In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, vorderde de eiser, vertegenwoordigd door mr. M.D. Bennett, betaling van beslagkosten en buitengerechtelijke kosten van de gedaagden, waaronder de naamloze vennootschap Muebleria Marchena N.V. en een tweede gedaagde. De eiser had in het verleden goederen op afbetaling verkocht aan Muebleria Marchena, die haar betalingsverplichtingen niet was nagekomen. Dit leidde tot het leggen van conservatoir beslag op de bedrijfsgoederen van Muebleria Marchena en op tegoeden bij verschillende banken. Tijdens een kort geding werd een minnelijke regeling bereikt, maar de eiser vorderde nu alsnog de kosten die hij had gemaakt in verband met het beslag.
De gedaagden voerden verweer en stelden dat de beslagkosten al in de afbetalingsregeling waren meegenomen. Het Gerecht oordeelde dat de verschuldigdheid van de hoofdsom niet door Muebleria Marchena was betwist en dat de eiser recht had op vergoeding van de beslagkosten, aangezien deze niet onrechtmatig of onnodig waren. Het Gerecht stelde vast dat de beslagkosten in totaal NAf 7.246,90 bedroegen, waarvan Muebleria Marchena NAf 2.939,23 aan de eiser moest vergoeden. Daarnaast werden de buitengerechtelijke kosten vastgesteld op NAf 3.000.
Het Gerecht veroordeelde Muebleria Marchena tot betaling van de beslagkosten en de buitengerechtelijke kosten, en ook tot vergoeding van de proceskosten van de eiser, die in totaal op NAf 6.224,82 werden begroot. De proceskosten tussen de eiser en de tweede gedaagde werden gecompenseerd. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.