ECLI:NL:OGEAC:2019:268
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot aanwijzing van een noodweg en schadevergoeding in verband met afgesloten toegang tot perceel
In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door mrs. N.B. Holtrop en R.Ch. Luttikhuizen, op 16 januari 2019 een verzoekschrift ingediend tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. R.A. Diaz, met de vordering om gedaagde te bevelen te voorzien in een behoorlijke toegangsweg tot hun perceel 233, dat niet aan de openbare weg ligt. Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat eisers als eigenaren van perceel 233 kunnen worden aangemerkt. De zaak is behandeld in een comparitie van partijen op 4 september 2019.
Eisers stellen dat zij samen met tien anderen rechthebbende zijn op perceel 233, dat in het verleden toegang had via het perceel van gedaagde, maar dat deze toegang in 2007 door gedaagde is afgesloten. Eisers beroepen zich op artikel 5:57 van het Burgerlijk Wetboek, dat hen het recht geeft om een noodweg te vorderen. Gedaagde betwist echter de eigendom van eisers en stelt dat er geen erfdienstbaarheid van uitweg is gevestigd.
Het gerecht heeft geoordeeld dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij geen alternatieve uitweg hebben via andere percelen en dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld door de toegang tot perceel 233 af te sluiten. De vordering van eisers is afgewezen en zij zijn veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 25 november 2019 door mr. P.E. de Kort.