ECLI:NL:OGEAC:2020:120

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 januari 2020
Publicatiedatum
18 mei 2020
Zaaknummer
CUR20194750
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde woning in kort geding met vordering tot betaling van huurachterstand

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft de verhuurder op 23 december 2019 een verzoekschrift ingediend in kort geding. De behandeling vond plaats op 13 januari 2020, waarbij beide partijen aanwezig waren en hun standpunten hebben toegelicht. De verhuurder vorderde de ontruiming van de woning en betaling van een huurachterstand van NAf 7.230,30, vermeerderd met rente en kosten. De huurders, die de woning huurden voor NAf 850 per maand, hebben de vorderingen van de verhuurder niet gemotiveerd weersproken. De rechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand de gevorderde ontruiming rechtvaardigt.

De rechter heeft in het vonnis bepaald dat de huurders de woning uiterlijk op 1 februari 2020 moeten verlaten en ontruimen. Tevens is de deurwaarder gemachtigd om de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien nodig. De huurders zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de achterstallige huurpenningen en de proceskosten, die in totaal zijn begroot op NAf 978,01. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.M. Christiaan en is openbaar gemaakt op 13 januari 2020.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISERES],
gevestigd in Curaçao,
eisende partij,
gemachtigde: [naam 1]
tegen
[GEDAAGDE SUB 1] en [GEDAAGDE SUB 2],
beide wonende in Curaçao,
gedaagde partij,
[gedaagde sub 1] is verschenen in persoon
Partijen worden hierna ‘verhuurder’ en ‘huurders’ genoemd.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Op 23 december 2019 heeft verhuurders een verzoekschrift in kort geding ingediend.
1.2.
De behandeling van het kort geding heeft plaatsgehad op 13 januari 2020 Beide partijen zijn verschenen en hebben het woord gevoerd.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Huurders huren van verhuurder de woning aan de [adres nr.] voor een huurprijs van thans NAf 850 per maand. De huurprijs is bij vooruitbetaling verschuldigd.
2.2.
Verhuurder heeft op de in het verzoekschrift aangevoerde gronden - samengevat - de ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurachterstand plus de tot aan de ontruiming verschuldigde termijnen gevorderd, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
2.3.
Verhuurder verklaart dat de huurachterstand berekend tot en met 1 januari 2020 NAf 7.230,30 bedraagt.
2.4.
Nadat de rechter partijen te kennen heeft gegeven in hoeverre de rechter de vorderingen en de nevenvorderingen toewijsbaar acht, verklaart verhuurder het meer of anders gevorderde in te trekken.
2.5.
Verhuurder en huurders verklaren ermee in te stemmen dat ter zitting van heden vonnis wordt gewezen.
2.6.
Huurders hebben de vorderingen van verhuurder, zoals ter zitting verminderd, niet gemotiveerd weersproken. Die vorderingen, zoals verminderd
,zijn toewijsbaar. De onweersproken huurachterstand rechtvaardigt de gevorderde ontruiming. Verhuurder zegt toe dat de borgsom van NAf 1.700 in mindering zal strekken op de huurschuld mits huurders de woning in goede staat van onderhoud achtergelaten.
2.7.
Huurders zullen als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Deze bedragen:
explootkosten NAf 528,01
griffierecht NAf 450
salaris gemachtigde NAf
nihil +
totaal: NAf 978,01.

3.Beslissing

Het Gerecht, recht doende in kort geding,
3.1.
veroordeelt huurders de woning uiterlijk op 1 februari 2020 met alle personen en zaken die zich van de kant van huurders in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van verhuurders te stellen,
3.2.
verstaat dat de deurwaarder, door wie de gedwongen ontruiming zal dienen te geschieden, op grond van de wet- en regelgeving (artikel 555 e.v. Rv) bevoegd is de sterke arm van politie en justitie in te roepen, en verleent reeds thans toestemming voor de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 557 jo. 444 lid 2 Rv,
3.3.
veroordeelt huurders hoofdelijk tot betaling aan verhuurders van NAf 7.230,30 ter zake van achterstallige huurpenningen tot en met 1 januari 2020, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 november 2019 tot de dag van algehele voldoening,
3.4.
veroordeelt huurders hoofdelijk tot betaling van de proceskosten, tot op heden begroot op NAf 978,01,
3.5.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2020.