ECLI:NL:OGEAC:2021:205

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 oktober 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
CUR202102596
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een vordering in kort geding inzake schadevergoeding na aanrijding

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, heeft eiseres, Deurwaarderskantoor R.A. Ramazan B.V., een kort geding aangespannen tegen gedaagden Nagico Insurance en een tweede gedaagde naar aanleiding van een aanrijding op 23 augustus 2021. Eiseres vorderde schadevergoeding voor de schade aan haar voertuig, die zij toeschrijft aan gedaagde sub 2, die met te hoge snelheid zou hebben gereden en haar auto van achteren zou hebben aangereden. Gedaagden betwisten de aansprakelijkheid en stellen dat eiseres plotseling van rijbaan is gewisseld, waardoor de aanrijding is veroorzaakt.

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2021 zijn beide partijen verschenen en hebben zij hun standpunten toegelicht. Eiseres heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder foto’s en verklaringen van getuigen, ter ondersteuning van haar vordering. Gedaagden hebben eveneens bewijsstukken ingediend, waaronder audio-opnames en verklaringen die hun verweer onderbouwen.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de toedracht van de aanrijding niet voldoende aannemelijk is gemaakt door eiseres. De rechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de aanrijding te wijten is aan gedaagde sub 2. De vordering van eiseres wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagden. Dit vonnis is uitgesproken op 20 oktober 2021 door mr. O. Nijhuis.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Afdeling Civiel
Zaaknummer: CUR202102596
Datum uitspraak 20 oktober 2021
Vonnis in kort geding
in de zaak van
de besloten vennootschap
DEURWAARDERSKANTOOR R.A. RAMAZAN B.V.,
gevestigd te Curaçao,
eiseres,
in persoon, vertegenwoordigd door haar directeur [eiseres],
tegen

1.de vennootschap met hoofdvestiging buiten Curaçao NAGICO INSURANCE,

mede gevestigd te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.F. Kuster,

2.[GEDAAGDE SUB 2],

gedaagde,
wonende te Curaçao,
in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres], Nagico en [gedaagde sub 2] worden genoemd. De directeur van [eiseres] zal hierna worden genoemd [eiseres].

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties I-X, ingediend op 16 september 2021;
- de producties XI-XV, namens [eiseres] op voorhand toegezonden op 4 oktober 2021;
- de producties A-I en de USB-stick, door de gemachtigde van Nagico op voorhand toegezonden op 5 oktober 2021;
- de mondelinge behandeling op 6 oktober 2021, alwaar zijn verschenen [eiseres], [gedaagde sub 2] en, via een videoverbinding met Aruba, de gemachtigde van Nagico mr. Kuster. Zij allen hebben het woord gevoerd, [eiseres] en mr. Kuster aan de hand van een pleitnota; mr. Kuster had de zijne op voorhand toegestuurd.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
Op 23 augustus 2021 omstreeks 15.35 uur heeft een aanrijding plaatsgevonden op de Romulo Bethancourt Boulevard te Willemstad. Daarbij waren drie auto’s betrokken, een auto van [eiseres] bestuurd door [eiseres], een auto bestuurd door [gedaagde sub 2] en een auto bestuurd door een derde, een zekere [naam 1].
2.2 [
gedaagde sub 2] is casco verzekerd bij Nagico.

3.Het geschil

3.1 [
eiseres] vordert – samengevat en zakelijk weergegeven – bij vonnis
Nagico en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van bedragen van NAf 18.438,70 te vermeerderen met de wettelijke rente, NAf 3.815,00 alsmede NAf 125,00 per dag vanaf 24 augustus 2021 tot de dag dat de auto van [eiseres] rijklaar is, NAf 132,50 en NAf 159,50, met veroordeling van Nagico en [gedaagde sub 2] in de proceskosten.
3.2
Aan deze vordering legt [eiseres], in het licht van de feiten, het volgende ten grondslag. [eiseres] stond met de auto van [eiseres] zo goed als stil op de linker rijbaan. [gedaagde sub 2] reed eveneens op de linker rijbaan achter [eiseres]. Geruime tijd daarvoor waren zowel de auto van [eiseres] als de auto van [gedaagde sub 2] van rijbaan gewisseld door van de rechter naar de linker rijbaan te gaan. [gedaagde sub 2] reed hard en paste, zeker gezien het natte wegdek, zijn snelheid onvoldoende aan, waardoor hij tegen de achterkant van de auto van [eiseres] reed. Als gevolg van de snelheid waarmee dat gebeurde, schoof de auto van [eiseres] vooruit en botste deze op zijn beurt tegen de auto van [naam 1] aan. De auto van [eiseres] raakte daardoor aan de voor- en achterzijde beschadigd.
[eiseres] lijdt de volgende schade: NAf 18.438,70 wegens door een schade-expert pro forma vastgestelde schade aan de auto, NAf 3.815,00 alsmede NAf 125,00 per dag vanaf 24 augustus 2021 tot de dag dat de auto van [eiseres] rijklaar is, wegens de kosten van een vervangende auto, NAf 132,50 wegens de kosten voor het scannen van de auto en NAf 159,50 wegens het transport van de auto. Voorts lijdt [eiseres] bedrijfsschade. Het ongeval is te wijten aan [gedaagde sub 2] en hij en Nagico als zijn verzekeraar zijn gehouden die schade aan haar te vergoeden.
3.3
Nagico en [gedaagde sub 2] voeren gemotiveerd verweer en concluderen tot afwijzing van de vordering, waarbij Nagico vordert [eiseres], uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de proceskosten.
3.4.
Zij voeren daartoe aan dat het ongeval niet is te wijten aan [gedaagde sub 2] maar aan [eiseres] zelf, omdat laatstgenoemde vanaf de rechter rijbaan plotseling tussen de auto’s van [naam 1] en [gedaagde sub 2] op de linker rijbaan invoegde en [gedaagde sub 2] daardoor niet tijdig kon remmen.
3.5
Op de stellingen van partijen, voor zover van belang, zal hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Volgens vaste jurisprudentie is ten aanzien van geldvorderingen in kort geding terughoudendheid geboden. Onderzocht moet worden of het bestaan van de vordering voldoende aannemelijk is. Dat betekent dat met een grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten moet zijn dat de bodemrechter haar zal toewijzen. Daarnaast moet sprake zijn van feiten of omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. Voorts dient in de afweging van de belangen van partijen het restitutierisico betrokken te worden.
4.2
In kort geding zal moeten worden geoordeeld op basis van het debat tussen partijen en de door hen in het geding gebrachte producties. De aard van het kort geding leent zich niet voor bewijslevering.
4.3 [
eiseres] heeft gesteld dat hij een spoedeisend belang heeft althans zijn schade wenst te beperken, waartoe hij aanvoert dat hij vanwege zijn deurwaarderswerkzaamheden over een auto moet beschikken. Nagico en [gedaagde sub 2] hebben de aanwezigheid van een spoedeisend belang niet betwist en ook het gerecht gaat er vanuit dat [eiseres] een dergelijk belang heeft. Hij is dus in zijn vordering ontvankelijk.
4.4
De standpunten van [eiseres] enerzijds en Nagico en [gedaagde sub 2] anderzijds met betrekking tot de toedracht van de aanrijding staan lijnrecht tegenover elkaar: volgens [eiseres] reden zijn auto en die van [gedaagde sub 2] al enige tijd voor de aanrijding achter elkaar op de linker rijbaan en volgens Nagico en [gedaagde sub 2] reed [eiseres] op de rechter rijbaan en voegde hij plotseling in op de linker rijbaan voor de auto van [gedaagde sub 2], die al op de linker rijbaan reed.
4.5 [
eiseres] onderbouwt zijn stelling dat de schuld bij [gedaagde sub 2] ligt met een foto (overgelegd als zijn productie III), met een verklaring van [naam 2] (overgelegd als zijn productie IV) en met (zijn toelichting op) het schadebeeld.
4.6
Daaromtrent wordt het volgende overwogen.
De genoemde foto toont van enige afstand de Romulo Bethancourt Boulevard met daarop, op de weghelft aan de andere zijde van de vangrail, de auto van [gedaagde sub 2]. Anders dan [eiseres] stelt, is voor het gerecht op deze foto niet zichtbaar dat [gedaagde sub 2] op de rechter rijbaan reed. Integendeel, het komt het gerecht voor dat de op de foto zichtbare auto op de linker rijbaan rijdt. Het gerecht laat dan nog daar dat de foto volgens de vermelding daarop is genomen op 23 augustus 2021 om 15:30:28 uur terwijl niet duidelijk is op welke exacte tijd de aanrijding heeft plaatsgevonden. Daardoor is onbekend hoeveel tijd is verstreken tussen de foto en de aanrijding.
4.7 [
naam 2] schrijft in zijn overgelegde verklaring dat [gedaagde sub 2] met te hoge snelheid reed, maar hij schrijft niets over het moment waarop de auto’s van [gedaagde sub 2] respectievelijk [eiseres] van de rechter- naar de linker rijbaan zijn gegaan.
4.8 [
eiseres] stelt dat het verweer van [gedaagde sub 2] (en Nagico) niet overeen komt met het schadebeeld. Dit licht hij als volgt toe. De auto van [gedaagde sub 2] is ten volle achterop de auto van [eiseres] gereden. Indien [eiseres] onverwacht zou hebben ingevoegd, zou schade zijn ontstaan aan de linkerkant van de auto van [eiseres] en niet ten volle achterop.
4.9
Dat de auto’s van [gedaagde sub 2] en [eiseres] beide al op de linker rijbaan reden en dat [eiseres] niet onverhoeds is ingevoegd, kan naar het oordeel van het gerecht zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, niet uit het schadebeeld worden afgeleid. Niet valt immers in te zien dat [eiseres], als hij – zoals [gedaagde sub 2] en Nagico aanvoeren – onverhoeds zou zijn ingevoegd, ten tijde van de aanrijding niet al volledig op de linker rijbaan kon rijden en volledig tussen de auto’s van [gedaagde sub 2] en [naam 1] kon rijden. Desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] dat ook niet kunnen duidelijk maken; hij heeft slechts geantwoord dat dat in dit geval niet zo was en niet kon door de hoge snelheid.
4.1
Aldus volgt uit de onderbouwing van zijn vordering door [eiseres] niet en zeker niet zonder meer dat de door hem gestelde toedracht van de aanrijding ook de feitelijke toedracht is geweest.
4.11
Daarbij komt het volgende. Nagico heeft ter onderbouwing van haar verweer verwezen naar de door haar overgelegde audio-opnames en verklaringen. Die audio-opnames zijn kort na de aanrijding gemaakt door Forensys.
4.12
De audio-verklaringen van [eiseres] (bijlage A audio) en [gedaagde sub 2] (bijlage B audio) komen overeen met de respectieve standpunten die zij in deze procedure innemen. Volgens de audio-verklaring van [naam 1] (bijlage C audio) reed voor de aanrijding de kraan (waarmee hij kennelijk bedoelt de auto van [gedaagde sub 2]) achter hem, reed de pick-up (de auto van [eiseres]) aan de rechterkant en voegde de pick-up in, waarna de kraan op de pick-up botste. De verklaring van [naam 1] biedt dus steun aan het verweer van [gedaagde sub 2] en Nagico.
4.13
De namens Nagico als bijlagen E en F overgelegde situatietekeningen van [eiseres], [gedaagde sub 2] en [naam 1] komen overeen met wat zij respectievelijk hebben verklaard in hun audioverklaringen en, wat betreft [eiseres] en [gedaagde sub 2], tijdens de mondelinge behandeling.
4.14
Nagico heeft voorts overgelegd (als haar productie G) een e-mail van 30 september 2021 van [naam 3], Claims Adjuster van Nagico aan een zekere [naam 4] van Nagico, die luidt als volgt:
“[…]
Based on the situation, pictures, and the declaration of the parties involved in the accident, it is possible that the damage of the Nissan Frontier ([nr A]) could have been caused by the vehicle changing lanes at the last minute to which our insured vehicle ([nr B]) slipped and hit the Nissan Frontier ([nr A]) in the back.
[…]”
Deze [naam 3] deelt dus niet de conclusie die [eiseres] trekt uit het schadebeeld.
4.15
Uit dit alles concludeert het gerecht dat binnen het kader van dit kort geding niet dan wel onvoldoende is komen vast te staan dat de aanrijding te wijten is aan [gedaagde sub 2]. Daarom is het bestaan van de door [eiseres] gestelde vordering tot schadevergoeding op [gedaagde sub 2] en Nagico onvoldoende aannemelijk en is niet met enige mate van waarschijnlijkheid te verwachten dat de bodemrechter deze zal toewijzen. De vordering van [eiseres] zal daarom worden afgewezen.
4.16
De overgelegde foto’s, waarop overigens slechts in beperkte mate uitdrukkelijk een beroep is gedaan, kunnen niet tot een andere conclusie leiden.
4.17 [
eiseres] heeft sterk benadrukt dat geen schade is ontstaan aan de vangrail. Het ontgaat het gerecht wat met het oog op de beoordeling het belang daarvan is. Overigens lijkt op foto’s die van de zijde van Nagico in het geding zijn gebracht, met name op foto’s 70-73, wel enige (geringe) schade zichtbaar. Of die het gevolg is van de aanrijding, kan het gerecht op grond van die foto’s echter niet vaststellen.
4.18 [
eiseres] zal worden veroordeeld in de proceskosten, gevallen aan de zijde van Nagico en [gedaagde sub 2] en tot aan dit vonnis begroot op NAf 1.000,00 aan de zijde van Nagico en op nihil aan de zijde van [gedaagde sub 2].

5.De beslissing

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
wijstde vordering
af;
veroordeelt[eiseres] in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van Nagico en [gedaagde sub 2] en tot aan dit vonnis begroot op NAf 1.000,00 aan de zijde van Nagico en op nihil aan de zijde van [gedaagde sub 2];
verklaartdit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, en op 20 oktober 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.