ECLI:NL:OGEAC:2019:177
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Geschil over de aanvaarding van een bod op de veiling van Hotel Otrobanda en de rechtsgeldigheid van de veilingvoorwaarden
In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M.F. Murray, een kort geding aangespannen tegen GIROBANK N.V., vertegenwoordigd door mr. H.W. Braam. Het geschil betreft de veiling van Hotel Otrobanda, waarop eiser een bod heeft gedaan. Eiser had eerder contact gehad met GIROBANK over de financiering van zijn bod van NAf 11 miljoen, dat tijdens de veiling op 27 juni 2019 werd uitgebracht. Echter, na het afmijnen op NAf 12 miljoen kon eiser niet aantonen dat hij aan de financiële verplichtingen kon voldoen, wat leidde tot de schorsing van de veiling. GIROBANK besloot vervolgens om de veiling niet voort te zetten en een nieuwe veiling aan te kondigen.
Eiser heeft GIROBANK gesommeerd om zijn bod te aanvaarden, maar dit werd afgewezen. Hij heeft daarop een verzoek ingediend bij het gerecht, waarin hij vorderingen heeft gedaan die vergelijkbaar zijn met die in het kort geding. Eiser vordert onder andere dat GIROBANK het door hem uitgebrachte bod van NAf 12 miljoen aanvaardt en de aangekondigde veiling aanhoudt totdat op zijn verzoek is beslist.
Tijdens de zitting is onderzocht of GIROBANK alsnog het bod van eiser zou kunnen aanvaarden, maar GIROBANK heeft dit als onvoldoende van de hand gewezen. Het gerecht oordeelt dat de vorderingen van eiser niet ontvankelijk zijn, omdat deze geen geschillen betreffen die door de notaris moeten worden beslecht. De primaire vordering van eiser wordt afgewezen, omdat hij niet heeft voldaan aan de vereisten van de veilingvoorwaarden. Het gerecht wijst het gevorderde af en veroordeelt eiser in de proceskosten.