Uitspraak
FUNDASHON PA STIMULA EDUKASHON I FORMASHON DEN BARIO,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], voormalig bestuurder van de stichting Sefba, en Sefba zelf. [Eiseres] vorderde onder andere de nietigheid van een besluit van de Raad van Commissarissen van Sefba, waarbij zij met terugwerkende kracht per 3 maart 2016 uit haar functie was ontheven. De vordering was gebaseerd op de stelling dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat de goedkeuring van de minister ontbrak, zoals vereist volgens de statuten van Sefba en het Burgerlijk Wetboek. Sefba voerde verweer en stelde dat het vonnis van 14 januari 2019, waarin was geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst van [eiseres] per 3 maart 2016 krachteloos was geworden, gezag van gewijsde had en dat [eiseres] geen aanspraak meer kon maken op enige vergoeding.
Het Gerecht oordeelde dat [eiseres] niet tijdig de nietigheid van het besluit had ingeroepen, waardoor haar vordering niet kon worden toegewezen. Het Gerecht concludeerde dat het besluit van de Raad van Commissarissen rechtsgeldig was en dat [eiseres] per 3 maart 2016 geen aanspraak meer had op vergoeding. De vordering tot betaling van de vergoeding werd afgewezen, en [eiseres] werd veroordeeld in de proceskosten van Sefba, die op NAf 11.000,- werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.