ECLI:NL:OGEAC:2019:332
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijsopdracht in arbeidsongeschiktheidsverzekering tussen Movir N.V. en gedaagde
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een geschil tussen de vennootschap MOVIR N.V., eiseres in conventie en verweerster in reconventie, en een gedaagde die in Curaçao woont. De zaak betreft een arbeidsongeschiktheidsverzekering en is een vervolg op een eerder vonnis (ECLI:NL:OGEAC:2018:167). De eiseres, MOVIR, heeft de opdracht gekregen om bewijs te leveren van haar stelling dat de gedaagde in de periode van 1 januari 2002 tot 21 september 2005 substantieel meer heeft gewerkt dan uit de rapporten van de revalidatiearts en arbeidsdeskundige kan worden afgeleid. Dit bewijs moet worden geleverd in de vorm van getuigenverhoren, die zijn gepland op 23, 24 en 25 oktober 2019. Het gerecht heeft partijen erop gewezen dat zij uiterlijk zes weken voor de eerste zitting moeten zorgen voor de organisatie van de getuigenverhoren en dat aanvullend schriftelijk bewijs ook uiterlijk zes weken voor de verhoren moet worden ingediend. Het vonnis is op 10 juni 2019 uitgesproken door rechter Th. Veling in het openbaar.