ECLI:NL:OGEAC:2020:320

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
5 oktober 2020
Publicatiedatum
16 maart 2021
Zaaknummer
CUR201904281
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van borg bij financiering van hotel en casino

In deze zaak heeft de Girobank N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde], die als hoofdelijk medeschuldenaar en borg was opgetreden voor de schulden van Hotel Otrabanda N.V. en Casino Awasa N.V. De Girobank vorderde betaling van een restschuld na de openbare verkoop van Hotel Otrabanda, die op 29 augustus 2019 had plaatsgevonden. De gedaagde had zich bij verschillende overeenkomsten borg gesteld voor de kredieten die de Girobank aan de genoemde bedrijven had verstrekt. De gedaagde voerde verweer door te stellen dat de restschuld voor rekening van de Girobank moest blijven, omdat deze in strijd met haar zorgplicht had gehandeld door met spaartegoeden te investeren in de bedrijven, wat leidde tot liquiditeitsproblemen. Het gerecht oordeelde echter dat de gedaagde zijn verplichtingen uit de borgtocht en medeschuldenaarschap niet had betwist en dat de Girobank voldoende tijd had gegeven om de situatie te verbeteren. De vordering van de Girobank werd toegewezen, met een veroordeling tot betaling van de restschuld en de credit card schuld, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR201904281
Vonnis d.d. 5 oktober 2020
inzake
GIROBANK N.V.,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. H.W. Braam,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende in Curaçao,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna de Girobank en [gedaagde] worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 15 november 2019 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord;
  • de e-mail van 30 juli 2020 met producties zijdens de Girobank;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitaantekeningen van de Girobank;
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 24 augustus 2020 plaatsgevonden in aanwezigheid van eiseres vertegenwoordigd door […], senior accountant en haar gemachtigde voornoemd. Gedaagde is in persoon verschenen. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen hun wederzijdse standpunten (nader) uiteengezet, de Girobank aan de hand van door haar overgelegde pleitaantekeningen.
1.3.
Vonnis is (nader) bepaald op heden.

2.De feiten

2.1. [
Gedaagde], eigenaar en directeur van Hotel Otrabanda N.V. en Casino Awasa N.V. heeft zich bij overeenkomst van 13 september 2001 ten behoeve van de Girobank als hoofdelijk medeschuldenaar gesteld ter meerdere zekerheid van al hetgeen de Girobank van een of meer rekeninghouders, waaronder Hotel Otrabanda en Casino Awasa, heeft of mocht verkrijgen in verband met het door de Girobank verleende krediet.
2.2.
Voorts heeft [gedaagde] zich bij overeenkomst van 22 juni 2010 persoonlijk borg gesteld ter meerdere zekerheid van een door de Girobank aan Hotel Otrabanda verstrekt krediet voor een bedrag van NAf 785.000 te vermeerderen met rente en kosten.
2.3.
De schuld van Hotel Otrabanda en Casino Awasa bedroeg per 29 augustus 2019 respectievelijk een bedrag van NAf 13.217.833,70 en NAf 81.847,94.
2.4.
Op grond van het ten behoeve van de Girobank verleende recht van (eerste) hypotheek, is Hotel Otrabanda op 29 augustus 2019 openbaar verkocht voor een bedrag van NAf 12.000.000.
2.5. [
gedaagde] had voorts een credit card schuld aan de Girobank ten bedrage van NAf 10.157.
2.6.
De Girobank heeft ten laste van [gedaagde] conservatoir derdenbeslag gelegd onder het Algemeen Pensioenfonds van Curacao.

3.Het geschil

3.1.
De Girobank vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van NAf 1.650.059,73 (restschuld, veilingkosten en de credit card schuld), dan wel een bedrag van NAf 1.372.900,44 (restschuld en creditcard schuld), dan wel een bedrag van NAf 912.907 (borgstelling en de credit card schuld) een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2019 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2. [
Gedaagde] voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] zich als hoofdelijk medeschuldenaar heeft verbonden ter zake van de schulden van Hotel Otrabanda en Casino Awasa bij de Girobank. Voorts heeft [gedaagde] zich aanvullend als persoonlijk borg gesteld ter zake van een door de Girobank aan Hotel Otrabanda verstrekt krediet. Eveneens staat vast dat de restschuld van Hotel Otrabanda en Casino Awasa bij de Girobank na de openbare verkoop een bedrag van NAf 1.299.681,64 bedraagt.
4.2.
Naar het gerecht begrijpt heeft [gedaagde] tot zijn verweer gevoerd dat de restschuld na de veiling voor rekening van de Girobank dient te blijven, nu de Girobank er voor heeft gekozen om – in strijd met haar waarborgfunctie – met de spaartegoeden van haar rekeninghouders in het hotel en het casino te investeren en pas tot veiling over te gaan toen er al ernstige liquiditeitsproblemen waren als gevolg van oneerlijke concurrentie en van willekeur zijdens de Gaming Control Board.
4.3.
Het verweer van [gedaagde] slaagt niet. De verplichting van [gedaagde] tot betaling van de restschuld van Hotel Otrabanda en Casino Awasa vloeit voort uit de onder rov. 2.1. en rov. 2.2. genoemde overeenkomsten tussen [gedaagde] en de Girobank. Girobank vordert nakoming van die overeenkomsten door [gedaagde], hetgeen [gedaagde] ook niet heeft betwist. Uit het verhandelde ter zitting en uit het hetgeen partijen naar voren hebben gebracht volgt voorts dat voldoende is gebleken dat de Girobank [gedaagde] de ruimte en de tijd heeft gegeven om te proberen de liquiditeitspositie van Hotel Otrabanda en Casino Awasa te verbeteren. [gedaagde] heeft zich daar ook voor ingespannen en diverse reddingspogingen ondernomen. Dat het uiteindelijk niet gelukt is valt, ook volgens de toelichting van [gedaagde] zelf, de Girobank niet te verwijten. Ten slotte levert de door [gedaagde] geformuleerde waarborgfunctie van de Girobank, wat daar verder ook van zij, geen verplichting van de Girobank jegens [gedaagde] op om te voorkomen dat een door de Girobank gefinancierde investering van [gedaagde] verlies leidt.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat [gedaagde] gehouden is zijn verplichtingen jegens Girobank uit hoofde van de overeenkomst tot medeschuldenaarschap en de borgtochtovereenkomst na te komen. De restschuld van na de veiling bedraagt een bedrag van NAf 1.299.681,64. De vordering zal voor dat bedrag worden toegewezen. De gevorderde veilingkosten worden als onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd afgewezen. De credit card schuld ten bedrage van NAf 10.157 wordt als niet gemotiveerd betwist toegewezen.
Wettelijke rente is verschuldigd vanaf 22 oktober 2019.
4.5. [
Gedaagde] zal als de (grotendeels) in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van de Girobank – inclusief de beslagkosten – tot op heden begroot op:
explootkosten NAf 985,44 (279,05 + 334,38 + 372,01)
griffierecht NAf 7.500
salaris gemachtigde
NAf 10.000 (2 punten x NAf 5.000 tarief 10) +
totaal: NAf 19.470,88.

5.De beslissing

Het Gerecht:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan de Girobank van een bedrag van NAf 1.372.900,44, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2019 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Girobank tot op heden begroot op NAf 19.470,88;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, en op 5 oktober 2020 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.