, en dat er geen bewijs is van een koopovereenkomst die door de burgerlijke rechter kan worden afgedwongen. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de kosten voor de griffier, waarvoor zij gratis admissie heeft gekregen.

Het vonnis is uitgesproken op 27 mei 2019 door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en de proceskosten zijn vastgesteld op NAf 3.750 voor het salaris van de gemachtigde van de gedaagden, met compensatie van de overige kosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
te Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. N.B. Louisa,
tegen

1.FUNDASHON KAS POPULAR (FKP),

te Curaçao,
gemachtigde: mr. H.W. Braam,
2. HET LAND CURACAO,
te Curaçao,
gemachtigde: mr. H.M. van Rossum.

1.Het procesverloop

Eiseres heeft op 4 januari 2018 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens is tot en met dupliek geconcludeerd. Ter zitting van 23 april 2019 hebben de gemachtigden van partijen de zaak bepleit. Namens eiseres zijn daarbij pleitnotities overgelegd. Vonnis is bepaald op heden.

2.Het geschil

2.1
Eiseres huurt een aan FKP in eigendom toebehorende woning aan de Kaya Nepomuceno te Curaçao. Aanvankelijk - sinds 1973 - was de echtgenoot van eiseres de huurder, maar na diens overlijden is de huurovereenkomst in 2015 op naam van eiseres gesteld. De huur bedraagt NAf 75 per maand.
2.2
In 1985 heeft de echtgenoot van eiseres een verzoek gedaan aan FKP om de woning te kopen. Bij brief van 19 september 1985 heeft FKP geantwoord dat het Bestuurscollege daarover benaderd zou worden. In 2015 heeft de gemachtigde van eiseres namen eiseres aan FKP verzocht de woning aan haar te verkopen.
2.3
Eiseres stelt zich op het standpunt dat FKP onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door het verzoek van eiseres en haar echtgenoot om de woning te kopen niet voortvarend in te willigen. Eiseres stelt daardoor schade te hebben geleden in de vorm van de over 27 jaar, althans 4 jaar, betaalde huur, zijnde NAf 24.300, althans NAf 3.600.
2.4
Eiseres vordert, zakelijk weergegeven, veroordeling van gedaagden tot nakoming van de koopovereenkomst en tot levering van de woning tegen een koopsom van NAf 4.564,80, althans NAf 1.046, althans een door het Gerecht vast te stellen koopsom, met veroordeling van gedaagden tot betaling van NAf 24.300, althans NAf 3.600, almede met veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
2.5
Gedaagden hebben verweer gevoerd.

3.De beoordeling

3.1
Eiseres doet ter onderbouwing van haar vordering tot verkoop en levering van de door haar gehuurde woning een beroep op de Eilandsverordening eigendomsverkrijging volkswoningen Curaçao, AB 1962 no. 13, zoals gewijzigd, en op het feit dat die woning in 1990 is aangewezen als volkswoning (AB 1990, no.26). Deze vordering kan niet slagen. Daargelaten dat gedaagden hebben bestreden dat door eiseres een daartoe strekkend verzoek is ingediend, afgezien van het (volgens gedaagden premature) verzoek uit 1985 en de sommatie uit 2015, geldt dat, voor zover al sprake is van een weigering van dat verzoek, eiseres de bestuursrechtelijke weg dient te volgen. Of eiseres in aanmerking komt voor koop en tegen welke condities, is aan het bestuur (thans: de Minister), waarbij voor eiseres de rechtsgang naar de bestuursrechter openstaat. Van een koopovereenkomst of van een verplichting tot verkoop die voor de burgerlijke rechter kan worden afgedwongen, is niet gebleken.
3.2
Hetgeen door eiseres is aangevoerd ter onderbouwing van haar schadevergoedingsvordering rechtvaardigt niet de conclusie dat gedaagden lang hebben gedraald, laat staan dat zij daardoor onrechtmatig jegens eiseres hebben gehandeld. Hierbij komt in het bijzonder ook betekenis toe aan het feit dat niet is gebleken van een concreet, op bedoelde verordening gestoeld verzoek aan het bestuur.
3.3
Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van eiseres moeten worden afgewezen.
3.4
Eiseres zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten, met dien verstande dat het aan gedaagden gezamenlijk toe te wijzen bedrag aan gemachtigdensalaris zal worden berekend op basis van tarief 5, drie punten en voor het overige zal worden gecompenseerd. Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan eiseres gratis admissie worden verleend.

4.Beslissing

Het Gerecht:
4.1
verleent eiseres verlof kosteloos te procederen;
4.2
wijst af het gevorderde;
4.3
veroordeelt eiseres in de kosten van het geding aan de zijde van gedaagden gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op NAf 3.750 voor salaris gemachtigde, en compenseert de proceskosten voor het overige aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.4
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2019.