ECLI:NL:OGEAC:2020:276

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 november 2020
Publicatiedatum
4 december 2020
Zaaknummer
CUR201702020 en CUR201702021
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedrog bij levering van groenten en fruit aan supermarkt met nepfacturen en schadevergoeding

In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, zijn eiseressen [EISERES sub 1] en [EISERES sub 2] betrokken bij een geschil met de supermarkten Centrum Mahaai en Centrum Piscadera. De eiseressen worden beschuldigd van bedrog door het indienen van nepfacturen voor de levering van groenten, fruit en kruiden die in werkelijkheid niet zijn geleverd. Het tussenvonnis van 3 september 2018 had reeds geoordeeld dat de supermarkten voorshands bewezen hadden dat de eiseressen onterecht betalingen hadden ontvangen voor niet geleverde goederen. De eiseressen kregen de kans om tegenbewijs te leveren, maar slaagden hier niet in. De getuigenverklaringen bevestigden dat de verhouding tussen de gefactureerde bedragen en de daadwerkelijk geleverde goederen niet klopte, wat leidde tot de conclusie dat de eiseressen onrechtmatig hebben gehandeld. In reconventie vorderde Centrum Mahaai schadevergoeding, die werd toegewezen, terwijl de vordering van de eiseressen in conventie werd afgewezen. Het vonnis bevatte ook veroordelingen tot betaling van proceskosten en schadevergoeding, op te maken bij staat, voor de supermarkten.

Uitspraak

Uitspraak : 23 november 2020
Zaaknummers : Cur 2017/02020 en Cur2017/02021
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak met nummer Cur201702020 van:

1.[EISERES sub 1],

en
2. [EISERES sub 2],
beiden wonend te Curaçao,
eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie,
gemachtigde: mr. E.A. Knoppel,
tegen
NEW CENTRUM SUPERMARKET B.V.(hierna: Centrum Mahaai),
gevestigd te Curaçao,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. H.W. Braam,
en in de zaak met nummer Cur201702021 van:

1.[EISERES sub 1],

en
2. [EISERES sub 2],
beiden wonend te Curaçao,
eiseressen,
gemachtigde: mr. E.A. Knoppel,
tegen
NEW CENTRUM SUPERMARKET (PISCADERA) B.V.(hierna: Centrum Piscadera),
gevestigd te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.W. Braam.

1.De procedure

Het verdere procesverloop blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 3 september 2018;
  • het proces-verbaal van getuigenverhoor van 13 februari 2019 (getuigen […])
  • het proces-verbaal van getuigenverhoor van 4 juni 2019 (getuigen […]);
  • het proces-verbaal van getuigenverhoor van 3 december 2019 (getuigen […]);
  • de conclusies na enquête van partijen van 26 oktober 2020.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

in de zaak met nummer Cur201702020 (Centrum Mahaai)
in conventie en in reconventie
2.1
Bij het tussenvonnis van 3 september 2018 is geoordeeld dat Centrum Mahaai voorshands hebben bewezen dat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] haar groenten, fruit en kruiden in rekening hebben gebracht die in werkelijkheid niet geleverd zijn, dat zij hierdoor schade heeft geleden, dat zij onverschuldigd betalingen heeft gedaan aan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] en dat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hierdoor ongerechtvaardigd zijn verrijkt. [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] zijn bij dat tussenvonnis in de gelegenheid worden gesteld tegenbewijs te leveren.
2.2
De voorshands aannemelijk geachte omstandigheden waarop het voorshands oordeel in het tussenvonnis was gebaseerd waren de volgende:
a. het feit dat bijna alle facturen van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] door toenmalig magazijnmedewerker [naam magazijnmedewerker] zijn getekend;
b. de verklaring van werknemer van Centrum Mahaai [naam werknemer] dat hij de tweede handtekening op de facturen zette zonder iets te controleren;
c. de omstandigheid dat [naam magazijnmedewerker] nooit een andere tekeningsbevoegde medewerker de tweede handtekening liet zetten;
d. de wanverhouding tussen de leveringen aan Centrum Mahaai (waar [naam magazijnmedewerker] met de controle belast was) en de leveringen aan Centrum Piscadera (waar [naam magazijnmedewerker] niet werkte);
e. de omstandigheid dat van de grootste kweker van het eiland, Soltuna, slechts voor NAf 15.000 per maand wordt afgenomen;
f. de onmogelijkheid dat de enorme aan Centrum Mahaai gefactureerde hoeveelheden - in 2016 en 2017 circa NAf 60.000 per maand - op de plantage van de [naam plantage-eigenaren] zouden zijn geoogst;
g. de omstandigheid dat de inkopen van andere lokale kwekers na het wegvallen van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] slechts minimaal zijn toegenomen;
h. de omstandigheid dat [naam magazijnmedewerker] heeft geprobeerd te voorkomen dat de facturen van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] zouden worden gescand in het door Centrum Mahaai ingevoerd nieuwe systeem.
2.3
In totaal zijn naast partij [eiseres sub 2] zes getuigen gehoord, te weten een van de gebroeders [naam plantage-eigenaar] (zijnde de (inmiddels ex-)partner van [eiseres sub 1], twee heren die voor de [naam plantage-eigenaren] werken en drie personen werkzaam bij Centrum Mahaai. [Naam magazijnmedewerker] is niet als getuige gehoord.
2.4 [
Eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] zijn er niet in geslaagd de voorshands bewezen geoordeelde aannames te ontkrachten. De getuigenverklaringen - die van [naam plantage-eigenaar] uitgezonderd, maar aan zijn verklaring hecht het gerecht gezien de overige bewijsmiddelen op dit punt geen geloof - bevestigen integendeel dat de verhouding van door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] aan Centrum Piscadera respectievelijk Centrum Mahaai gefactureerde bedragen - circa 1:6 - niet in de buurt komt van de verhouding van door hen aan die supermarkten geleverde goederen. Daarmee is komen vast te staan dat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] Centrum Mahaai facturen hebben laten betalen voor goederen die in werkelijkheid niet geleverd zijn. Aannemelijk is voorts geworden dat de met die fraude gemoeide bedragen de door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] in dit geding van Centrum Mahaai gevorderde bedragen ruimschoots overtreffen.
2.5
Ook indien en voor zover de facturen waarvan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] in dit geding in conventie betaling vorderen betrekking hebben op daadwerkelijk verrichte leveringen, hetgeen niet aannemelijk is geworden, kunnen [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] in redelijkheid geen aanspraak maken op die betaling. Aannemelijk is dat de tegenvordering van Centrum Mahaai terzake haar betaling op valse facturen deze vordering van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] ruimschoots overtreft. Het is dan onaanvaardbaar betaling te verlangen van goederen die (mogelijk) wél geleverd zijn.
2.6
In reconventie vordert Centrum Mahaai schadevergoeding, op te maken bij staat. Met het presenteren van valse facturen en het in ontvangst nemen van cheques ter betaling daarvan hebben [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] onrechtmatig jegens Centrum Mahaai gehandeld en zijn zij uit dien hoofde schadeplichtig. De betalingen door Centrum Mahaai op die facturen zijn bovendien als onverschuldigde betaling aan te merken. Dit rechtvaardigt de toewijzing van de reconventionele vordering van Centrum Mahaai. De omvang van de schade - volgens Centrum Mahaai over de periode van 2015 tot juli 2017 circa NAf 1,5 miljoen - zal in de schadestaatprocedure nader aan de orde kunnen komen.
2.7
Op grond van het voorgaande zal worden beslist als hierna in het dictum van dit vonnis omschreven, met veroordeling van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten.
in de zaak met nummer Cur201702021 (Centrum Piscadera)
2.8
De niet-weersproken vordering in de zaak tegen Centrum Piscadera zal worden toegewezen als hierna omschreven, wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten met toepassing van artikel 136 sub III Procesreglement Civiele Zaken. Centrum Piscadera zal daarbij als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Aan beslagkosten is geen bedrag toewijsbaar, nu niet blijkt van beslaglegging ten laste van (ook) Centrum Piscadera.

3.De beslissing

Het Gerecht:
in de zaak met nummer Cur201702020 (Centrum Mahaai)
in conventie
3.1
wijst af het gevorderde;
3.2
veroordeelt [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hoofdelijk in de kosten van het geding, aan de zijde van Centrum Mahaai begroot op NAf 6.000 voor salaris gemachtigde;
3.3
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
3.4
veroordeelt [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hoofdelijk om aan Centrum Mahaai te betalen de door haar geleden schade veroorzaakt doordat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] groenten, fruit en kruiden aan Centrum Mahaai in rekening hebben gebracht die in werkelijkheid niet zijn geleverd, op te maken bij staat en vereffenen volgens de wet;
3.5
veroordeelt [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hoofdelijk in de kosten van het geding, aan de zijde van Centrum Mahaai begroot op NAf 3.000 voor salaris gemachtigde;
3.6
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
in de zaak met nummer Cur201702021 (Centrum Piscadera)
3.7
veroordeelt Centrum Piscadera tot betaling aan [eiseres sub 1] van NAf 5.909,75 en aan [eiseres sub 2] van NAf 7.156,50 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2017 tot de dag der algehele voldoening;
3.8
veroordeelt Centrum Piscadera tot betaling aan [eiseres sub 1] van NAf 750 en aan [eiseres sub 2] van NAf 750 terzake buitengerechtelijke kosten;
3.9
veroordeelt Centrum Piscadera in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] gezamenlijk begroot op NAf 450 aan griffierecht, NAf 247,50 aan oproepingskosten en NAf 1.500 voor salaris gemachtigde;
3.1
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.11
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 november 2020.