ECLI:NL:OGEAC:2021:227

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
CUR202103307
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot salarisbetaling en schadevergoeding in kort geding tussen medewerkster en University of Curaçao

In deze zaak heeft [eiseres in conventie], een wetenschappelijk medewerker van de University of Curaçao (UoC), een kort geding aangespannen tegen haar werkgever, UoC, met als doel betaling van haar salaris over de maanden oktober en november 2021, alsook een schadevergoeding. [Eiseres in conventie] heeft haar dienstverband per 1 december 2021 opgezegd en stelt dat zij geen salaris heeft ontvangen over oktober 2021. UoC heeft het salaris stopgezet omdat [eiseres in conventie] niet heeft gereageerd op verzoeken van haar leidinggevende. De procedure begon met een verzoekschrift van [eiseres in conventie] op 27 oktober 2021, gevolgd door een eis in reconventie van UoC op 16 november 2021. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 november 2021.

Het gerecht heeft geoordeeld dat [eiseres in conventie] niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat de beslissingen van UoC publiekrechtelijke beschikkingen zijn die onder de Landsverordening administratieve rechtspraak vallen. Dit betekent dat [eiseres in conventie] een administratiefrechtelijke procedure had moeten volgen in plaats van een civiele procedure. De vorderingen tot betaling van salaris en schadevergoeding zijn afgewezen, en [eiseres in conventie] is veroordeeld in de proceskosten. UoC heeft in reconventie ook vorderingen ingediend, maar deze zijn eveneens afgewezen, omdat het gerecht niet kon vaststellen of de schade aan een laptop door [eiseres in conventie] was veroorzaakt.

De uitspraak is gedaan door mr. O. Nijhuis op 1 december 2021, waarbij het gerecht de vorderingen van [eiseres in conventie] niet-ontvankelijk verklaarde en de vorderingen van UoC in reconventie afwees.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Zaaknummer: CUR202103307
Vonnis in kort geding van 1 december 2021
inzake
[EISERES IN CONVENTIE],
wonende in Curaçao,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
procederend in persoon,
tegen
UNIVERSITY OF CURAÇAO DR. MOISES DA COSTA GOMEZ,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigden: mrs. O.E. Kostrzewski en A.K.E. Henriquez.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie] en UoC worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1. [
[eiseres in conventie] heeft op 27 oktober 2021 een verzoekschrift met producties ingediend. Op 16 november 2021 zijn namens UoC (per e-mail) een eis in reconventie en producties ingediend. Door [eiseres in conventie] is op 16 november 2021 een akte vermeerdering en wijziging eis met producties gediend. Vervolgens heeft op 17 november 2021 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij zijn verschenen: [eiseres in conventie], [naam] namens UoC, bijgestaan door de gemachtigden voornoemd. Partijen en de gemachtigden van UoC hebben mede aan de hand van hun pleitaantekeningen het woord gevoerd.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Sinds 1 juli 2018 is [eiseres in conventie] in dienst van de UoC als wetenschappelijk medewerker. Bij brief van 30 september 2021 heeft [eiseres in conventie] haar dienstverband met UoC per 1 december 2021 opgezegd. Op basis daarvan is bij besluit van 26 oktober 2021 door de Rector Magnificus aan [eiseres in conventie] ontslag uit dienst van de UoC verleend.
2.2.
Over de maand oktober 2021 heeft [eiseres in conventie] geen salaris ontvangen.
2.3.
In een e-mail van [eiseres in conventie] aan dr. [naam] (hierna: de Rector Magnificus) van 26 oktober 2021 is onder meer het volgende vermeld:
“(…) Indien mijn salarisbetaling van oktober 2021
nietuiterlijk vanmiddag 14:00 uur door middel van een spoedbetaling wordt gestort op mijn bankrekening (MCB 30206801, t.n.v. [eiseres in conventie]) en de UoC haar verplichtingen mijnerzijds niet nakomt, stel ik UoC reeds nu voor alsdan in gebreke en zal ik onmiddellijk de nodige gerechtelijke stappen ondernemen, (…)”
2.4.
In een brief van de Rector Magnificus aan [eiseres in conventie] van 26 oktober 2021 is onder meer het volgende opgenomen:
“(…) De reden voor het stopzetten van de salarisuitbetaling betreft het feit dat u in eerste instantie geheel niet heeft gereageerd op het zeer redelijke verzoek van uw leidinggevende om een zeer beperkte werkoverdracht ten behoeve van de voortgang van het afstuderen van studenten, namelijk een overzicht van de scribenten met daarbij een overdacht van de desbetreffende dossiers. (…)”

3.Het geschil

3.1. [
[eiseres in conventie] vordert – na vermeerdering en wijziging van eis – met uitvoerbaarverklaring bij voorraad het volgende:
“PRIMAIR
Voor recht te verklaren dat UoC per direct verplicht is tot loondoorbetaling door uitbetaling van mijn salaris over de maand oktober 2021 waarbij bij het verrekenen van mijn vakantiedagen over deze maand rekening wordt gehouden met het feit dat ik van 1 tot en met 8 oktober en vanaf 27 oktober onder de ziektewet val. Dit vermeerderd met
(1)de wettelijke rente over het brutosalaris vanaf betaaldatum 26 oktober 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,
(2)de vertragingsrente over het brutosalaris vanaf betaaldatum 26 oktober 2021 tot aan de dag der algehele voldoening en
(3)het betalen van een dwangsom van NAf 25.000,- per dag bij niet nakoming. De toekenning van een dwangsom is gerechtvaardigd zodat ik de zekerheid heb dat op grond van Uw beschikking mijn financiële situatie zal normaliseren;
Voor recht te verklaren dat UoC verplicht is tot loondoorbetaling door uitbetaling van mijn salaris over de maand november 2021 op de salarisuitbetaaldatum, te weten 26 november 2021. bij eventuele niet nakoming dit bedrag te vermeerderen met
(1)de wettelijke rente over het brutosalaris vanaf betaaldatum 26 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,
(2)de vertragingsrente over het brutosalaris vanaf betaaldatum 26 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening en
(3)het betalen van
eendwangsom van NAf 25.000,- per dag bij niet nakoming. Dit ter voorkoming dat mijn financiële situatie zal verergeren.;
Voor recht te verklaren dat bij de eindafrekening die op 26 november 2021 moet plaatsvinden de niet opgenomen vakantiedagen worden uitbetaald, omdat ik van 1 tot en met 8 oktober en vanaf 27 oktober tot een door de huisarts nader te bepalen datum onder de ziektewet val. Dit te vermeerderen met
(1)de wettelijke rente alsook
(2)de vertragingsrente en
(3)het betalen van een dwangsom van NAf 25.000,- per dag bij niet nakoming.;
Voor recht te verklaren dat UoC per direct een schadevergoeding ad NAf 1.430,- moet betalen in verband met het vergoeden van de rente van een noodgedwongen lening ad NAf 5.100,- (= netto salaris).
Voor recht te verklaren dat indien UoC de schadevergoeding in vordering d) niet voldoet waardoor de lening inclusief rente niet volledig uiterlijk 26 november 2021 kan worden terugbetaald, dat UoC dan verantwoordelijk wordt gesteld voor een eventueel boetebedrag dat in rekening zal worden gebracht.
UoC te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.
SUBSIDIAIR
Voor het geval Uw Gerecht de primaire vordering sub c niet zal toekennen, verzoek ik uw
Gerecht eerbiedig om voor recht te verklaren dat UoC bij de eindafrekening zorg moet dragen voor de totale uitbetaling van de betreffende vakantiedagen die door de Arbo niet worden omgezet in ziektedagen. Dit op grond van productie 10 en de uiteengezette ontwikkeling in punt 6 van de ter zitting ingediende pleitnota.”
3.2. [
[eiseres in conventie] heeft aan haar vordering – kort gezegd – het volgende ten grondslag gelegd. Zij heeft per 1 december 2021 ontslag genomen. Tot aan die datum loopt het dienstverband en is UoC als werkgever verplicht haar salaris over de maanden oktober en november 2021 en haar niet opgenomen vakantiedagen uit te betalen. Zij bevindt zich in een penibele financiële situatie en heeft dus belang bij deze kort-geding procedure; een LAR-procedure duurt te lang en zou er voor zorgen dat de financiële situatie waarin [eiseres in conventie] zich bevindt nog slechter wordt.
3.3.
UoC heeft – kort gezegd – het volgende verweer gevoerd. De civiele rechter is onbevoegd om van dit geschil kennis te nemen, omdat geen burgerlijk recht aan de vorderingen ten grondslag ligt en [eiseres in conventie] dient daarom in haar vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat er een andere met voldoende waarborg omklede rechtsingang bij de bestuursrechter openstaat, dan wel dienen de vorderingen te worden afgewezen daar zij zich vanwege hun aard niet lenen voor toewijzing in kort geding, dan wel dienen de vorderingen op inhoudelijke gronden te worden afgewezen.
3.4.
UoC heeft als eis in reconventie – kort gezegd – met uitvoerbaarverklaring bij voorraad het volgende gevorderd:
- [ eiseres in conventie] te veroordelen tot het betalen van NAf 1.700, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- indien het gerecht in het civiele recht zich bevoegd acht om kennis te nemen omtrent het geschil, [eiseres in conventie] te veroordelen tot het betalen aan UoC van drie van haar maandsalarissen;
- [ eiseres in conventie] te veroordelen in de proceskosten in zowel conventie als reconventie, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.5.
Aan haar onvoorwaardelijke achter het eerste gedachtestreepje weergegeven vordering heeft UoC ten grondslag gelegd dat [eiseres in conventie] een aan UoC toebehorende aan [eiseres in conventie] ter beschikking gesteld laptop onherstelbaar heeft beschadigd en dat die schade NAf 1.700,- bedraagt.
3.6. [
[eiseres in conventie] heeft het verweer gevoerd dat die beschadiging niet aan haar is te wijten.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Alvorens over te gaan tot de inhoudelijke beoordeling van de vorderingen a) tot en met c) en g) zal moeten worden getoetst of [eiseres in conventie] in haar vorderingen kan worden ontvangen. UoC is een krachtens publiek recht ingestelde entiteit. Beslissingen van UoC met betrekking tot medewerkers van haar zijn dan ook publiekrechtelijke beschikkingen is de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: Lar), waartegen bezwaar en beroep openstaat bij de Lar-rechter. Dit is reeds uitgemaakt door het Hof in zijn uitspraak van 25 juni 2013 (ECLI:NL:OGHACMB:2013:10). In lijn daarmee heeft op grond van artikel 8 lid 1 sub b Landsverordening University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez (hierna: Lv UoC) de Rector Magnificus onder meer als taak het bepalen van het personeelsbeleid en het voeren van personeelsbeheer van de UoC. Op grond van artikel 15 lid 1 Lv UoC benoemt en ontslaat de Rector Magnificus de wetenschappelijke medewerkers. Op grond van het bovenstaande dient de brief van 26 oktober 2021 van de Rector Magnificus tot stopzetting van het salaris vanaf de maand oktober 2021, aangemerkt te worden als een beschikking in de zin van de Lar. Indien zij daartegen had willen opkomen, had [eiseres in conventie] derhalve een administratiefrechtelijke procedure moeten aanspannen. Zij had conform de Lar tevens een verzoek tot voorlopige voorziening kunnen indienen strekkende tot schorsing van de bestreden beschikking van 26 oktober 2021, ter voorkoming van een voor haar onevenredig nadeel in verhouding tot het door een onmiddellijk uitvoering van het besluit te dienen doel. Nu de hiervoor omschreven rechtsgang openstaat of heeft opengestaan voor [eiseres in conventie], en dus een andere met voldoende processuele waarborgen omgeven rechtsgang openstaat of heeft opengestaan, zal [eiseres in conventie] in haar vorderingen a) tot en met c) en g) niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.2.
De vorderingen d) en e) zullen worden afgewezen. Alhoewel deze vorderingen strekken tot betaling van de (boete)rente op een lening die door [eiseres in conventie] moest worden afgesloten in verband met het stopzetten van de salarisbetalingen, is door [eiseres in conventie], ook na eiswijziging, verzocht een verklaring voor recht te geven. Daarmee zou toewijzing van de vorderingen neerkomen op het geven van een declaratoire beslissing, die naar zijn aard niet voorlopig is. Daarvoor is in kort geding geen plaats. In geval een veroordeling tot betaling zou zijn gevorderd, zou het gerecht die vordering overigens hebben afgewezen, nu deze vorderingen, in het licht van de betwisting door UoC, onvoldoende zijn gemotiveerd.
4.3.
Ten overvloede merkt het gerecht op dat indien het gerecht [eiseres in conventie] in deze civiele procedure wel in haar vorderingen a) tot en met c) en g) had ontvangen, het ook deze vorderingen zou hebben afgewezen. Daarbij wordt verwezen naar hetgeen hiervoor onder 4.2. is overwogen ten aanzien van de declaratoire beslissing.
4.4.
Nu [eiseres in conventie] niet kan worden ontvangen in haar vorderingen respectievelijk haar vorderingen worden afgewezen, wordt zij in de proceskosten in conventie veroordeeld, welke aan de zijde van de UoC tot aan dit vonnis worden bepaald op NAf 1.500, vermeerderd met de wettelijke rente als gevorderd.
in reconventie
4.5.
UoC heeft gesteld dat door toedoen van [eiseres in conventie] de aan haar uitgegeven laptop zwaar is beschadigd en niet meer gerepareerd kan worden. [eiseres in conventie] heeft de laptop bij haar vertrek onbeheerd op haar kamer achtergelaten en zij is de enige die toegang heeft tot de kamer. De schade van NAf 1.700, zijnde de kosten die gemoeid zijn met het vervangen van de laptop, dient voor rekening van [eiseres in conventie] te komen. [eiseres in conventie] heeft betwist dat door haar toedoen de laptop zwaar is beschadigd. Zij had al eerder aangegeven dat de laptop niet naar behoren functioneerde en heeft sinds de aanschaf van een eigen computer, geen gebruik meer gemaakt van de laptop. Er waren meerdere sleutels in omloop, dus niet alleen [eiseres in conventie] had toegang tot haar werkkamer.
4.6.
Het gerecht stelt vast dat het, op grond van wat partijen hebben aangevoerd en de door hen overgelegde stukken, voorshands niet kan vaststellen of door toedoen en/of nalaten van [eiseres in conventie] de schade aan de laptop is ontstaan. Daarvoor zal nadere bewijslevering noodzakelijk zijn. De kort gedingprocedure leent zich echter naar zijn aard niet voor dergelijke bewijslevering. De vordering zal daarom worden afgewezen.
4.7.
Nu het gerecht [eiseres in conventie] niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vorderingen, behoeft de voorwaardelijke vordering van UoC betreffende de terugbetaling van drie maandsalarissen geen behandeling.
4.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt UoC in de proceskosten in reconventie veroordeeld, welke aan de zijde van [eiseres in conventie] tot aan dit vonnis worden bepaald op nihil.

5.De beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding:
in conventie
5.1.
verklaart [eiseres in conventie] niet-ontvankelijk in haar vorderingen a) tot en met c) en g);
5.2.
wijst af de vorderingen d) en e);
5.3.
veroordeelt [eiseres in conventie] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de UoC begroot op NAf 1.500, bij het uitblijven van betaling te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de zevende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening en verklaart dit vonnis wat betreft deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
veroordeelt UoC in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres in conventie] begroot op nihil en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
in conventie en reconventie
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, en op 1 december 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
mm