[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1991 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], adres [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2020. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. R.S.M. Moenir Alam, advocaat in Curaçao.
De benadeelde partij [benadeelde] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. C.H. Hato-Willems, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder de feiten 1 impliciet subsidiair (medeplegen doodslag) en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft zij gevorderd de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft vrijspraak van feit 1 bepleit en ten aanzien van feit 2 verzocht om “ontslag van alle rechtsgevolgen” dan wel strafvermindering.
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
Feit 1
dat hij op of omstreeks 22 juni 2019, althans in of omstreeks de maand juni 2019 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en -al dan niet - met voorbedachten rade,
van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet en -al dan niet- na kalm beraad en rustig overleg, met (een) vuurwapen(s) een of meerdere (gerichte) schoten gelost op en/of in de richting van (het lichaam van) die [slachtoffer], tengevolge waarvan die [slachtoffer] meerdere verwondingen heeft opgelopen en die [slachtoffer] aan die verwondingen is overleden.
(artikel 2:262/259 Wetboek van Strafrecht)
Feit 2:
dat hij op of omstreeks 22 juni 2019, althans in of omstreeks de maand juni2019 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad;
(artikel 3 jo 11 van de Vuurwapenverordening 1930)
Vrijspraak van feit 1 impliciet primair
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is het Gerecht van oordeel dat geen bewijsmiddelen voorhanden zijn waaruit blijkt dat gehandeld is met voorbedachte raad. Het Gerecht zal de verdachte dan ook zonder nadere motivering vrijspreken van het onder feit 1 impliciet primair ten laste gelegde.
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 impliciet subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
Feit 1 impliciet subsidiair
dat hij op
of omstreeks22 juni 2019,
althans in of omstreeks de maand juni 2019te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,opzettelijk
en -al dan niet - met voorbedachten rade,
van het leven heeft beroofd, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader
(s)met dat opzet
en -al dan niet- na kalm beraad en rustig overleg, met
(een
)vuurwapen
(s) een ofmeerdere (gerichte) schoten gelost op en in de richting van (het lichaam van) die [slachtoffer], tengevolge waarvan die [slachtoffer] meerdere verwondingen heeft opgelopen en die [slachtoffer] aan die verwondingen is overleden;
Feit 2:
dat hij op
of omstreeks22 juni 2019,
althans in of omstreeks de maand juni 2019te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,een
of meerderevuurwapen
(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, en
/ofmunitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad
.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e Sv betreft, telkens slechts wordt gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.
1. Een proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 10 december 2019, opgemaakt door [hoofdagent 1], hoofdagent en senior forensisch rechercheur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2], inspecteurs en forensisch specialisten bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van genoemde verbalisanten:
Op 22 juni 2019 omstreeks 00:43 uur hebben wij een forensisch onderzoek ingesteld naar aanleiding van een schietpartij waarbij een persoon in zorgwekkende toestand naar de polikliniek is getransporteerd. Bij aankomst op de [naam weg 1] werden wij te woord gestaan door brigadiers [brigadier 1] en [brigadier 2]. Van hen vernamen wij dat zij bij aankomst een wit gelakte Kia Rio zagen gekentekend [kentekennummer] op de parkeerplaats van [naam zaak], dat de auto verschillende kogelperforaties had en dat in de auto een man lag met zijn buik op de handrem en zijn benen onder het stuurwiel en dat het slachtoffer omstreeks 01:29 uur vervoerd werd naar het ziekenhuis.
Op plaats delict 1, de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2], werden 8 hulzen kaliber 9 mm met markeringsborden 1 t/m 7 aangetroffen. Op plaats delict 2, [naam zaak], waar de wit gelakte Kia Rio tot stilstaan kwam ten oosten van de linkergevel. In de linkergevel van [naam zaak] zaten vier kogelinslagen.
Op plaats delict 3, ten oosten van [naam zaak], bij een alleenstaande van beton blokken opgetrokken constructie, werden 7 hulzen van het kaliber 9 mm met markeringsborden 9 t/m 13 aangetroffen.
Conclusie:
- Een schietpartij heeft plaatsgevonden op de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2];
- Vanaf de alleenstaande van beton blokken opgetrokken constructie zijn schoten gelost op de linkerzijde van de stilstaande auto;
- Tijdens de schietpartij is tenminste een vuurwapen gebezigd, te weten een pistool kaliber 9 mm;
- De schutters hebben tenminste 15 schoten afgevuurd.
2. Een proces-verbaal van forensisch onderzoek op een personenauto d.d. 3 januari 2020, opgemaakt door [inspecteur 1], inspecteur en forensisch specialist van het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant:
In verband met het schietincident op de [naam weg 1] werd door mij een onderzoek verricht op de personenauto Kia Rio voorzien van kenteken [kentekennummer].
Kogelbeschadiging
Gedeformeerde kogel in linker buitenspiegel, gemarkeerd met nummer 1;
Inschot linker achterportier, gemarkeerd met nummer 2;
Inschot linker achterportier, gemarkeerd met nummer 3;
Inschotbeschadiging kofferbak, gemarkeerd met nummer 4;
Inschotbeschadiging D-stijl, gemarkeerd met nummer 5;
Schotbeschadigingen rechterflank, uitschot gemarkeerd met nummers 2 en 6, inschot gemarkeerd met nummers 7 en 8 (inschot rechter voordeur).
3. Een proces-verbaal van lijkherkenning van [slachtoffer]d.d. 22 juni 2019, opgemaakt door [hoofdagent 2] en [inspecteur 3], respectievelijk hoofdagent en inspecteur bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van genoemde verbalisanten:
Op 22 juni 2019 omstreeks 00:42 uur ontving de centrale meldkamer van politie een telefonische melding waarbij de melder aangaf dat een wit voertuig tegen de muur van bakkerij De Zon aanreed met vermoedelijk een gewonde. Bij aankomst van de eerste politiepatrouille werd een witgelakt voertuig gekentekend [kentekennummer] waargenomen met daarin een bewusteloze manspersoon die inschotwonden vertoonde. Op 22 juni 2019 om 07:30 uur kwam het slachtoffer in leven genaamd [slachtoffer]naar aanleiding van zijn opgelopen verwondingen te overlijden. De dood van het slachtoffer werd door dr. Van Putten geconstateerd.
Op 22 juni 2019 om 09:15 uur werd een lijkherkenning verricht met onder andere de moeder en een zus van voornoemd slachtoffer. [moeder slachtoffer] en [benadeelde] herkenden het aan hen getoonde lijk als dat van hun zoon en broer genaamd [slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] te Curaçao.
4. Een geschrift, te weten een autopsierapport no. S19-041 d.d. 29 juni 2019, opgesteld door dr. L. Althaus, forensisch patholoog bij het Analytisch Diagnostisch Centrum (ADC) te Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van genoemde patholoog:
Autopsy on [slachtoffer], 26 juni 2019 09:30-12:30, ADC Mortuarium, Otrobanda. During the autopsy 1 graze shot, 1 penetrating and 1 perforating gunshot could be found:
perforating gunshot on the left head with entry wound D on the left back head, perforating the left cerebral hemisphere with exit wound A on the middle upper forehead. Fatal gunshot injury.
1 penetrating gunshot of the upper leg with entry wound C and end position of the bullet inside the left upper leg.
1 graze shot of the right hip.
Cause of death: severe brain injury due to a gunshot. Manner of death: non-natural, homicide.
5. Eigen waarneming van de rechter, gedaan ter terechtzitting van 28 oktober 2020, voor zover inhoudende:
De rechter bekijkt de tot het dossier behorende videobeelden en neemt het volgende waar, voor zover van belang:
Titel onderzoek “[onderzoek naam]”, schietpartij [wijk 1], 22 juni 2019 N07003235:
De camera biedt zicht op het erf van de woning van de verdachte [medeverdachte 1] (rechts in beeld) en de naastgelegen [naam minimarket] (links in beeld) en de [naam weg 1] (boven in beeld). De kruising van de [naam weg 1] met de [naam weg 2] is links naast de Minimarket gelegen (buiten beeld).
00:35:56 - een grijskleurige personenauto komt aanrijden van links naar rechts, stopt net buiten beeld naast de witte poort die toegang geeft tot het erf van de woning van [medeverdachte 1]; één van de mannen die voor de Minimarket stond loopt richting de auto;
00:36:36 tot 00:36:43 - drie mannen stappen uit de grijskleurige auto, lopen samen met de ene man die al bij de Minimarket was naar links en gaan praten met de aanwezige mannen voor de Minimarket. Eén van drie mannen is gekleed in een bruine lange broek en een donker shirt (= [verdachte]), één man is gekleed in een roze shirt en een blauwe korte broek (= [medeverdachte 2]) en één man is gekleed in een donker shirt met korte mouwen met daarop witte banden en donkere korte broek (= [medeverdachte 3]);
00:38:01 - een Chinese man (= [medeverdachte 1]) loopt de witte poort binnen en het erf op, kort daarop gevolgd door [medeverdachte 2]; [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] praten met elkaar;
00:38:43 - [medeverdachte 2] maakt een schietbeweging met zijn rechterarm schuin richting de grond van het erf;
00:38:53 - [medeverdachte 2] verlaat al pratende met [medeverdachte 1] het erf van [medeverdachte 1];
00:39:17 - een witte personenauto (auto van het latere slachtoffer) rijdt langs over de [naam weg 1] van links naar rechts;
00:39:41 - vanaf dit tijdstip ontstaat er onrust, de aanwezige personen beginnen te rennen;
00:40:01 - [medeverdachte 2], [verdachte] en [medeverdachte 3] rennen door de poort het erf van [medeverdachte 1] op en rennen een paar seconden later weer door de poort naar buiten;
00:40:01 – de witte auto rijdt met hoge snelheid weer langs over de [naam weg 1] van rechts naar links richting de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2];
Beelden [verdachte]
00:40:09 – [verdachte] loopt vanaf rechts in beeld met een vuurwapen in zijn rechterhand, hij loopt naar links langs de Minimarket richting de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2];
Beelden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
00:40:23 [medeverdachte 1] gaat vanaf het erf de aangrenzende woning binnen, rechtsonder in beeld gaat een deur open en dicht;
00:40:29 [medeverdachte 2] loopt via de poort het erf op en loopt direct weer naar buiten;
00:40:43 [medeverdachte 2] loopt weer door de poort het erf op;
00:40:46 [medeverdachte 2] gaat vanaf het erf de woning binnen, rechtsonder in beeld gaat een deur open en dicht;
00:41:08 rechtsonder in beeld gaat een deur open en dicht en [medeverdachte 2] loopt vanuit de woning het erf op en de poort uit;
00:41:13 [medeverdachte 2] loopt vanuit de poort, blijft buiten de poort even staan, hij heeft een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn rechterhand langs zijn lichaam naar beneden gericht;
00:41:16 [medeverdachte 2] rent naar links voor de Minimarket langs richting de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2];
Beelden [verdachte] en[medeverdachte 3]
:
00:41:11 [verdachte] komt van links vanaf de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2] naar rechts weer aanlopen voor de Minimarket langs, [verdachte]treft [medeverdachte 3] voor de Minimarket, pakt iets van hem aan;
00:41:13 tot 41:16 [medeverdachte 3] heeft een vuurwapen in zijn rechterhand en laadt deze door;
00:41:17 [medeverdachte 3] schiet met het vuurwapen in de lucht;
00:41:18 de resterende mannen die bij de minimarket zaten/ aanwezig waren rijden weg in hun auto’s;
00:41:23 [verdachte] loopt terug naar links voor de Minimarket langs richting de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2];
00:41:36 [medeverdachte 3] rent van rechts naar links voor de Minimarket langs;
00:41:44 [medeverdachte 3] rent terug van links naar rechts richting zijn auto;
00:41:55-00:42:10 de auto van [medeverdachte 3] rijdt achteruit naar links in beeld voor de Minimarket langs en stopt geheel links in beeld;
00:42:12 de auto van [medeverdachte 3] rijdt weg naar rechts;
00:43:27 de witte auto van het slachtoffer komt hard aanrijden vanaf rechts naar links, remt links in beeld naast de Minimarket ter hoogte van de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2], de remlichten zijn zichtbaar;
00:44:18 [medeverdachte 2] en [verdachte]] rennen vanaf de kruising [naam weg 1] en [naam weg 2] voor de Minimarket langs van links naar rechts.
6. De verklaring die [medeverdachte 3] heeft afgelegd als getuige in de zaak van de verdachte ter terechtzitting van 10 januari 2020, voor zover inhoudende:
U vraagt mij wie op 22 juni 2019 op het [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) heeft geschoten. De verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben geschoten. De een heeft het eerste schot gelost en heeft het vuurwapen overgedragen aan de andere, die ook een schot heeft gelost. U vraagt mij van wie het vuurwapen is waarmee is geschoten. Het vuurwapen is van verdachte [medeverdachte 1]. U vraagt mij hoe alles die avond is gegaan. Ik was thuis aan het slapen, toen ik op mijn raam hoorde kloppen. Het was verdachte [verdachte] en hij was aan het huilen. Hij zei tegen mij dat [broer medeverdachte 2], de broer van verdachte [medeverdachte] eerder die avond was vermoord. Ik ben toen samen met "[bijnaam verdachte]" (= verdachte [verdachte]) in de auto gestapt. Toen wij in de auto zaten, kwam "[slachtoffer]" (= het latere slachtoffer) naar mij toe. Hij zei: "Sorry dat ik op een verkeerd moment ben gekomen", en vroeg of ik een vloeitje voor hem had. Ik zei toen nee en ben vervolgens weggereden met "[bijnaam verdachte]". We zijn naar een Chinese toko gegaan om "[bijnaam medeverdachte 2]" (= verdachte [medeverdachte 2]) op te halen.
Daarna zijn wij drieën op zoek gegaan naar de plaats waar [broer medeverdachte 2] werd
doodgeschoten. U vraagt mij of wij de plek hadden gevonden. Ja. We gingen vervolgens weg. Onderweg zagen [bijnaam verdachte] en ik dat wij achtervolgd werden door een onbekende auto. Ik stopte de auto, stapte uit en haalde een vuurwapen uit de kofferbak. Ik gaf het vuurwapen aan [bijnaam verdachte]. Daarna zijn we doorgereden naar [wijk 1]. In [wijk 1] spraken wij over wat er met [broer medeverdachte 2] was gebeurd. Opeens verscheen het slachtoffer in zijn auto. Het vuurwapen dat ik aan [bijnaam verdachte] had gegeven, richtte hij op het slachtoffer. Deze wilde echter niet afgaan.
De getuige verklaart op vragen van de officier van justitie als volgt:
Ik richtte mijn vuurwapen in de lucht. Ik ging toen naar huis. Eenmaal thuis bleef ik in de richting van de Chinese toko kijken. Ik zag de auto van het slachtoffer bij [naam zaak] staan. [bijnaam medeverdachte 2] (mede)verdachte [medeverdachte 2]) rende naar de Chinese toko. Toen ik thuis was, merkte ik dat de telefoon van verdachte [verdachte] in mijn auto was achtergebleven. Ik ging naar zijn huis om de telefoon te brengen. Op dat moment vertelde hij zijn neef [neef verdachte] over het slachtoffer en wat er was gebeurd.
De getuige verklaart op aanvullende vragen van de rechter als volgt:
U vraagt mij hoe ik weet dat verdachten [verdachte] en [medeverdachte 2] met het vuurwapen van medeverdachte [medeverdachte 1] hebben geschoten. Ik was erbij toen "[bijnaam verdachte]" aan zijn neef [neef verdachte] vertelde dat "[bijnaam medeverdachte 2]" had geschoten. U vraagt mij hoe ik weet dat het vuurwapen van verdachte [medeverdachte 1] was. Ik weet het. Ik woon in [wijk 1].
[bijnaam verdachte] kwam de volgende dag bij mij thuis en zei tegen mij om mijn auto te verkopen en mijn kleren te verbranden. [bijnaam verdachte] heeft gezegd dat verdachte [medeverdachte 2] eerst op het slachtoffer heeft geschoten, dat hij hem daarna het vuurwapen afhandig heeft gemaakt en ook op het slachtoffer heeft geschoten.
De getuige verklaart op aanvullende vragen van de officier van justitie als volgt:
U vraagt mij wat [bijnaam medeverdachte 2] tegen mij heeft verteld over het schieten. [bijnaam medeverdachte 2] heeft tegen mij gezegd dat de man zijn broer heeft doodgeschoten. U vraagt mij of het slachtoffer werd gedood omdat wij dachten dat hij de broer van medeverdachte [medeverdachte 2] had doodgeschoten. Het slachtoffer had niks te maken met de dood van de broer van verdachte [medeverdachte 2]. Een onschuldige persoon is vermoord die avond.
7. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 14 december 2019, opgemaakt door [hoofdagent 3] en [recherche assistent], hoofdagent en recherche assistent van het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 3]:
[bijnaam medeverdachte 2] en [bijnaam verdachte] hebben geschoten met een Glock daar [medeverdachte 1] over een Glock beschikte. Opmerking verbalisanten: met [medeverdachte 1] wordt de verdachte [medeverdachte 1] bedoeld. Ik moet verklaren dat [medeverdachte 1]in de gevangenis tegen mij had verteld dat [bijnaam medeverdachte 2] op de bewuste nacht bij hem was gekomen en het volgende tegen hem [medeverdachte 1] gezegd had: “nami e koi tira, nami e koi tira”: vrije vertaling verbalisant: geef mij het schiet ding, geef mij het schiet ding.
8. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 4 oktober 2019, omstreeks 12.40 uur, opgemaakt door [hoofdagent 4] en [hoofdagent 5], hoofdagenten van het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1]:
De man in het blauw gekleed die naast een kruiwagen staat op de videbeelden van 22 juni 2019 om 00:38 uur ben ik. De man in het roze kleurige shirt en blauwkleurige driekwartbroek die om 00:38 uur mijn terrein opliep en naar mij toe kwam is [bijnaam medeverdachte 2]. [bijnaam medeverdachte 2] vertelde mij dat men even tevoren zijn broer had doodgeschoten.
9. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 6 oktober 2019, omstreeks 10:55 uur, opgemaakt door [hoofdagent 4] en [hoofdagent 5], hoofdagenten van het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1]:
Op 22 juni 2019 kwam ik na twaalven thuis. Men was aan het zeggen dat er een auto was die met hoge snelheid heen en weer bleef rijden.
10. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige]d.d. 17 oktober 2019, opgemaakt door [hoofdagent 4] en [recherche assistent], hoofdagent en recherche assistent van het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige]:
Ik was op 22 juni 2019 aanwezig bij de [naam minimarkt]. Ik zat op een stoel toen er een auto merk Hyundai kwam aanrijden. In die auto zaten [medeverdachte 3], [bijnaam verdachte] en [bijnaam medeverdachte 2]. Zij waren boos omdat even tevoren een familielid van hun in [wijk 2] werd doodgeschoten. Ik zei tegen hen dat een witgelakte auto al een tijd op en neer aan het rijden was. De manier waarop de witgelakte auto reed, roekeloos en met hoge snelheid, wekte argwaan. Op een gegeven moment kwam de witgelakte auto Kia Rio weer aanrijden en kwam in de buurt van [naam minimarket] tot stilstand. Daarna reed die auto met hoge snelheid weg. Vraag: om 00:40 uur is op de camerabeelden die aan jou getoond werden te zien dat toen jij uit dekking kwam, jij langs [bijnaam verdachte] liep, terwijl [bijnaam verdachte] iets in zijn rechterhand vasthield. Ik zag dat [bijnaam verdachte] een vuurwapen in zijn rechterhand vasthield. Ik hoorde [bijnaam verdachte] zeggen dat hij zou gaan kijken wie als bestuurder van de witgelakte Kia Rio optrad.
11. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige]d.d. 21 oktober 2019, opgemaakt door [hoofdagent 4] en [hoofdagent 5], hoofdagenten van het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige]:
Op 22 juni 2019 had ik [bijnaam verdachte] met een vuurwapen gezien toen hij op een gegeven moment langs mij liep. Ik heb gezien, in mijn auto zittende, dat [bijnaam verdachte] het vuurwapen dat hij had aan [medeverdachte 3] overhandigde. Ik zag na deze overhandiging dat [medeverdachte 3] trachtte het te laden en daarna een schot in de lucht loste. Toen ik wegreed zag ik [bijnaam verdachte] in de buurt van de nis staan van de naam minimarket], naast de hoofdweg [naam weg 1]. Ik zag dat [bijnaam medeverdachte 2] de weg overstak en bij de ingang van de straat welke ik inreed ging staan. De straat waar ik inreed ligt min of meer schuin tegenover de nis waar [bijnaam verdachte] stond.
12. De verklaring die de verdachte ter terechtzitting van 28 oktober 2020 heeft afgelegd, voor zover inhoudende:
Ik word ‘[bijnaam verdachte]’ genoemd. U toont de videobeelden en houdt mij voor dat u op de videobeelden d.d. 22 juni 2019 om 00:43:27 uur een wit gelakte personenauto met hoge snelheid ziet langsrijden naar links in de richting van de kruising met de [naam weg 2] en om 00:44:18 uur twee mannen ziet wegrennen vanaf de kruising van de [naam weg 1] met de [naam weg 2], langs de [naam minimarket] naar rechts. Ik herken mezelf op deze beelden, ik ben de jongen gekleed in een bruine lange broek en een donker shirt.
Opzet
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de daders 15 maal van vrij korte afstand met een vuurwapen hebben geschoten op het slachtoffer die in zijn auto zat. De wijze waarop de schoten het slachtoffer zijn toegediend wijzen op een doelgericht schieten, dat niet anders dan bedoeld kon zijn om hem te doden. Vol opzet op de dood van het slachtoffer kan daarom bewezen worden verklaard.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 impliciet subsidiair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:259 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd: