ECLI:NL:OGEAC:2020:317

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
5 maart 2020
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
CUR201903334
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toevoeging van voornaam aan akte van levenloos geboren kind

In deze zaak hebben verzoekers, die in Curaçao wonen, een verzoek ingediend om de voornaam Imani toe te voegen aan de akte van hun levenloos geboren dochter. De akte was opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand op 7 september 2015, na de geboorte van hun dochter op 15 augustus 2015. Verzoekers waren op dat moment niet gehuwd en de akte vermeldde geen voornaam voor het kind. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft geen bezwaar gemaakt tegen de toevoeging van de voornaam, maar stelde dat de achternaam niet kon worden gewijzigd, omdat de vader het kind niet had erkend voor de geboorte. De rechter heeft vastgesteld dat de akte onvolledig was en dat het voor verzoekers pijnlijk was dat hun dochter officieel geen naam had. De rechter heeft het verzoek om de voornaam Imani toe te voegen aan de akte toegewezen, maar het verzoek om de achternaam te wijzigen afgewezen. De beslissing houdt in dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de akte moet aanvullen met de voornaam Imani, en dat de griffier een afschrift van de beschikking zal zenden aan de ambtenaar, niet eerder dan zes weken na de uitspraak, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR201903334
Beschikking d.d. 5 maart 2020
in de zaak van:
[verzoekers 1]
en
[verzoekers 2],
wonende in Curaçao,
hierna te noemen: verzoekers,
procederende in persoon,
waarin als belanghebbende is aangemerkt:
de AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN CURAÇAO,
zetelend in Curaçao,
hierna te noemen: de ambtenaar.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
­ het inleidend verzoekschrift met producties, op 13 september 2019 ter griffie ingediend;
­ het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 18 november 2019;
­ de mondelinge behandeling op 6 februari 2020, alwaar verzoekers zijn verschenen, evenals mevrouw [naam 1], namens de ambtenaar van de burgerlijke stand.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Op 15 augustus 2015 is verzoekster na een zwangerschap van 23 weken en 3 dagen bevallen van een dochter. De dochter van verzoekers is levenloos ter wereld gekomen. Verzoekers waren (nog) niet gehuwd.
2.2.
Op 7 september 2015 is een akte van levenloos geboren kind opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Daarin staat onder meer het volgende:
KIND
Naam : [achternaam verzoekers 1]
Voornamen : -
Dag van geboorte : 15-08-2015
vijftien augustus tweeduizend vijftien
Uur en minuut van geboorte : 18.55
Plaats van geboorte : Curaçao
Geslacht : F (vrouwelijk)
OUDERS
Geslachtsnaam vader : -
Voornamen vader : -
Geslachtsnaam moeder : [achternaam verzoekers 1]
Voornamen moeder : [verzoekers 1]

3.Het verzoek en het standpunt van de ambtenaar

3.1.
Verzoekers hebben op basis van artikel 1:24, 1:24a en 1:24b van het Burgerlijk Wetboek (BW) verzocht om een toevoeging aan en/of wijziging van de akte van levenloos geboren kind met nummer [A] door te voeren, zodat daaruit blijkt dat het meisje dat levenloos geboren is op 15 augustus 2015 om 18.55 in het ziekenhuis Sehos, genaamd is Imani [achternaam verzoekers 2] – [achternaam verzoekers 1].
3.2.
De ambtenaar heeft geen bezwaar gemaakt tegen het toevoegen van de voornaam Imani op de akte van levenloos geboren kind. De ambtenaar stelt zich op het standpunt dat de achternaam niet kan worden gewijzigd, gelet op artikel 1:5 onder f BW.

4.De beoordeling

4.1.
Verzoekers hebben naast de door hen ingediende verzoeken ook de wens dat hun dochter kan worden geregistreerd in de Basisregistratie Personen (BRP). Die wens maakt nu geen onderdeel uit van deze procedure. Het is de bedoeling van verzoekers dit te (laten) realiseren door middel van een wetswijziging.
4.2.
In het Burgerlijk Wetboek zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de registratie in de registers van de burgerlijke stand. Op grond van artikel 1:24 lid 1 BW, voor zover hier van belang, kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, op verzoek van belanghebbenden worden gelast door de rechter in eerste aanleg.
4.3.
De akte van levenloos geboren kind die is opgemaakt ten aanzien van de dochter van verzoekers, is onvolledig. Haar voornaam Imani is daarin niet opgenomen. Het is voor verzoekers heel pijnlijk en verdrietig dat zij hun dochter officieel geen naam hebben kunnen geven en dat zij nu als ‘levenloos [achternaam verzoekers 1]’ in de registers van de burgerlijke stand staat. Verzoekers hebben er belang bij dat de naam die zij hun dochter hebben gegeven door middel van een toevoeging aan de akte wordt erkend. Het gerecht zal het verzoek om de voornaam Imani toe te voegen aan de akte levenloos geboren kind toewijzen. Op grond van artikel 1:24b wordt een aanvulling van een register gedaan door het opmaken van een nieuwe akte in dat register.
4.4.
Verzoekers willen ook graag dat Imani de achternaam van zowel haar vader als haar moeder krijgt, zodat daarin tot uitdrukking komt dat zij de dochter is van beide verzoekers. Dat verzoek kan niet worden toegewezen. Op het moment dat Imani werd geboren, waren verzoekers nog niet gehuwd. Als ouders niet gehuwd zijn, komt de vader in een familierechtelijke betrekking tot een kind te staan, als hij het kind erkent. Het is dan mogelijk om het kind (ook) de achternaam van de vader te geven. Erkenning kan op zichzelf plaatsvinden voor de geboorte (erkenning van een ongeboren vrucht). Echter, voorafgaand aan haar geboorte heeft verzoeker de (toen nog) ongeboren vrucht niet erkend. Imani is levenloos ter wereld gekomen, waardoor ook daarna geen erkenning meer heeft plaatsgevonden. Dat maakt dat Imani op grond van artikel 1:5f BW de achternaam van haar moeder houdt.
4.5.
Het voorgaande betekent dat de dochter van verzoekers niet langer als ‘levenloos [achternaam verzoekers 1]’ in de registers zal staan, maar dat haar naam Imani [achternaam verzoekers 1] daarin wordt opgenomen.
4.6.
Het gerecht zal op grond van artikel 1:24 lid 2 BW bepalen dat de griffier niet eerder dan zes weken na deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van Curaçao.

5.De beslissing

Het Gerecht:
5.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de akte levenloos geboren kind met nummer [A] in die zin aan te vullen dat onder ‘voornamen’ wordt toegevoegd: Imani;
5.2.
draagt de griffier op niet eerder dan zes weken na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van Curaçao;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en uitgesproken op 5 maart 2020 ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.