ECLI:NL:OGEAC:2020:263
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.V.L.M. Wannyn
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens detentie en vertrouwensbreuk
In deze zaak heeft Damen Shiprepair Curaçao B.V. op 14 april 2020 een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 30 december 2019 niet meer op het werk is verschenen. [verweerder] was op 6 januari 2020 aangehouden op Schiphol wegens drugssmokkel en is op 24 januari 2020 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar. Damen stelt dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is vanwege gewichtige redenen, waaronder het verlies van vertrouwen in [verweerder] en de negatieve impact van zijn veroordeling op de bedrijfsvoering.
De rechter heeft op 1 september 2020 uitspraak gedaan. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt dat de enkele omstandigheid van een gevangenisstraf niet automatisch leidt tot een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Echter, in dit geval zijn er bijkomende omstandigheden die de ontbinding rechtvaardigen. [verweerder] heeft geen contact gehouden met Damen en heeft geen duidelijkheid gegeven over zijn terugkeer naar het werk. Dit heeft geleid tot een vertrouwensbreuk, waardoor het Gerecht oordeelt dat de arbeidsovereenkomst per direct kan worden ontbonden.
De rechter heeft besloten dat er geen billijke vergoeding aan [verweerder] wordt toegekend, aangezien de reden voor de beëindiging volledig in zijn risicosfeer ligt. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.