Uitspraak
FUNDASHON PA STIMULA EDUKASHON I FORMASHON DEN BARIO,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze civiele procedure heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.V.G. Rooijer, een vordering ingesteld tegen Sefba, vertegenwoordigd door mr. H.W. Braam, met betrekking tot de nietigheid van een ontslagbesluit en betaling van een vergoeding. Eiseres was statutair directeur van Sefba en vorderde onder andere dat het gerecht zou verklaren dat het ontslagbesluit van 26 augustus 2019 nietig was en dat Sefba haar een vergoeding van NAf 7.000,- per maand zou betalen vanaf 3 maart 2016. De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 22 juni 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord op 18 oktober 2021 en een comparitie van partijen op 18 november 2021.
De rechter heeft vastgesteld dat eiseres per 3 augustus 2012 als directeur was aangesteld en dat er een overeenkomst van opdracht was gesloten. Eiseres werd per brief van 26 augustus 2019 met terugwerkende kracht per 3 maart 2016 ontheven uit haar functie. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit ontslag en heeft de nietigheid ervan ingeroepen. Sefba voerde verweer en stelde dat het ontslag rechtsgeldig was, onder verwijzing naar een eerder vonnis van 14 januari 2019, waarin was vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst van eiseres per 3 maart 2016 krachteloos was geworden.
De rechter oordeelde dat eiseres de nietigheid van het ontslag niet tijdig had ingeroepen, waardoor haar vordering tot betaling van de vergoeding werd afgewezen. De rechter verleende eiseres toestemming om kosteloos te procederen, maar wees de vorderingen van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten van Sefba, begroot op NAf 11.000,-. Het vonnis werd uitgesproken door mr. O. Nijhuis op 13 december 2021.