ECLI:NL:OGEAC:2020:303

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 oktober 2020
Publicatiedatum
21 december 2020
Zaaknummer
CUR202003573
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschillen over de afwikkeling van een nalatenschap met betrekking tot aandelen in vennootschappen

In deze zaak, die op 23 oktober 2020 werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, zijn [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] betrokken bij een geschil over de afwikkeling van de nalatenschap van hun overleden vader, [naam 1]. De eisers hebben een kort geding aangespannen tegen [gedaagde sub 3], die als executeur-testamentair is aangesteld. De kern van het geschil betreft de aandelen in de vennootschap Quinault Investments N.V. en de vraag of [gedaagde sub 3] recht heeft op deze aandelen op basis van eerdere overeenkomsten, waaronder de dadingsovereenkomst van 2009 en de vaststellingsovereenkomst van 2013.

De eisers stellen dat de aandelen nooit aan [gedaagde sub 3] zijn toebedeeld en dat hij onrechtmatig handelt door zich als enig aandeelhouder op te stellen. [gedaagde sub 3] daarentegen beweert dat hij op grond van de dadingsovereenkomst de gehele nalatenschap, inclusief de aandelen, heeft verkregen. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat [gedaagde sub 3] recht heeft op de aandelen en dat hij onrechtmatig handelt door handelingen te verrichten namens Quinault.

De rechtbank heeft [gedaagde sub 3] verboden om nog enige handeling te verrichten die gebaseerd is op de veronderstelling dat hij gerechtigd is tot de aandelen en heeft hem opgedragen zijn advocaten te instrueren om alle handelingen namens Quinault te staken. Tevens is [gedaagde sub 3] veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202003573
Vonnis in kort geding d.d. 23 oktober 2020
inzake

1.[eiseres sub 1],

wonende te Londen, Verenigd Koninkrijk,
2. [eiseres sub 2],
wonende te Snekkersten, Denemarken,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
gemachtigden: mrs. C. de Bres en J. Eichhorn,
tegen

1.de besloten vennootschap DUTCH CARIBBEAN TRUST B.V.,

gevestigd te Curaçao,
gemachtigde: mr. R.B. van Hees,
gedaagde,

2. de openbare vennootschap VANEPS KUNNEMAN VANDOORNE,

gevestigd te Curaçao,
gemachtigde: mr. R.B. van Hees,
gedaagde,

3. [gedaagde sub 3],

wonende te Stovring, Denemarken,
gemachtigde: mr. R.F. van den Heuvel,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie.
Partijen zullen hierna [eiseres sub 1], [eiseres sub 2], Ducat, EKVD en [gedaagde sub 3] worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1. [
eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben op 4 september 2020 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 9 oktober 2020 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij voornoemde gemachtigden (mr. De Bres middels video-verbinding) zijn verschenen en het woord hebben gevoerd. [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben de zitting bijgewoond middels video-verbinding, evenals een aantal (Nederlandse en Belgische) advocaten van partijen.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1. [
eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] zijn de kinderen uit het eerste huwelijk van wijlen de heer [naam 1] (hierna: naam 1). [naam 4] (hierna: [naam 4]) en [naam 5] (hierna: [naam 5]) zijn de kinderen van [wijlen de heer naam 1] uit zijn tweede huwelijk. [naam 1] is op [overlijdensdatum] 1999 overleden. Na het overlijden van [naam 1] werd [gedaagde sub 3] enig executeur-testamentair.
2.2. [
naam 1] stond aan het hoofd van het Bruynzeel-concern en was actief als reder. Hij heeft in 1993 een aantal bestaande ondernemingen bijeengebracht in een conglomeraat onder de naam Bruynzeel Beheer B.V. De naam van deze vennootschap is later gewijzigd in Smits Holding B.V. [gedaagde sub 3] was (al voor 1999) betrokken bij het bestuur van de vennootschappen.
2.3.
De aandelen van Smits Holding B.V. zijn in handen van een Nederlandse stichting, Stichting Administratiekantoor Smits Holding B.V. (hierna: de STAK). De Curaçaose vennootschap Bladi International N.V. (hierna: Bladi) houdt alle door de STAK uitgegeven certificaten van aandelen Smits Holding B.V. De aandelen Bladi worden -steeds voor een derde deel- gehouden door [gedaagde sub 3] (via Anstalt Luckey Establishment), [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] (via Anstalt IDIK Establishment). Eerder (tot 2009) hielden ook [naam 4] en [naam 5] aandelen in Bladi.
2.4.
Na het overlijden van [naam 1] is onderhandeld over de verdeling van de erfenis. Dit heeft in 2009 geresulteerd in een dadingsovereenkomst (hierna: de SA 2009). De overeenkomst is gesloten tussen [eiseres sub 1] (sub 1), [eiseres sub 2] (sub 2), [gedaagde sub 3] (sub 3), [naam 4] (sub 4), [naam 5] (sub 5), en de ex-echtgenote van [naam 1], mevrouw [naam 6] (sub 6). [gedaagde sub 3] heeft daarin gehandeld als gevolmachtigde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] en heeft de overeenkomst namens hen ondertekend. In deze overeenkomst staat onder meer:
Artikel 3 – voorwerp en voorwaarden van de overeenkomst
(…)
a. vermogensrechten jegens de vennootschap Bladi
ondergetekenden sub 4 en 5 dragen op heden alle vermogensrechten -die rechtstreeks en/of onrechtstreeks in hun handen zijn- met betrekking tot de vennootschap Bladi (aandelen, dividendrechten, vorderingen etc.) en met betrekking tot vennootschappen die rechtstreeks en/of onrechtstreeks afhangen van Bladi, in volle eigendom en vrij en onbelast over aan (…) ondergetekende sub 3, voor het geheel in volle eigendom.
De voorwaarden van deze overdracht zijn opgenomen in bijlage 4 welke integraal deel uitmaakt van deze overeenkomst. Deze bijlage zal (…) tevens gelden als leveringsovereenkomst van de aandelen van de vennootschap Bladi. (…)
(…)
d. Nalatenschap van wijlen de heer [naam 1] sr
Onverminderd hetgeen werd overeengekomen in de punten a tem c, komen ondergetekenden overeen dat de gehele (roerende) nalatenschap zal worden toebedeeld aan de ondergetekende sub 3, met dien verstande dat ondergetekenden over en weer geen inbreng of inkorting van gedane schenkingen meer zullen vragen noch dat sprake zal zijn van enige andere opleg dan deze voorzien door de Dadingsovereenkomst.
In artikel 8 van SA 2009 staat vermeld dat partijen eventuele geschillen bij wijze van arbitrage laten beslechten door drie arbiters.
2.5.
In 2009 werd [gedaagde sub 3] als bestuurder in Smits Holding B.V. opgevolgd door mr. [naam 7] (hierna: [naam 7]). In 2011 werd [naam 7] tevens bestuurder van de STAK.
2.6.
In oktober 2011 is een mediationtraject gestart tussen [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3]. Dit heeft geleid tot een vaststellingsovereenkomst, getekend op 22 mei 2013 (hierna: de SA 2013).
In de SA 2013 staat onder meer vermeld:
(…)
II.
On 16 June 2009, a settlement agreement was entered into between the Parties, [naam 5], and [naam 4] en [naam 6] (…)
III.
After entering into the aforementioned settlement agreement the Settling Parties established that their own individual asset relations were not laid down in writing and not definitively organized. (…)
Article 4: Property rights Bladi
MWS [[gedaagde sub 3],
toevoeging gerecht] confirms that since the Settlement Agreement of 2009 up until today he held 2,400 [two thousand four hundred] Bladi shares of [naam 5] and [naam 4] as a nominee. The Settling Parties shall procure that (i) these shares will be repurchased by Bladi and subsequently cancelled and (ii) the purchase price for these shares will be equal to the balance of the Bladi Loans granted by Bladi to LUCKEY, IDIK and MMS. (…)
Article 7: Debts of the estate – Quinault- Debt MWS with regard to Villa Voshol = Debt Oy-Nut -Miscellaneous
(…)
2. Quinault
Settling Parties confirm that all Quinault shares (and all property rights attached to Quinault) pertain in full ownership to the person(s) identified by Mr [naam 8].
Settling Parties confirm that the assets of Quinault are (i) a non-interest bearing claim against Bladi and (ii) a non-interest bearing claim against the estate of Mr. [naam 1] Sr.
Settling Parties agree that these two assets of Quinault are hereby determined in aggregate at the fixed total amount of EUR 12,000,000 [twelve million].
(…)
MWS shall procure that Quinault by co-signing this Agreement confirms to the other Settling Parties that it has no further claims against the Group, the estate of [naam1] Sr. and/or the Parties other than the amount of EUR 12,000,000 mentioned above. (…)
Article 9: Formal confirmation of settlement agreement [naam 5] and [naam 4]
MWS declares that in the aforementioned partial liquidation-distribution and the Settlement Agreement entered into with [naam 4] and [naam 5] in 2009, he acted for himself personally as well as in the capacity of representative for [[eiseres sub 2],
toevoeging gerecht] and [[eiseres sub 1],
toevoeging gerecht], executor and estate settler of the estate and assets and debts of their father
[naam 1] Sr.
The other Settling Parties grant explicit and unconditional discharge tot MWS for all actions and acts having legal effect in the scope of the Settlement Agreement of 2009, effected by MWS personally and in all possible functions and capacities, including as a representative of MMS and KDS, as the executor and estate settler of the estate and assets and debts of their father [naam 1] Sr.
The other Settling Parties confirm that no further claims exist by the Group against MWS upon signing of this Settlement Agreement.
2.7.
Tussen [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] enerzijds en [gedaagde sub 3] anderzijds zijn geschillen ontstaan over de uitvoering van de SA 2013. [gedaagde sub 3] is een arbitrageprocedure gestart tegen [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2]. In deze procedure hebben [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] tegenvorderingen ingediend, stellende dat [gedaagde sub 3] hen had bedrogen bij het sluiten van de SA 2013. Op 26 oktober 2017 is uitspraak gedaan door Cepani, het Belgisch centrum voor arbitrage en mediatie.
In onderdeel 7.4 staat onder meer:
The 2009 SA essentially provided, amongst others, for the children out of
Mr.[naam 1] sr.’s second marriage and his second wife to be bought out of the inheritance, leaving only the underlaying relationship amongst the children out of Mr. [naam 1] sr.’s first marriage to be further settled.
In onderdeel 8.50 staat onder meer:
On the basis of the facts described above the Tribunal comes to the conclusion that Claimant’s intentionally and knowingly misrepresents the status of Mr. [naam 1] sr.’s estate to the Respondents by false or at least misleading allegations or by concealment of facts that should have been disclosed tot Respondents.
In onderdeel 8.56 is onder meer opgenomen:
The Tribunal will not consider other allegations of fraud advanced by Respondents i.a. the allegation that the assets and debts were incorrectly listed in the EAL [estate asset list,
toevoeging gerecht], that some of the assets belonging to the estate of Mr. [naam 1] sr. (Quinault) were not listed at all or that [gedaagde sub 3] fraudulently extracted sums out of Smits Holding, Norak and Norak N.V. and other companies without Respondents’ knowledge. Had the Respondents been aware of the misrepresentations mentioned above (…), they would never have accepted the contents of the 2013 SA or at least not certain parts of it. Therefore the Tribunal is of the opinion that it would be futile to examine also other alleged fraudulent acts.
Vervolgens is de overeenkomst 2013 gedeeltelijk vernietigd. In overweging 8.99 van de uitspraak is geoordeeld dat artikel 7 van de SA 2013 moet worden vernietigd wegens bedrog.
2.8.
Op 28 april 2020 is op verzoek van [gedaagde sub 3] (requirant) aan Quinault een exploot betekend. Daarin staat onder meer:
(…)
BETEKEND
De titel voor en de aktes van overdracht van aandelen in Quinault Investments N.V. door de hieronder bedoelde partijen aan mijn requirant, zijnde:
a) de dadingsovereenkomst gedateerd 16 juni 2009 (…) op grond waarvan de in die overeenkomst genoemde ondergetekenden (…) met partij 3, requirant, de aandelen in Quinault Investments N.V. als onderdeel van de “gehele (roerende) nalatenschap” hebben toebedeeld aan de genoemde ondergetekende 3, requirant, (…)
b) de verklaring gedateerd 11 januari 2010 (…) inhoudende dat de overdragers [naam 4] en [naam 5] al hun eventuele activa en passiva, (…) definitief en onherroepelijk overdragen aan requirant waarmee deze verklaring geldt als akte van overdracht van de aandelen van [naam 4] en [naam 5] in Quinault Investments N.V. aan requirant.
MET AANZEGGING DAT
documenten a) en b) tezamen de titel voor en de aktes van overdracht van de aandelen in Quinault Investments N.V. door de betrokken partijen aan requirant vormen en dat door betekening van documenten a) en b) wordt voldaan aan de formele vereisten die in artikel 2:110 lid 2 BW zijn gesteld aan (voltooiing van) de levering van deze aandelen aan requirant; (…)
2.9. [
gedaagde sub 3] heeft Ducat benoemd tot bestuurder van Quinault.
2.10.
Op 11 augustus 2020 is (onder meer) namens Quinault een sommatie gestuurd aan Bladi. Per e-mail van 12 augustus 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] als volgt gereageerd:
Mijn cliënten (…) hebben mij gevraagd hun belangen ter zake van de vennootschap Quinault Investments N.V. (Quinault) te behartigen.
Zoals u weet, vallen de aandelen in de onverdeelde nalatenschap van de vader van mijn cliënten en uw client ([gedaagde sub 3]). (…)
[gedaagde sub 3] weet heel goed dat er geen geldige titel is voor enige overdracht van de Aandelen aan hemzelf. Dat volgt duidelijk uit het arbitrale vonnis, waarmee [gedaagde sub 3] en (naar ik aanneem) u bekend zijn. Duidelijk is verder dat de Dadingsovereenkomst uit 2009 (de SA 2009) waarmee enkele andere erfgenamen zijn uitgekocht door onze cliënten, geen titel kan vormen voor enige overdracht van Aandelen door mijn cliënten aan [gedaagde sub 3]. De recente poging om de SA 2009 aan Quinault te betekenen en daarmee een overdracht van de Aandelen aan [gedaagde sub 3] te realiseren, is derhalve een bewuste onrechtmatige poging tot onttrekking van de aandelen aan de nalatenschap. (…)
De e-mail bevat voorts de sommatie dat [gedaagde sub 3] zich dient te onthouden van handelingen die gebaseerd zijn op de stelling dat hij de (meerderheid van de) aandelen zou houden, het geven van instructies aan Ducat en het verrichten van (rechts)handelingen met of ter zake van Quinault of de aandelen.
2.11.
Namens Quinault is verlof gevraagd tot het leggen van beslag ten laste van Bladi op de door de STAK uitgegeven certificaten van aandelen Smits Holding B.V. Dit verlof is op 31 augustus 2020 verleend door de voorzieningenrechter te Rotterdam. Er is door Bladi een kortgedingprocedure aanhangig gemaakt tot opheffing van het beslag. De behandeling van het kort geding is gepland op 15 oktober 2020.
2.12. [
eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben [gedaagde sub 3] ter zake van een ‘vordering tot heling’ op 4 september 2020 gedagvaard in een procedure voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen.
2.13.
Bij verzoekschrift, ingediend op 25 september 2020 bij dit gerecht, zijn namens [naam] en Quinault vorderingen ingesteld tegen Bladi.

3.Het geschil

in conventie
3.1. [
eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] vorderen -na wijziging ter zitting- bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. gedaagde sub 3] te verbieden, onmiddellijk vanaf de datum van de uitspraak, nog enige handeling te verrichten die gebaseerd is op de veronderstelling:
  • dat hij gerechtigd is tot de aandelen, althans tot meer dan 33.33% daarvan;
  • dat hij het beheer (inclusief de uitoefening van het stemrecht) over de aandelen voert namens de nalatenschap;
  • dat hij gerechtigd is het bestuur van Quinault te instrueren en/of
  • dat hij gerechtigd is namens Quinault te handelen (hetzij als gemachtigde, hetzij door EKVD of andere advocaten te instrueren namens Quinault te handelen)
alles op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van NAf 250.000 per dag of een gedeelte daarvan waarop [gedaagde sub 3] na betekening van het vonnis niet aan enig deel van dit verbod voldoet;
2. [ gedaagde sub 3] te gebieden, onmiddellijk na de uitspraak, zijn Nederlandse, Curaçaose en eventuele andere advocaten te instrueren tot (i) het staken van handelingen namens Quinault en (ii) tot het ongedaan maken van alle handelingen die zij sinds de betekening van het exploot namens Quinault hebben verricht, onder gelijktijdige verzending van een afschrift van die instructie aan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2], op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van NAf 250.000 per dag of een gedeelte van een dag waarop [gedaagde sub 3] na betekening van het vonnis niet aan enig deel van dit gebod voldoet;
3. Ducat te verbieden, onmiddellijk na de uitspraak, zich nog langer voor te doen en/of te handelen als bestuurder van Quinault, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van NAf 250.000 per dag of gedeelte van een dag waarop Ducat na betekening van het vonnis niet aan enig deel van dit verbod voldoet;
4. Ducat te gebieden schriftelijke opgave aan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] te doen van alle handelingen die zij heeft verricht in haar pretense hoedanigheid van bestuurder van Quinault en Ducat te gebieden die handelingen op eerste verzoek van eisers binnen veertien dagen na dat verzoek ongedaan te maken, alles op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van NAf 250.000 per dag of gedeelte van een dag waarop Ducat na betekening van het vonnis niet aan enig deel van dit gebod voldoet;
5. EKVD te verbieden, onmiddellijk vanaf de datum van de uitspraak, zich nog langer voor te doen en/of te handelen als advocaat van Quinault;
6. EKVD te gebieden schriftelijke opgave aan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] te doen van alle handelingen die zij heeft verricht in haar pretense hoedanigheid van advocaat van Quinault en EKVD te gebieden die handelingen op eerste verzoek van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] binnen veertien dagen ongedaan te maken;
7. [ gedaagde sub 3] te gebieden om alle benodigde medewerking te verlenen zodat een nieuw bestuur van Quinault kan worden benoemd, met dien verstande (a) dat de door de zussen [sub 1 en sub 2] voor te stellen kandidaat-bestuurder één van de volgende Curaçaose trustkantoren dient te zijn: Trustmoore, CMS of Intertrust; en (b) dat in het benoemingsbesluit wordt vermeld dat de aandeelhouders wensen dat de bestuurder, hangende de uitkomst van de Belgische helingsprocedure, met name de status quo handhaaft en uitgaat van de veronderstelling dat de aandelen nog aan [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] gezamenlijk toekomen, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van NAf 250.000 per dag of gedeelte van een dag waarop [gedaagde sub 3] na betekening van het vonnis niet aan enig deel van dit gebod voldoet;
8. Zodanige andere voorziening te treffen als het gerecht in goede justitie passend acht om een einde te maken aan het onrechtmatig handelen van gedaagden;
9. Alle gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. [
eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] leggen het volgende aan hun vorderingen ten grondslag. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de aandelen Quinault (hierna: de aandelen) tot 2009 in de nalatenschap vielen. De SA 2009 ziet niet op de overdracht van aandelen door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] aan [gedaagde sub 3]. De aandelen worden niet eens genoemd in de EAL die de nalatenschap beschrijft. Het was voor alle partijen helder dat de SA 2009 enkel zag op de afwikkeling van de nalatenschap tussen [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] enerzijds en [naam 5] en [naam 4] anderzijds. [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben, in tegenstelling tot [naam 5] en [naam 4], ook geen enkele vergoeding ontvangen en geen verklaring hoeven tekenen waarin zij verklaarden alle rechten in de nalatenschap te hebben overgedragen.
Daarnaast blijkt onder meer (ook) uit de uitspraak van Cepani (zie onder 2.7.) en uit de considerans bij de SA 2013 (zie onder 2.6.) dat in de SA 2009 geen overdracht (van onder meer de aandelen) door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] aan [gedaagde sub 3] kan worden gelezen. Ook [gedaagde sub 3] zelf ging er van uit dat pas met de SA 2013 is geregeld dat en hoe de aandelen zouden worden overgedragen. Het staat echter niet ter discussie dat de SA 2013 geen grond meer kan vormen voor overdracht van de aandelen, aangezien de afspraken die zien op de aandelen zijn vernietigd.
3.3.
Zelfs indien de SA 2009 de overdracht van de aandelen tussen [gedaagde sub 3] enerzijds en [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] anderzijds zou beogen, zou [gedaagde sub 3] daar in 2020 geen rechten aan kunnen ontlenen. Er zou dan sprake zijn geweest van
Selbsteintrittin de zin van artikel 3:68 BW, aangezien hij namens zijn volmachtgevers met zichzelf zou hebben gecontracteerd zonder tegenprestatie. Daarvoor bestaat geen toereikende volmacht, zodat geen overeenkomst tot stand is gekomen. Ook naar Belgisch recht is een uit een dergelijke wederpartijstelling voortkomende rechtshandeling nietig Afgezien daarvan was er in 2020 geen sprake meer van een afdwingbare verbintenis tot levering van de aandelen, nu deze rechtsvordering is verjaard naar zowel Nederlands als Belgisch recht. Er is dus geen sprake van een geldige titel tot overdracht van de aandelen. Door zich desondanks als enig aandeelhouder te gedragen handelt [gedaagde sub 3] onrechtmatig.
3.4. [
gedaagde sub 3], Ducat en AKVD hebben verweer gevoerd tegen de vorderingen. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5. [
gedaagde sub 3] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de zussen [sub 1 en sub 2] te veroordelen met ingang van twee dagen na betekening van het in te wijzen vonnis te goeder trouw (door) te onderhandelen en te blijven onderhandelen over de verdere verdeling van de nalatenschap, een en ander op straffe van een door elk van hen te verbeuren dwangsom van NAf 250.000 per dag of deel van een dag dat zij dat nalaten, met veroordeling in de kosten van het geding, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente met ingang van twee weken na het vonnis.
3.6. [
gedaagde sub 3] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] op grond van het arbitraal vonnis verplicht zijn met [gedaagde sub 3] te onderhandelen over de verdeling van de erfenis.
3.7. [
eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben verweer gevoerd tegen de vordering. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Gelet op de aard van het geding is het gerecht bevoegd kennis te nemen van de door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] gevorderde voorlopige voorzieningen, ook indien deze vorderingen zijn gebaseerd op de (uitleg van) de SA 2009. Dat volgt uit artikel 1020 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in verband met artikel 17J van de UNCITRAL Model Law on International Commercial Arbitration, hierna te noemen de Model Law, zoals laatstelijk vastgesteld door de United Nations Commission on International Trade Law.
4.2.
Partijen voeren inmiddels al jaren juridische procedures tegen elkaar in verschillende landen. Er zijn op dit moment bodemzaken aanhangig (gemaakt) in België en Curaçao en er loopt een kort geding procedure in Nederland. In dit kort geding staat de vraag centraal of voorshands voldoende aannemelijk is dat [gedaagde sub 3] onrechtmatig heeft gehandeld door de aandelen over te dragen aan zichzelf, een bestuurder in Quinault te benoemen en vervolgens namens Quinault handelingen te verrichten zoals het sturen van sommaties en het leggen van beslag. Als die vraag bevestigend wordt beantwoord is vervolgens aan de orde of dat ertoe leidt dat er in het kader van dit kort geding ordemaatregelen getroffen dienen te worden die [gedaagde sub 3], Ducat en/of EKVD betreffen.
4.3. [
gedaagde sub 3] stelt zich op het standpunt dat hij op grond van de SA 2009 gehele (roerende) nalatenschap, en daarmee ook de aandelen, heeft toebedeeld gekregen. Dat is volgens hem ook logisch omdat naar Belgisch recht de nalatenschap na tien jaar moet zijn vereffend. Aangezien de aandelen aan [gedaagde sub 3] zijn toebedeeld mag [gedaagde sub 3] sinds het laten verrichten van de levering van de aandelen het stemrecht uitoefenen en het bestuur benoemen. [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] stellen daar tegenover dat dit nooit de bedoeling was van de SA 2009. Deze ziet enkel op de uitkoop van [naam 5] en [naam 4], maar beoogt niet de onderlinge verdeling tussen [gedaagde sub 3] en [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] vast te stellen. [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] zijn daarom ieder voor 1/3e deel gerechtigd tot het deel van de nalatenschap dat [naam 5] en [naam 4] hebben prijsgegeven, aldus [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2].
4.4.
Tussen partijen is op zichzelf niet in geschil dat uit de tekst van de SA 2009 volgt dat de gehele (roerende) nalatenschap aan [gedaagde sub 3] is toebedeeld. Dat neemt niet weg dat zowel [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] als [gedaagde sub 3] er (steeds) vanuit zijn gegaan dat de nalatenschap nog verder moest worden verdeeld dan wel herverdeeld en dat de SA 2009 met name bedoeld is geweest om de halfzus en halfbroer van partijen uit te kopen. Tot 2020 vormde de SA 2009 voor [gedaagde sub 3] kennelijk ook geen aanleiding om de overdracht van de aandelen te realiseren. De aandelen zijn ook niet genoemd in de AEL, die onderdeel vormde van de SA 2009. De achtergrond van de levering in 2020 lijkt gelegen in het feit dat [gedaagde sub 3] het er niet mee eens is dat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2], die samen de meerderheid vertegenwoordigen in Bladi, naar zijn zeggen verkapt dividend en onzakelijke leningen krijgen en dat hij buiten informatie over de bedrijfsvoering wordt gehouden. Met de overdracht van de aandelen en het benoemen van een bestuur kan [gedaagde sub 3] de door hem gestelde vordering van Quinault op Bladi incasseren. In dat verband is beslag gelegd onder Bladi (waarover momenteel in Nederland een kort geding procedure aanhangig is), waardoor er geen (dividend) uitkeringen meer kunnen worden gedaan. Dat de SA 2009 voor [gedaagde sub 3] eerder geen (afdoende) basis vormde voor de overdracht van de aandelen, volgt ook uit het gegeven dat in de SA 2013 een nadere regeling met betrekking tot de aandelen is overeengekomen. Dat deze regeling enkel een fiscale achtergrond had, zoals ter zitting door [gedaagde sub 3] gesteld, is onvoldoende gebleken. Het moet er daarom voorshands voor worden gehouden dat alle partijen (pas) met de SA 2013 beoogden om de overdracht van de aandelen te bewerkstelligen. De regeling met betrekking tot de aandelen is echter in 2017 in arbitrage op grond van bedrog aan de zijde van [gedaagde sub 3] vernietigd. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden zijn er meerdere aanknopingspunten op grond waarvan voorshands geoordeeld wordt dat geen geldige titel bestond voor de overdracht van de aandelen en dat [gedaagde sub 3] door deze overdracht en de daarop volgende acties, onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2]. Bovendien, zelfs indien er vanuit zou worden gegaan dat de aandelen (als onderdeel van de roerende nalatenschap) in 2009 aan [gedaagde sub 3] zijn toebedeeld, is het de vraag of [gedaagde sub 3], wetende dat de verdere verdeling van de aandelen nog moest plaatsvinden, gerechtigd was om (alleen) te beslissen over de overdracht van de aandelen, mede gelet op het tijdsverloop, en de door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] gestelde (mogelijk nietige rechtshandeling wegens) wederpartijstelling.
4.5.
In dit kort geding kan niet worden aangenomen dat er een solide grond was voor de (beoogde) aandelenoverdracht eerder dit jaar. De SA 2009 en de beslissing van de arbiters pleiten daar juist tegen. Gelet daarop is een ordemaatregel in kort geding op zijn plaats. [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben daar een (spoedeisend) belang bij, nu [gedaagde sub 3] voorshands onrechtmatig handelt als (enig) aandeelhouder van de vennootschap. [gedaagde sub 3] dient zich te onthouden van handelingen die veronderstellen dat hij (enig)gerechtigde is van de aandelen en dient handelingen namens Quinault te staken. Er bestaat geen (spoedeisend) belang bij het benoemen van een nieuwe bestuurder, afgezien van de vraag of daarvoor een juridische grondslag bestaat. De huidige bestuurder van Quinault dient, hangende de bodemprocedure, de status quo van de vennootschap te handhaven, tenzij er tussen [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] overeenstemming bestaat over een of meerdere te verrichten (rechts)handelingen. De dwangsommen worden toegewezen als in het dictum vermeld.
4.6.
Op voorhand is niet aannemelijk dat Ducat en EKDV, na deze beslissing, geen acht zullen slaan op de belangen van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] en eventuele besluiten die zij als (mede)gerechtigden voorstaan. Er is daarom, afgezien van hetgeen hiervoor is opgenomen met betrekking tot Ducat, onvoldoende belang bij de vorderingen die tegen hen zijn in gesteld.
4.7. [
gedaagde sub 3] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten worden tot op heden begroot op:
explootkosten NAf 332,47
griffierecht NAf 7.500
salaris gemachtigde
NAf 1.500 +
totaal: NAf 9.332.47
Ten aanzien van Ducat en EKDV zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in reconventie
4.8.
De vordering in reconventie is gebaseerd op de stelling dat partijen op basis van het arbitraal vonnis het recht en de plicht hebben met elkaar te onderhandelen over de verdere verdeling van de nalatenschap, reden waarom [gedaagde sub 3] nu vordert dat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] daaraan op straffe van een dwangsom dienen mee te werken. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde sub 3] een spoedeisend belang heeft bij deze vordering. Daar komt bij dat, zoals door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] terecht is opgemerkt, [gedaagde sub 3] op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat hij dergelijke (onderhandelings)pogingen heeft ondernomen en dat dit, bijvoorbeeld, niet heeft geleid tot een reactie aan de zijde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2]. De vordering is daarmee in die zin ook prematuur en zal worden afgewezen.
4.9. [
gedaagde sub 3] zal worden veroordeeld in de proceskosten in reconventie, aan de zijde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] begroot op NAf 1.500 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
in conventie
5.1.
verbiedt [gedaagde sub 3] nog enige handeling te verrichten die gebaseerd is op de veronderstelling:
  • dat hij gerechtigd is tot de aandelen, althans tot meer dan 33.33% daarvan;
  • dat hij het beheer (inclusief de uitoefening van het stemrecht) over de aandelen voert namens de nalatenschap;
  • dat hij gerechtigd is het bestuur van Quinault te instrueren en/of
  • dat hij gerechtigd is namens Quinault te handelen (hetzij als gemachtigde, hetzij door EKVD of andere advocaten te instrueren namens Quinault te handelen),
alles op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van
NAf 50.000 per dag of een gedeelte daarvan vanaf maandag 26 oktober 2020 waarop [gedaagde sub 3] na betekening van het vonnis niet aan enig deel van dit verbod voldoet, met een maximum van NAf 5.000.000;
5.2.
gebiedt [gedaagde sub 3] zijn Nederlandse, Curaçaose en eventuele andere advocaten te instrueren tot het staken van handelingen namens Quinault, onder gelijktijdige verzending van een afschrift van die instructie aan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2], op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van NAf 50.000 per dag of een gedeelte van een dag vanaf 26 oktober 2020 waarop [gedaagde sub 3] na betekening van het vonnis niet aan enig deel van dit gebod voldoet, met een maximum van NAf 5.000.000;
5.3.
gebiedt Ducat als bestuurder van Quinault, hangende de bodemprocedure in België, de status quo van de vennootschap te handhaven, tenzij er tussen [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] overeenstemming bestaat over een of meerdere te verrichten (rechts)handelingen en uit te gaan van de veronderstelling dat de aandelen nog aan [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [gedaagde sub 3] gezamenlijk toekomen;
5.4.
veroordeelt [gedaagde sub 3] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] tot op heden begroot op NAf 9.332,47;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
compenseert de proceskosten voor het overige in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.8.
wijst de vordering af;
5.9.
veroordeelt [gedaagde sub 3] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] tot op heden begroot op NAf 1.500.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en op 23 oktober 2020 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.