ECLI:NL:OGEAC:2021:260
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- U.I.D. Luydens
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning na overlijden van de huurder en geschil over huurbetalingen
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L.L.A. Davelaar-Franklin, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in de woning verblijft die eigendom is van de erfgenamen van de overleden huurder. De zaak betreft de ontruiming van de woning, die sinds 1999 aan de moeder van gedaagde was verhuurd. Na het overlijden van de moeder in 2014 heeft gedaagde de woning zonder huur of gebruiksvergoeding bewoond. Eiseres vordert ontruiming van de woning en betaling van achterstallige huurpenningen, die zijn opgelopen tot NAf 32.800,=, evenals een maandelijkse gebruiksvergoeding van NAf 400,= tot aan de ontruiming.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen huurovereenkomst bestaat en dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. Eiseres heeft volmacht van de erfgenamen om de onroerende zaak te verkopen. De rechtbank heeft de ontruiming toegewezen, maar gedaagde krijgt de mogelijkheid om de woning vrijwillig te ontruimen binnen een termijn van zes maanden. Indien gedaagde dit niet doet, zal de deurwaarder de ontruiming effectueren.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat gedaagde de verschuldigde gebruiksvergoeding niet heeft betwist en dat haar beroep op verrekening van kosten niet kan worden toegewezen, omdat zij geen bewijs heeft geleverd. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 2.079,15. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en gedaagde moet de woning ontruimen en de achterstallige huur betalen.