ECLI:NL:OGEAC:2019:302
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- U.I.D. Luydens
- Rechtspraak.nl
Betaling achterstallig service fee; beroep opschortingsrecht faalt
In deze zaak, die op 17 juni 2019 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een geschil tussen [eiseres], een vereniging gevestigd in Curaçao, en [gedaagde], de eigenaar van appartement B2 in Residence […]. [Gedaagde] is sinds 20 januari 2014 lid van [eiseres] en is verplicht om maandelijks een service fee van NAf 675,00 te betalen. Er is echter een achterstand ontstaan in de betaling van deze service fee, wat heeft geleid tot een rechtszaak. [Eiseres] heeft [gedaagde] meerdere keren gemaand om de achterstand te betalen, maar zonder resultaat. Uiteindelijk is er conservatoir beslag gelegd op het appartement van [gedaagde].
In conventie vordert [eiseres] betaling van de achterstallige service fee, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. [Gedaagde] voert verweer en stelt dat hij de gevorderde bedragen al heeft betaald. In reconventie vordert [gedaagde] onder andere de opheffing van het conservatoir beslag en schadevergoeding wegens het ontzeggen van toegang tot zijn appartement.
Het Gerecht oordeelt dat [gedaagde] inderdaad achterstallige service fees verschuldigd is, maar dat de vordering voor een deel is teniet gegaan door betalingen die [gedaagde] heeft gedaan. De vordering tot betaling van incassokosten wordt gematigd. De vordering in reconventie van [gedaagde] wordt afgewezen, omdat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims. Het Gerecht compenseert de proceskosten in reconventie, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.