ECLI:NL:OGEAC:2021:200
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verbinding van een dwangsom aan eerdere veroordeling in echtscheidingszaak
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is een vordering ingediend door [eiseres] tegen [gedaagde] met betrekking tot de nakoming van een eerdere veroordeling. De partijen waren ooit gehuwd, maar hun huwelijk is inmiddels ontbonden. Bij een eerder vonnis van 5 maart 2012 was [gedaagde] veroordeeld om maandelijks de helft van zijn opgebouwde pensioenuitkering aan [eiseres] te betalen. In een latere procedure werd een vaststellingsovereenkomst bereikt, maar [eiseres] heeft verzocht deze overeenkomst te ontbinden. De vordering van [eiseres] houdt in dat er een dwangsom van NAf 250,- per dag moet worden opgelegd aan [gedaagde] voor elke dag dat hij de eerdere veroordeling niet nakomt.
Tijdens de zitting op 29 september 2021 was [gedaagde] niet aanwezig, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. [eiseres] heeft haar vragen beantwoord, maar [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd. Het gerecht heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet heeft weersproken dat hij de veroordeling uit 2012 niet is nagekomen. Het gerecht oordeelt dat de vordering van [eiseres] als onweersproken toewijsbaar is. Het gerecht heeft ook overwogen dat de voorwaarden van de vaststellingsovereenkomst niet zijn vervuld, waardoor er geen sprake is van kwijting.
In de beslissing heeft het gerecht bepaald dat [gedaagde] een dwangsom van NAf 100,- per dag zal verbeuren voor elke dag dat hij na acht dagen na betekening van het vonnis de eerdere veroordeling niet nakomt, met een maximum van NAf 10.000,-. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. O. Nijhuis op 8 november 2021.