Uitspraak
Parketnummer:500.00102/20
Vonnis van dit Gerecht
[verdachte],
Ten aanzien van het immateriële deel overweegt het Gerecht dat een matiging van de vordering op grond van redelijkheid en billijkheid op zijn plaats is. Het Gerecht zal de vordering – voor wat betreft het immateriële deel – toewijzen tot een bedrag ad Naf. 400,00.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
3 (drie) maanden;
benadeelde partij [benadeelde 1]geleden schade toe tot een bedrag van
Naf 1.000,00 (zegge: duizend gulden)vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 april 2020 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
benadeelde partij [benadeelde 3]geleden schade toe tot een bedrag van
Naf. 350,00 (zegge: driehonderdenvijftig gulden)vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 april 2020 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
Naf. 1.000,00 (zegge: duizend gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020 tot aan de dag van de voldoening;
Naf. 350,00 (zegge: driehonderdenvijftig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020 tot aan de dag van de voldoening;