Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
3.De beoordeling
NAf 4.500,00 +
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft Selikor N.V. een vordering ingesteld tegen Cratz N.V. wegens het niet nakomen van een overeenkomst die betrekking had op het incasseren van openstaande facturen. Het inleidend verzoekschrift werd op 3 november 2017 ingediend, waarna Cratz op 22 januari 2018 haar conclusie van antwoord indiende. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 maart 2018, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren. Tijdens de comparitie werd hen de gelegenheid geboden om gezamenlijk de hoogte van het verschuldigde bedrag vast te stellen. Op 11 februari 2019 meldde Selikor dat partijen tot een vergelijk waren gekomen en dat de vordering was verminderd.
Selikor vorderde bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad een bedrag van NAf 65.129,78, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Selikor stelde dat Cratz haar verplichtingen uit de overeenkomst niet was nagekomen, ondanks herhaalde aanmaningen. Cratz heeft geen verweer gevoerd tegen de verminderde vordering.
Het Gerecht oordeelde dat de verminderde vordering toewijsbaar was, aangezien deze niet was weersproken. Wel werd het bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten aangepast conform het Procesreglement 2018. Cratz werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Selikor tot op heden waren begroot op NAf 5.504,50. Het vonnis werd uitgesproken door rechter S.M. Christiaan op 2 september 2019.