ECLI:NL:OGEAC:2019:352

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 september 2019
Publicatiedatum
20 mei 2020
Zaaknummer
CUR201702569
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van verzekeraar voor schade na auto-ongeval met beroep op overmacht

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, gaat het om een letselschadeclaim naar aanleiding van een auto-ongeval dat plaatsvond op 16 juni 2016. Eiseres, wonende in Nederland, heeft de naamloze vennootschap Aska Schadeverzekering N.V. aangeklaagd voor schadevergoeding. Eiseres stelt dat de bestuurder van de pick-up, die door Aska verzekerd was, het ongeval heeft veroorzaakt door zijn voertuig niet tijdig tot stilstand te brengen. Aska heeft zich verweerd door te stellen dat het ongeval te wijten was aan overmacht, namelijk dat een onbekende derde auto de pick-up had aangereden, waardoor deze tegen de stilstaande auto van eiseres botste.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verklaring van de getuige, die de bestuurder van de pick-up was, onvoldoende bewijs biedt voor de stelling van Aska dat er sprake was van overmacht. De getuige kon de derde auto niet waarnemen en zijn verklaring werd niet ondersteund door andere getuigen of objectieve gegevens. Het Gerecht concludeert dat de bestuurder van de pick-up onzorgvuldig heeft gehandeld, wat leidt tot aansprakelijkheid van Aska voor de schade van eiseres.

Het vonnis, uitgesproken op 23 september 2019, verklaart Aska aansprakelijk voor alle schade die eiseres heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het ongeval. Daarnaast wordt Aska veroordeeld tot vergoeding van de materiële en immateriële schade, op te maken bij staat, en in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op NAf 5.144,05. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in Nederland,
eiseres,
gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols,
tegen
de naamloze vennootschap
ASKA SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Aska genoemd worden.

1.1. Het verdere procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 februari 2019;
- de enquête d.d. 3 juni 2019;
- de e-mail zijdens Aska d.d. 18 juni 2019;
- de e-mail zijdens [eiseres] d.d. 18 juni 2019;
- de akte na enquête zijdens Aska d.d. 8 juli 2019;
- de conclusie na enquête zijdens [eiseres] d.d. 8 juli 2019.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 9 juli 2018 heeft het Gerecht Aska bewijs opgedragen van haar stelling dat het ongeval is te wijten aan overmacht zijdens de pick-up. Aska heeft verzocht bewijs te leveren middels het horen van getuigen. In dat kader is getuige [getuige 1], de bestuurder van de pick-up, gehoord. [eiseres] heeft afgezien van contra-enquête.
2.2.
Aska stelt dat uit de verklaring van [getuige 1] kan worden afgeleid dat er eerst een auto tegen hem is gebotst waardoor hij tegen zijn voorganger, [eiseres], is gebotst. [eiseres] heeft onder verwijzing naar de verklaring van [getuige 1] de gestelde toedracht betwist, nu [getuige 1] de derde automobilist zelf niet heeft waargenomen.
2.3.
Naar het oordeel van het Gerecht biedt de verklaring van [getuige 1], in het licht van alle omstandigheden van het geval, onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat het ongeval met [eiseres] is ontstaan doordat een onbekend gebleven derde tegen de pick-up is aangereden en waardoor deze vervolgens tegen de stilstaande auto van [eiseres] is aangereden. Ondanks dat [getuige 1] verklaart dat er een auto vanuit de uitrit van Mc Donalds onverwachts tegen zijn linkerzijde aanreed, heeft hij die auto niet zelf waargenomen, noch vanuit de uitrit van Mc Donalds zien komen. [getuige 1] verklaart van omstanders te hebben gehoord dat hij zou zijn aangereden door een goudkleurige Hyundai. Deze verklaring is niet door derden bevestigd. Voorts heeft getuige [naam 1] het in haar schriftelijke verklaring over een witte Hyundai Sonata, terwijl zij het ongeval zelf niet heeft waargenomen. Voorts strookt de verklaring niet met objectieve informatie uit het dossier. Uit rapport van Forensys volgt dat de pick-up een remspoor had van 9.7 meter. Desondanks verklaart [getuige 1] niet meer te weten of hij op enig moment is gaan remmen. Een remspoor van die lengte strookt ook niet met het door [getuige 1] geschetste scenario namelijk dat hij tegen [eiseres] is aangereden nadat hij onverwachts, door een derde die hij niet had waargenomen en die afkomstig was uit een uitrit, linksachter werd aangereden, wetende dat zijn voorganger stilstond om linksaf te slaan en waarvoor hij al vaart had moeten verminderen. Voorts volgt uit het dossier dat de pick-up door de kracht van de botsing met [eiseres] is gekanteld. Een dergelijke kracht kan niet zonder meer, althans niet zonder nadere onderbouwing, enkel zijn terug te voeren op een derde die probeert linksaf te slaan uit een uitrit die bedoeld is om rechtsaf te slaan. Tenslotte is er door Forensys geen schade vastgesteld aan de linkerkant van de pick-up, terwijl [getuige 1] verklaart aan de linkerzijde te zijn aangereden door de derde.
2.4.
Aldus is niet komen vast te staan dat de pick-up door een onbekend gebleven derde is aangereden waardoor deze vervolgens tegen de stilstaande auto van [eiseres] is aangereden. Daarmee is de gestelde overmacht onvoldoende onderbouwd, zodat dit verweer wordt verworpen.
2.5.
Tegen de stelling van [eiseres] dat de bestuurder van de pick-up het verkeersongeval heeft veroorzaakt door zijn voertuig niet tijdig tot stilstand te brengen (artikel 45 lid 1 Wegenverkeersverordening Curaçao 2000), is verder door Aska geen verweer gevoerd. Deze stelling van [eiseres] vindt voldoende steun in het dossier, waaronder in het gegeven dat [eiseres] in stilstand van achteren is aangereden en daarbij 14 meter vooruit is verplaatst, het aangetroffen remspoor van de pick-up van 9.7 meter, de kanteling van de pick-up en de schriftelijke verklaring van [naam 2], waaruit volgt dat hij heeft gezien dat de pick-up volop inreed op de stilstaande auto van [eiseres] en daarbij loskwam van de grond en op de zijkant kantelde.
2.6.
Uit het voorgaande volgt dat de verzekerde van Aska onzorgvuldig en jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld. Dat leidt ertoe dat de gevraagde verklaring voor recht kan worden toegewezen. Voldoende is gebleken dat [eiseres] zich als gevolg van het ongeval onder medische behandeling heeft gesteld. De mogelijkheid van schade is aannemelijk. Dit zou anders zijn indien [eiseres], zoals Aska klaarblijkelijk beoogt op te werpen, niet aannemelijk zou hebben gemaakt dat zij als gevolg van het door de bestuurder van de pick-up veroorzaakte ongeval mogelijk schade heeft geleden. Dergelijk ontbreken van causaal verband kan thans echter niet worden vastgesteld. Het verweer gaat niet op.
2.7.
Uit het voorgaande volgt dat de gevorderde verwijzing naar een schadestaatprocedure toewijsbaar is. De beslissing over de verschuldigdheid van rente zal echter worden overgelaten aan de rechter die over de schadestaat zal hebben te oordelen. Deze beslissing is te zeer met de afzonderlijke schadeposten verweven om daarover op voorhand reeds een uitspraak te doen.
2.8.
Aska zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- griffierecht NAf 450,-
- explootkosten NAf 319,05
- salaris advocaat NAf 4.375,- (3,5 punten × tarief NAf 1.250,-)
Totaal NAf 5.144,05

3.De beslissing

Het Gerecht:

3.1.
verklaart voor recht dat Aska aansprakelijk is voor alle schade die [eiseres] ten gevolge van het ongeval d.d. 16 juni 2016 heeft geleden en nog zal lijden;
3.2.
veroordeelt Aska tot vergoeding aan [eiseres] van de materiële en immateriële schade als gevolg van het ongeval d.d. 16 juni 2016, op te maken bij staat,
3.3.
veroordeelt Aska in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op NAf 5.144,05,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 september 2019.