In deze zaak vorderen eisers, een naamloze vennootschap en een particulier, schadevergoeding van het Land Curaçao na een diefstal van vuurwerk uit een opslagplaats. De diefstal vond plaats in de nacht van 18 op 19 oktober 2020, waarbij de gehele voorraad vuurwerk van eisers werd ontvreemd. Eisers hebben de gedaagde aansprakelijk gesteld en vorderen een schadevergoeding van NAf 58.850, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Gedaagde heeft de aansprakelijkheid erkend, maar de schadevergoeding afgewezen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2020 heeft de gemachtigde van eisers, mr. N.B. Louisa, het standpunt van eisers toegelicht. Gedaagde is niet verschenen, maar was op de hoogte van de zitting. Eisers hebben de schadeposten onderbouwd met bewijsstukken, waaronder inventarislijsten en facturen. De totale schade is door eisers begroot op NAf 59.747,81, maar zij handhaven hun vordering van NAf 58.850. Het gerecht heeft geoordeeld dat eisers hun vordering voldoende hebben onderbouwd, gezien het gebrek aan gemotiveerd verweer van gedaagde.
Het gerecht heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eisers. Het vonnis is uitgesproken door mr. S.M. Christiaan op 16 maart 2020.