Uitspraak
1.STEPHEN JOHN HUNT,
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
terugbetalen. Dat kan niet als die eerdere betaling nooit heeft plaatsgevonden.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, vorderden eisers, vertegenwoordigd door Stephen John Hunt als vereffenaar van Star Telecommunications Limited, de opheffing van een conservatoir beslag dat was gelegd door de naamloze vennootschap Zahavi & Lutjens N.V. onder de First Curacao International Bank (FCIB). De eisers stelden dat het beslag onterecht was, omdat de vordering van Zahavi & Lutjens niet meer bestond na een retro-cessie die was overeengekomen. De procedure begon met een verzoekschrift op 11 juli 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 27 augustus 2019.
De feiten wezen uit dat Star Telecommunications en Zahavi & Lutjens in 2013 een cessie-overeenkomst hadden gesloten, waarbij 35% van de tegoeden van Star bij FCIB aan Zahavi & Lutjens werd gecedeerd. In 2017 werd het honorarium van Zahavi & Lutjens door de Raad van Appel vastgesteld op NAf 5.000, en in 2018 werd een retro-cessie overeengekomen, waarbij het bedrag boven dit honorarium aan Star werd terugbetaald. Het Gerecht oordeelde dat de retro-cessie de vordering van Zahavi & Lutjens op Star had doen vervallen, waardoor het beslag niet langer gerechtvaardigd was.
Het Gerecht oordeelde dat de vordering tot opheffing van het beslag moest worden toegewezen, omdat de vordering van Zahavi & Lutjens ondeugdelijk was. De rechter benadrukte dat de belangenafweging niet in de weg stond aan de opheffing van het beslag, en dat de retro-cessie de financiële verhouding tussen partijen had afgewikkeld. ZL werd veroordeeld in de proceskosten, die op NAf 1.939 werden begroot, te vermeerderen met wettelijke rente.