Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[verzoeker]
de Sociale Verzekeringsbank,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
wijsthet verzoek
af.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de Sociale Verzekeringsbank (verzoeker) een verzoek ingediend om een proceskostenvergoeding na het intrekken van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verweerster, die een productieplafond had vastgesteld voor de verzoeker, heeft op 3 september 2020 het Gerecht geïnformeerd dat zij de uitvoering van de bestreden beschikking zou schorsen in afwachting van de beslissing op bezwaar. De verzoeker heeft vervolgens het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling.
Het Gerecht heeft overwogen dat op grond van artikel 50, tiende lid, van de Lar, een proceskostenveroordeling alleen mogelijk is als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de desbetreffende partij is tegemoetgekomen. In dit geval is het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken, en het Gerecht oordeelt dat er geen grondslag is voor een proceskostenveroordeling, omdat de verweerster al had aangegeven de uitvoering van de bestreden beschikking te schorsen.
Daarom heeft het Gerecht het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 21 september 2020 door de voorzitter, N.M. Martinez, in aanwezigheid van de griffier, S.N. Aswani. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.