ECLI:NL:OGEAC:2019:339
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over bewijsbeslag en kosteninventarisatie tussen meerdere vennootschappen en een deurwaarder
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, hebben de eiseressen, bestaande uit vijf vennootschappen gevestigd in Willemstad, Curaçao, een kort geding aangespannen tegen een deurwaarder en een andere vennootschap, Forensic Services Caribbean N.V. (FSC). De eiseressen vorderden onder andere de afgifte van beslagen bescheiden en een inventarisatie van de kosten die FSC en de deurwaarder hadden gemaakt in verband met het bewijsbeslag dat door BNP Paribas Jersey Trust Corporation Limited was gelegd. De procedure begon met een verzoekschrift van de eiseressen op 8 april 2019, waarna verschillende e-mails en producties zijn uitgewisseld tussen de partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 juni 2019 werd het verzoek tot voeging van BNP afgewezen, maar BNP mocht wel ondersteuning bieden aan de gedaagde partij. Het Gerecht oordeelde dat de eiseressen geen belang meer hadden bij hun vordering in kort geding, omdat de benodigde correspondentie al was verstrekt. Het Gerecht wees de vordering van de eiseressen af en veroordeelde hen tot betaling van de kosten aan de zijde van de gedaagde partij. In reconventie werd de deurwaarder veroordeeld tot betaling van zijn factuur, omdat de eiseressen niet hadden meegewerkt aan het filteringsproces dat door het Gerecht was opgedragen. Het vonnis werd uitgesproken op 1 juli 2019.