ECLI:NL:OGEAC:2020:116

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
6 april 2020
Publicatiedatum
18 mei 2020
Zaaknummer
CUR201800068
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake verdeling nalatenschap en waarde woning met onderbouwing investeringen

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een geschil over de verdeling van een nalatenschap. De erflater, die in 2001 is overleden, had geen uiterste wil achtergelaten en was gescheiden van zijn echtgenote. De nalatenschap omvat onder andere een perceel erfpachtgrond met daarop een woning. De eiser in conventie vordert een rechterlijke machtiging voor de onderhandse verkoop van de woning en de benoeming van een onzijdig persoon voor de verdeling van de nalatenschap. De gedaagden in conventie, die ook eisers in reconventie zijn, vorderen een verklaring over de nettowaarde van de boedel en een verdeling van de nalatenschap.

Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen hun standpunten uiteengezet. Er is onduidelijkheid over de waarde van de woning, waarbij beide partijen verschillende taxatierapporten hebben ingediend. Het gerecht heeft besloten om een taxateur te benoemen om de waarde van de woning vast te stellen, maar de benoeming is uitgesteld vanwege Covid-19-beperkingen. De gedaagden in conventie zijn in de gelegenheid gesteld om hun gestelde investeringen in de woning nader te concretiseren, terwijl de eiser in conventie de investeringen betwist. Het gerecht heeft ook geoordeeld dat de eiser in conventie kosteloos mag procederen, gezien zijn financiële situatie.

De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten verder toe te lichten en de benodigde documentatie aan te leveren.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR201800069
Vonnis d.d. 6 april 2020
inzake
[Eiser in conventie],
wonende in Curaçao,
eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. G.G. van Gils,
tegen

1.[gedaagde in conventie sub 1],

wonende te Apeldoorn, Nederland,
en

2. [gedaagde in conventie sub 2],

wonende in Curaçao,
en

3. [gedaagde in conventie sub 3],

wonende in Curaçao,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie
gemachtigde: mr. A.K.E. Henriquez.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie], [gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het vonnis in het incident d.d. 3 juni 2019;
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie;
  • de brief met producties d.d. 18 september 2019 van mr. Van Gils;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitaantekeningen van mr. Van Gils;
  • de akte uitlatingen d.d. 2 december 2019;
  • de antwoordakte d.d. 17 februari 2020
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 23 september 2019 plaatsgevonden in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigde. [eiser in conventie] is verschenen samen met mr. Van Gils. [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] zijn namens gedaagden in conventie verschenen samen met mr. Henriquez. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen hun wederzijdse standpunten (nader) uiteengezet, mr. Van Gils mede aan de hand van door hem overgelegde pleitaantekeningen.
1.3.
Vonnis is (nader) bepaald op heden.

2.De feiten

2.1. [
naam erflater] (erflater) is op [overlijdensdatum] 2001 overleden. Ten tijde van zijn overlijden was erflater van tafel en bed gescheiden van [gedaagde in conventie sub 3], met wie hij eerder in algehele gemeenschap van goederen was gehuwd. Uit het huwelijk zijn drie kinderen voortgekomen, [eiser in conventie], [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie sub 2].
2.2.
Erflater heeft niet bij uiterste wil beschikt over zijn nalatenschap.
2.3.
Tot de nalatenschap behoort in ieder geval een perceel erfpachtgrond met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als [adres] te St. Rosa, Curaçao (de woning).
2.4.
De nalatenschap is nog niet verdeeld.

3.Het geschil

In conventie
primair
3.1. [
eiser in conventie] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
  • het verlenen van een rechterlijke machtiging om tot onderhandse verkoop van de woning over te gaan voor een bedrag van minimaal NAf 210.000;
  • het benoemen van een onzijdig persoon om gedaagden, voor zover zij onwillig zijn, te vertegenwoordigen bij de werkzaamheden tot verdeling van de nalatenschap;
  • het benoemen van een notaris voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap;
  • de kosten van de onzijdige persoon en de nalatenschap ten laste laten komen van de nalatenschap;
  • het verrekenen van de huuropbrengsten en de gebruikersvergoeding met hetgeen aan de deelgenoten toekomt;
  • met veroordeling van gedaagden in conventie tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van 15% van de toe te wijzen hoofdsom
  • kosten rechtens.
Subsidiair
Subsidiair vordert [eiser in conventie] in conventie het gerecht een onzijdig persoon tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van erflater.
In reconventie
3.2. [
gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] vorderen – samengevat –, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
  • voor recht te verklaren dat de nettowaarde van de boedel NAf 38.713,93 bedraagt;
  • de boedel te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie sub 2] van een bedrag van NAf 38.861,84, vermeerderd met de wettelijke rente;
  • de boedel te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie sub 3] van een bedrag van NAf 14.355,15, vermeerderd met de wettelijke rente;
  • de boedel te verdelen tussen partijen met dien verstande dat aan [gedaagde in conventie sub 3], [gedaagde in conventie sub 2], [gedaagde in conventie sub 1] en [eiser in conventie] ieder ¼ deel van de nettowaarde van de nettowaarde van de nettowaarde van de boedel toekomt, met toebedeling van de van de woning aan [gedaagde in conventie sub 2], onder de verplichting van vergoeding van ¼ deel van de nettowaarde van de boedel aan ieder van [gedaagde in conventie sub 3], [gedaagde in conventie sub 1] en [eiser in conventie], waarbij geldt dat het aandeel van [gedaagde in conventie sub 3] dient te worden vermeerderd met NAf 14.355,15;
  • [eiser in conventie] te veroordelen in de kosten van het geding in conventie en in reconventie.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Uit de stellingen die partijen hebben ingenomen en de stukken die zij in het geding hebben gebracht begrijpt het gerecht dat beide partijen wensen dat het gerecht tot de verdeling van de nalatenschap overgaat, waaronder in het bijzonder ten aanzien van de woning.
4.2.
Partijen twisten over de waarde van de woning. Beide partijen hebben zich beroepen op een ander taxatierapport dat dateert uit 2015. Beide taxatierapporten komen tot een andere getaxeerde waarde. Het is niet duidelijk waar dit verschil van getaxeerde waarde in ligt. Ter comparitie is afgesproken dat het gerecht een taxateur zal benoemen om de waarde van de woning te taxeren. Voorts is ter comparitie besproken om Brouwers Taxaties als deskundige te benoemen. Bij akte uitlatingen hebben [gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] niet meer op dat voorstel gereageerd. Zij hebben daarentegen een andere deskundige voorgesteld. [eiser in conventie] heeft aangegeven de voorkeur te geven aan de ter zitting genoemde deskundige. Nu [gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] niet expliciet bezwaar hebben gemaakt tegen de persoon van de ter zitting voorgestelde deskundige en zij hun voorstel niet hebben gemotiveerd, zal het gerecht Brouwers Taxaties als deskundige benoemen.
4.3.
De in verband met Covid-19 door de overheid opgelegde beperkingen brengt met zich mee dat er thans moeilijk contact kan worden gelegd met de deskundige en dat de deskundige zijn werkzaamheden (nog) niet kan uitvoeren. Om die reden zal het gerecht de daadwerkelijke benoeming nog aanhouden totdat de omstandigheden het toelaten. In afwachting daarvan zal het gerecht [gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] in de gelegenheid stellen de door hen gestelde investeringen in de woning nader te concretiseren. Zij stellen dat er voor een bedrag van NAf 38.861,84 in de woning is geïnvesteerd. Zij hebben daartoe een aanzienlijke hoeveelheid stukken in het geding gebracht, maar op geen enkele wijze toegelicht wat er ten aanzien van de gestelde investeringen uit die stukken volgt. Niet bekend is wat er precies in de woning is verbouwd en wanneer dat is gebeurd en welke facturen daar op zien. [eiser in conventie] heeft de gestelde investeringen betwist. Het gerecht is voornemens de taxateur ook te vragen om bij de taxatie van de woning na te gaan of de gestelde investeringen in de woning zijn terug te zien.
4.4.
Het voorgaande leidt er toe dat in afwachting van de benoeming van de deskundige [gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] in de gelegenheid worden gesteld de gepleegde investeringen te concretiseren mede aan de hand van de bijbehorende facturen. Desgewenst kan ook een voorstel worden gedaan voor de ter zake van de investeringen aan de deskundige voor te leggen vragen. [eiser in conventie] mag daar weer op reageren.
4.5.
In het licht van het voorgaande zullen partijen ieder de helft van de taxatiekosten moeten betalen.
4.6.
Het onvermogen van [eiser in conventie] om proceskosten te dragen is uit de overgelegde stukken genoegzaam gebleken. Aan [eiser in conventie] zal toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
4.7.
Het gerecht houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

Het Gerecht:
In conventie en in reconventie
5.1.
staat[eiser in conventie] toe kosteloos te procederen;
5.2.
stelt[gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3] in de gelegenheid de door hen gestelde investeringen in de woning nader te concretiseren;
5.3. [
eiser in conventie] mag daar dan bij antwoordakte op reageren;
5.4.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
25 mei 2020voor een akte aan de zijde van [gedaagde in conventie sub 1], [gedaagde in conventie sub 2] en [gedaagde in conventie sub 3];
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, en op 6 april 2020 door de rolrechter uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
.