In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vorderde de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) betaling van een bedrag van NAf 39.105,58 van de gedaagde, die studiefinanciering had ontvangen maar niet aan haar aflossingsverplichtingen had voldaan. De gedaagde had in 1999 studiefinanciering aangevraagd, maar haar studie niet binnen de diplomatermijn afgerond, waardoor haar prestatiebeurs en OV-vergoeding in een lening waren omgezet. DUO stelde dat de gedaagde vanaf 1 januari 2009 moest aflossen, maar dat zij geen enkele betaling had gedaan. De gedaagde voerde als verweer aan dat DUO geen rechtspersoonlijkheid bezat en dat de vordering was verjaard.
Het Gerecht oordeelde dat DUO wel degelijk rechtspersoonlijkheid heeft, aangezien het onder de Staat der Nederlanden valt, die rechtspersoonlijkheid bezit. De stelling van de gedaagde werd verworpen. Wat betreft het verjaringsverweer stelde het Gerecht vast dat DUO voldoende aanmaningen had gestuurd naar het juiste adres van de gedaagde, waardoor de verjaring niet was ingetreden. Het Gerecht wees de vordering van DUO toe, inclusief de gevorderde rente en incassokosten, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 29 april 2019.