ECLI:NL:OGEAC:2021:285

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
CUR202100390
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hinder door dieselgenerator in burenrelatie met geluid, trillingen en stank

In deze zaak, die op 12 mei 2021 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, hebben eisers, [Eiser sub 1] en [Eiseres sub 2], een kort geding aangespannen tegen gedaagden, waaronder de besloten vennootschap MILO-INVESTMENTS B.V. en [Gedaagde sub 2] en [Gedaagde sub 3]. De eisers vorderden een verbod op het gebruik van een dieselgenerator die door gedaagden was geplaatst, vanwege geluidsoverlast, trillingen en stank die de generator veroorzaakte. De procedure begon met een verzoekschrift op 8 februari 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 2 maart 2021 en een descente op 3 maart 2021. Ondanks pogingen tot onderlinge afspraken, leidde dit niet tot een oplossing.

De feiten tonen aan dat de dieselgenerator, die in 2020 was geplaatst, hinder veroorzaakte voor de eisers, met klachten over geluid, stank en trillingen. De eisers stelden dat de hinder onrechtmatig was volgens de artikelen 5:37 en 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Gedaagden voerden aan dat de generator alleen bij stroomuitval werd gebruikt en dat deze voldeed aan de geldende normen. Het Gerecht oordeelde dat, hoewel de generator hinder veroorzaakte, deze hinder niet onrechtmatig was, gezien de uitzonderlijke situatie van stroomuitval en het belang van gedaagden bij een betrouwbare energievoorziening. De vorderingen van eisers werden afgewezen, en het Gerecht adviseerde partijen om alsnog naar een oplossing te zoeken voor de ervaren hinder.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202100390
Vonnis in kort geding d.d. 12 mei 2021
inzake

1.[EISER SUB 1],

2. [EISERES SUB 2],
wonende in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. J.A.M. Burgers,
tegen

1.de besloten vennootschap MILO-INVESTMENTS B.V.,

gevestigd in Nederland,

2. [GEDAAGDE SUB 2],

3. [GEDAAGDE SUB 3],

wonende in Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.
(…)

1.Verloop van de procedure

1.1. [
Eiser sub 1] c.s. heeft op 8 februari 2021 een verzoekschrift ingediend. Milo en [gedaagde sub 2] c.s. hebben een incidenteel verzoek tot oproeping in vrijwaring en tot voeging ingediend. Dat verzoek is afgewezen.
1.2.
Op 2 maart 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen en de gemachtigden zijn verschenen en het woord hebben gevoerd. Op 3 maart 2021 heeft ter plaatse van de woningen van partijen een descente plaatsgevonden. Daarvan is een proces-verbaal opgemaakt.
1.3.
Partijen hebben in de periode na 3 maart 2021 geprobeerd onderling tot afspraken dan wel een regeling te komen. Dat is niet gelukt. [eiser sub 1] c.s. heeft het gerecht per e-mail van 22 april 2021 verzocht om ter zitting alsnog eventuele oplossingen te bespreken. Tevens is een wijziging van eis bijgevoegd. Milo en [gedaagde sub 2] c.s. hebben per e-mail van 29 april 2021 laten weten dat het niet zinvol is om over oplossingen te praten als Dynaf geen partij is in de procedure. Milo en [gedaagde sub 2] c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen de wijziging van eis.
1.4.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1. [
Eiser sub 1] c.s. woont aan [adres eisers]. Milo is eigenaar van het perceel [adres gedaagden]. [Gedaagde sub 2] c.s. woont daar.
2.2. [
gedaagde sub 2] c.s. heeft in 2020 op het perceel [adres gedaagden] een dieselgenerator laten plaatsen. Het betreft een generator van het merk Kohler-SDMO, model J33. De generator heeft een vermogen van 30 kVA en produceert een geluid van (Lwa) 91 db. De generator is geplaatst aan de aan het perceel van [eiser sub 1] c.s. grenzende zijde van het perceel.
2.3.
Dynaf heeft de generator geleverd en geplaatst. In juni 2020 heeft overleg plaatsgevonden tussen [eiser sub 1] c.s., [gedaagde sub 2] c.s. en een vertegenwoordiger van Dynaf. Daarbij is de vraag aan de orde gekomen of het mogelijk zou zijn de door [eiser sub 1] c.s. ervaren hinder in de vorm van diesellucht, geluid en trillingen, te verminderen. Dit overleg heeft niet geleid tot aanpassingen aan de (omgeving van de) dieselgenerator.
2.4.
Bij brief van 6 augustus 2020 heeft de gemachtigde van [gedaagde sub 2] c.s. aan [eiser sub 1] c.s. laten weten dat [gedaagde sub 2] c.s. niet bereid of gehouden is om de dieselgenerator te verwijderen. Verder staat in de brief dat de generator maandelijks een kwartier moet worden getest, waarbij is voorgesteld de testen te doen op momenten dat [eiser sub 1] c.s. niet thuis is.
2.5.
In reactie daarop is door [eiser sub 1] op 7 augustus 2020 het volgende bericht:
(…) Het testen van het apparaat is het probleem niet, afspraken hierover zijn niet nodig. (…)
Het probleem zit in de stankoverlast, de trillingen en de geluidsoverlast die hinder veroorzaken. Bij een stroomstoring zou dit betekenen dat wij – ook onze kinderen- urenlang hinder zullen ondervinden. Dat vind ik onacceptabel, met name omdat zonder enige vorm van overleg is gekozen voor een locatie die voor ons (de meeste) overlast oplevert. Wellicht hadden er dan in overleg alternatieven kunnen worden besproken.
Dynaf zou adviseren over mogelijke oplossingen om deze geconstateerde overlast weg te nemen of te verminderen. (…) Na weken wachten heb ik nog niets vernomen. (…)
2.6.
In de daarop volgende correspondentie hebben partijen hun standpunten gehandhaafd.
2.7.
Op 7 december 2020, 10 december 2020, 12/13 december 2020 en 4 januari 2021 hebben zich in Curaçao stroomonderbrekingen voorgedaan, waarbij de stroomonderbreking op 12/13 december 2020 17 uren heeft geduurd.
2.8. [
eiser sub 1] c.s. heeft een rapport laten opmaken door Technisch Bureau Van Eeden. In dit rapport is op basis van de technische gegevens van de dieselgenerator bepaald wat het geluidsdrukniveau is bij de woning van [eiser sub 1] c.s.
2.9.
Bij brief van 21 januari 2021 heeft de gemachtigde van [eiser sub 1] c.s. het volgende bericht aan (de gemachtigde van) [gedaagde sub 2] c.s.:
(…) De klachten van het echtpaar [eiser sub 1] zijn u bekend, die zien op geluidsoverlast door onder meer laag frequent geluid en op hinder als gevolg van uitlaatgassen die vanaf de generator hun huis indrijven en daar blijven hangen.
Cliënten beschikken over meerdere verklaringen die de overlast bevestigen (…).
Ondertussen is Technisch Bureau van Eeden gevraagd om advies over het geluidsaspect, bijgaand treft u haar bevindingen (bijlage). Van Eeden noemt als mogelijke oplossing van het geluidsprobleem dat de uitlaat wordt aangepast en er een extra geluidsdemper komt, en dat de generator op een door hem voorgestane wijze volledig wordt omkast.
Het uitlaatgassenprobleem is daarmee dan nog niet verholpen, daarvoor zal nodig zijn dat de generator ook wordt verplaatst naar een andere plaats op de kavel.
Ik verneem graag uiterlijk maandag aanstaande of uw cliënten bereid zijn langs de voornoemde lijnen een oplossing te bieden voor het probleem (…).
De verzochte toezegging om maatregelen te nemen en tot die tijd de generator niet te gebruiken is niet door [gedaagde sub 2] c.s. gegeven.

3.Het geschil

3.1. [
eiser sub 1] c.s. vordert – na wijziging van eis - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
om [gedaagde sub 2] c.s. hoofdelijk te verbieden om de dieselgenerator te gebruiken, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
om [gedaagde sub 2] c.s. hoofdelijk te veroordelen om binnen 4 weken na betekening van het te wijzen vonnis de dieselgenerator van hun erf te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van verbeurte van een dwangsom;
[gedaagde sub 2] c.s. te verbieden een andere diesel aangedreven generator dan de dieselgenerator op de thans gebruikte locatie te plaatsen op straffe van een te verbeuren dwangsom;
[gedaagde sub 2] c.s. te gebieden dat, indien en wanneer zij de dieselgenerator of een andere generator op hun onroerende zaak wensen te (her)plaatsen zulks dient te geschieden op een locatie die met zich zal brengen dat [eiser sub 1] c.s. daar de minste overlast van geluid en door uitlaatgassen van hebben, zijnde aan de oostzijde van de woning van gedaagden hoog op de kavel, onder treffen van geluidswerende maatregelen als door Technisch Bureau Van Eeden geadviseerd in haar rapport onder 7.1 en 7.3, dat wil zeggen met montage van een aanvullende demper, en het aanbrengen van een volledige en voldoende zware omkasting met een coulissendemper om ook de aanvoer van lucht goed te dempen, en met verlenging van de uitlaat omhoog, zodanig dat de uitlaatgassen uitwaaien ruim boven het nokniveau van de woning van [eiser sub 1] c.s.;
[gedaagde sub 2] c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van het geding en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2. [
gedaagde sub 2] c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

wijziging van eis na descente
4.1. [
eiser sub 1] c.s. heeft na de descente een wijziging van eis ingediend. Het bezwaar van [gedaagde sub 2] c.s. tegen de eiswijziging is gegrond. De zaak is juridisch inhoudelijk besproken op 2 maart 2021. Vervolgens is op 3 maart 2021 de situatie ter plaatse bekeken en is nagedacht over mogelijke oplossingsrichtingen. Daarna hebben partijen geprobeerd er samen uit te komen en in dat verband is een aantal keren om aanhouding verzocht. Het na deze weken toestaan van een (nieuwe) eiswijziging, met als gevolg dat ook [gedaagde sub 2] c.s. een termijn zou moeten krijgen om daarop te reageren, acht het gerecht in strijd met de goede procesorde. Gelet daarop wordt vonnis gewezen op de (gewijzigde) eis zoals deze is opgenomen in rechtsoverweging 3.1.
grondslag van de vordering en verweer
4.2. [
eiser sub 1] c.s. stelt zich op het standpunt dat de dieselgenerator aan [eiser sub 1] c.s. in strijd met artikel 5:37 Burgerlijk Wetboek (BW) hinder toebrengt in een mate of op een wijze die volgens artikel 6:162 BW onrechtmatig is. Zowel Milo (als eigenaar) als [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] (als gebruikers) kunnen hierop worden aangesproken. De hinder van de dieselgenerator bestaat uit dieselgeluid, laagfrequente trillingen en stank. In de afgelopen maanden is een aantal keer sprake geweest van (langdurige) stroomuitval, waarbij de dieselgenerator is aangeslagen en de hinder is opgetreden. Bij (de familieleden van) [eiser sub 1] c.s. is sprake geweest van slaaptekort, onwel of misselijk voelen door de rook, hoofdpijn, droge keel en geïrriteerde ogen, niet langer in huis willen verkeren, verstoring van de relatie met de buren, stress, angst en gevoelens van onmacht. De door [eiser sub 1] c.s. ervaren effecten zijn een direct gevolg van de dieselgenerator, die teveel geluid produceert en daarnaast stank en laagfrequente trillingen (resonanties) veroorzaakt. De geluidsdruk komt uit boven het acceptabele niveau, zeker gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd. De schadelijke gevolgen beperken zich niet tot de momenten dat de generator draait, om dat er sprake is van stress door verstoorde (buren)verhoudingen en door de gedachte dat de generator mogelijk (op onverwachte momenten) weer aangaat. Er is dus sprake van ernstige hinder, waarbij voor wat betreft de duur en de frequentie ook moet worden meegewogen welke gevolgen de generator heeft als deze niet aanstaat. Daarnaast is duidelijk dat [gedaagde sub 2] c.s. bij de keuze van het type generator en de plaats van de generator de gerechtvaardigde belangen van [eiser sub 1] c.s. bij zo min mogelijk overlast, niet heeft meegewogen. De generator kan daarom niet worden gehandhaafd op de huidige locatie.
4.2. [
gedaagde sub 2] c.s. heeft daartegen aangevoerd dat geen sprake is van onrechtmatige hinder, met name gezien het feit dat de generator alleen wordt gebruikt bij stroomuitval. De dieselgenerator is nieuw en modern en voldoet aan de toepasselijke regels en richtlijnen. Het geluid, de trilling en de uitstoot blijven binnen aanvaardbare normen. [gedaagde sub 2] c.s. heeft belang bij de dieselgenerator. In de woning is een elektrische lift aanwezig, bedoeld voor de moeder van [gedaagde sub 3], die wegens ziekte gebruik maakt van een scootmobiel. Daarnaast is [gedaagde sub 3] in het verleden slachtoffer geweest van een gewapende overval in de huidige woning. Het is voor haar daarom stressvol om (in het geval van stroomuitval) in het donker te zitten. Ten slotte is de continuïteit van stroom van belang in verband met de ICT werkzaamheden door [gedaagde sub 2]. De afgelopen maanden is een aantal keren sprake geweest van stroomuitval. Dat is echter een uitzonderlijke situatie (geweest) en de vrees dat dit in de komende maanden of jaren opnieuw in deze frequentie zal gebeuren is niet gerechtvaardigd. Mede gelet daarop is er ook geen spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen. Daarnaast zijn de stellingen van [eiser sub 1] c.s. niet bewezen en zijn de vorderingen te onbepaald, aldus [gedaagde sub 2] c.s.
hinder
4.3.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de dieselgenerator, als deze aanstaat, hinder veroorzaakt. Het (motor)geluid van de generator is te horen, er is in en rondom de woning van [eiser sub 1] c.s. een diesellucht waarneembaar en er zijn in en om de woning van [eiser sub 1] laagfrequente trillingen (resonanties) voelbaar. De vraag die in dit kort geding centraal staat is of de mate van hinder zodanig is, dat deze onrechtmatig is ten opzichte van [eiser sub 1] c.s. en (daarom) het treffen van voorlopige voorzieningen noodzakelijk maakt.
4.4.
Of hinder als onrechtmatige hinder kan worden aangemerkt is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden, waaronder de plaatselijke omstandigheden en het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend. Daarbij geldt dat het in substantiële mate subjectief is wanneer sprake is van overlast. Enige last zullen buren in het algemeen over en weer van elkaar hebben te dulden. Dit algemene uitgangspunt is ook opgenomen in het door het Hof gewezen vonnis op 1 maart 2016, waarin eveneens is geoordeeld over de aanwezigheid van een dieselgenerator en waarnaar [gedaagde sub 2] c.s. in de pleitnota heeft verwezen (ECLI:NL:OGHACMB:2016:85).
4.5.
Naar voorlopig oordeel is de door de dieselgenerator veroorzaakte hinder vrij ernstig van aard. Als deze aanstaat is er niet alleen sprake van geluidsoverlast, maar ook van een diesellucht die de woning van [eiser sub 1] c.s. intrekt. Het is bovendien begrijpelijk dat de laagfrequente trillingen (resonanties), zeker na enige tijd, als zeer storend worden ervaren. Daar komt bij dat de generator nu op de meest ongunstige locatie voor [eiser sub 1] c.s. is geplaatst. Als de generator aan de andere kant van het perceel was geplaatst, zou de overlast in ieder geval zijn beperkt. Desondanks is het gerecht voorhands van oordeel dat de door [eiser sub 1] c.s. naar verwachting te ervaren hinder niet zodanig is dat dit als onrechtmatig kan worden aangemerkt. Daarbij is de (geringe) frequentie van de hinder doorslaggevend. De dieselgenerator dient maandelijks gedurende ongeveer een kwartier te worden getest. [eiser sub 1] c.s. heeft echter te kennen gegeven dat dit voor hen geen probleem vormt. De dieselgenerator slaat verder alleen aan als de normale stroomvoorziening wegvalt. Die situatie heeft zich in de maanden december 2020 en januari 2021 een aantal keren voorgedaan. Het is echter een gegeven dat dit een voor Curaçao zeer uitzonderlijke situatie was. Vóór de eerste van de reeks stroomuitvallen in december 2020 was de laatste stroomuitval in november 2019. Daarvoor heeft er gedurende jaren niet een stroomuitval van betekenis plaatsgehad. [eiser sub 1] c.s. heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat het in de rede ligt dat de situatie van langdurige stroomuitval zich op regelmatige basis zal herhalen.
[eiser sub 1] c.s. heeft nog naar voren gebracht dat ook sprake is van stress (en daarmee hinder) als de generator niet aanstaat. Dat is echter niet een vorm van hinder waarvoor de wet bescherming biedt.
Een afweging van belangen maakt het voorgaande evenmin anders. [gedaagde sub 2] c.s. heeft het belang bij een energievoorziening voldoende toegelicht en naar voorlopig oordeel weegt zijn belang bij voortdurende stroomvoorziening zwaarder dan het belang van [eiser sub 1] c.s. om bij stroomuitval geen last te hebben van de generator.
4.6.
Nu naar voorlopig oordeel van het gerecht geen sprake is van onrechtmatige hinder, komt de grondslag van de door [eiser sub 1] c.s. ingediende vorderingen te vervallen. De vorderingen zullen daarom worden afgewezen.
Dat neemt niet weg dat partijen er goed aan zouden doen om desondanks te zoeken naar een oplossing voor de door [eiser sub 1] c.s. ervaren hinder. Beide partijen hebben immers aangegeven dat het conflict rondom de dieselgenerator hun verhouding als buren geen goed doet en stress veroorzaakt. Waarschijnlijk [gedaagde sub 2] c.s. de dieselgenerator ergens anders geplaatst als voor hen duidelijk was welke gevolgen de huidige plaatsing heeft voor [eiser sub 1] c.s. Het gerecht is uiteraard niet op de hoogte van de inhoud van de tussen partijen gevoerde gesprekken om tot een oplossing te komen. De kans zal aanzienlijk zijn dat het wel mogelijk is de dieselgenerator op een andere plek op het perceel van Milo te plaatsen, maar dat dit kosten met zich brengt. Wellicht kunnen partijen, in het licht van het hiervoor gegeven (voorshands) oordeel over de (onrechtmatigheid van de) hinder, deze oplossing verder vorm geven in die zin, dat zij daar bij het dragen van de eventuele kosten rekening mee houden. Daarnaast kan het zinvol zijn om afspraken te maken over (het moment van) de maandelijkse test van de generator, zodat dit op een tijdstip gebeurt waarbij door [eiser sub 1] c.s. zo min mogelijk last wordt ervaren. Ten slotte kunnen partijen (alsnog) met elkaar praten over de mogelijkheid dat ook [eiser sub 1] c.s. bij een eventuele stroomuitval gebruik kan maken van de stroomvoorziening van [gedaagde sub 2] c.s., zodat de last in die zin enigszins wordt gecompenseerd.
proceskosten
4.7.
Gelet op de aanleiding van dit kort geding en de beoordeling en beslissing in het incident en in de hoofdzaak, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en op 12 mei 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.