In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, ging het om een geschil tussen een notarispraktijk en een gedaagde over de eigendom van een boot en een auto die tijdens een affectieve relatie waren aangeschaft. De eiser, de besloten vennootschap Notarisppraktijk [eiser sub 1] B.V. en [eiser sub 2 in conventie], vorderden betaling van schadevergoeding en teruggave van de goederen, terwijl de gedaagde, [gedaagde in conventie], in reconventie een schadevergoeding eiste. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 februari 2020, waarbij partijen hun standpunten uiteenzetten. De rechter oordeelde dat de boot en de auto op naam van de gedaagde stonden, maar dat de eiser had aangetoond dat de kosten voor de aanschaf door de notarispraktijk en de stichting waren betaald. De rechter concludeerde dat de gedaagde medewerking moest verlenen aan de overdracht van de boot aan [eiser sub 2 in conventie], maar dat er geen grond was voor de vordering tot betaling van het aankoopbedrag van de boot. De vordering tot teruggave van de auto werd afgewezen, omdat de gedaagde deze als gift had ontvangen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.