In deze zaak heeft de Girobank N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde], die als hoofdelijk medeschuldenaar en borg was opgetreden voor de schulden van Hotel Otrabanda N.V. en Casino Awasa N.V. De Girobank vorderde betaling van een restschuld na de openbare verkoop van Hotel Otrabanda, die op 29 augustus 2019 had plaatsgevonden. De gedaagde had zich bij verschillende overeenkomsten borg gesteld voor de kredieten die de Girobank aan de genoemde bedrijven had verstrekt. De gedaagde voerde verweer door te stellen dat de restschuld voor rekening van de Girobank moest blijven, omdat deze in strijd met haar zorgplicht had gehandeld door met spaartegoeden te investeren in de bedrijven, wat leidde tot liquiditeitsproblemen. Het gerecht oordeelde echter dat de gedaagde zijn verplichtingen uit de borgtocht en medeschuldenaarschap niet had betwist en dat de Girobank voldoende tijd had gegeven om de situatie te verbeteren. De vordering van de Girobank werd toegewezen, met een veroordeling tot betaling van de restschuld en de credit card schuld, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.