ECLI:NL:OGEAC:2021:31

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
18 februari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
CUR201903334
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de doorhaling van geboorteakte en erkenningsakte van een levenloos geboren kind in het licht van het recht op family life

In deze zaak heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van Curaçao verzocht om de doorhaling van de geboorteakte en de akte van erkenning van een levenloos geboren kind. Het kind is op [geboortedatum] 2020 levenloos ter wereld gekomen, en er zijn zowel een geboorteakte als een erkenningsakte opgemaakt. De ambtenaar stelt dat deze akten ten onrechte zijn opgemaakt en dat er in plaats daarvan een akte van levenloos geboren kind had moeten worden opgemaakt, conform artikel 19i lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De ouders hebben echter de wens geuit dat het kind de naam van de vader blijft dragen, zoals gekozen bij de akte van erkenning.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de geboorteakte ten onrechte is opgemaakt en dat deze moet worden doorgehaald om een juiste registratie in de registers van de burgerlijke stand te waarborgen. Het verzoek van de ambtenaar tot doorhaling van de geboorteakte is toegewezen. Echter, het verzoek tot doorhaling van de akte van erkenning is afgewezen. Het gerecht overweegt dat het doorhalen van de erkenningsakte strijdig zou zijn met het recht op 'family life' zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). De juridische fictie van artikel 1:2 BW leidt tot een situatie waarin de sociale en biologische feiten en de wensen van de betrokkenen niet worden erkend.

Het gerecht heeft besloten dat de ambtenaar een akte van levenloos geboren kind moet opmaken, waarin de naamskeuze van de vader en de gegevens van de vader worden opgenomen. De beschikking is gegeven door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock en is op 18 februari 2021 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

zaaknummer: CUR202004339
Beschikking van 18 februari 2021
op het verzoek van:
de AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN CURAÇAO,
zetelend in Curaçao,
hierna te noemen: de ambtenaar,
als betrokkenen zijn aangemerkt:
[VADER] en
[MOEDER],
wonende in Curaçao,
hierna te noemen: de vader, respectievelijk de moeder en samen: de ouders,
de VOOGDIJRAAD CURAÇAO,
zetelend in Curaçao,
hierna te noemen: de Voogdijraad.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Dat blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met producties, op 5 november 2020 ter griffie ingediend;
  • de mondelinge behandeling op 28 januari 2021, waarbij de ouders, en een vertegenwoordiger van de Voogdijraad, aanwezig waren. De ambtenaar is, met kennisgeving aan het gerecht, niet verschenen.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op [geboortedatum] 2020 is [naam] levenloos uit de moeder geboren.
2.2.
De akte van geboorte van [naam], met aktenummer [A] van het jaar 2020, is op [drie dagen na geboorte] 2020 opgemaakt. Op dezelfde dag is een akte van erkenning, met aktenummer [B] van het jaar 2020, opgesteld, waarbij de vader [naam] heeft erkend en door de ouders is gekozen voor de geslachtsnaam [vader].

3.Het verzoek

3.1.
De ambtenaar heeft verzocht om de doorhaling van de geboorteakte en de akte van erkenning.
3.2.
De ambtenaar heeft naar voren gebracht dat achteraf is gebleken dat [naam] levenloos is geboren en dat de geboorteakte en akte van erkenning ten onrechte zijn opgemaakt en moeten worden doorgehaald, nu hierdoor sprake is van een onjuiste registratie. Er had een akte van levenloos geboren kind conform artikel 19i lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moeten worden opgemaakt.
3.3.
De ouders hebben ter zitting de wens geuit dat [naam] de naam van de vader blijft dragen, zoals zij die keuze ook hebben gemaakt bij het opmaken van de akte van erkenning.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan op verzoek van een belanghebbende onder meer doorhaling worden gelast van een in een register van de burgerlijke stand ten onrechte voorkomende akte.
4.2.
Dat [naam] levenloos ter wereld is gekomen is niet in geschil. Op grond van artikel 1:19i lid 1 BW had dan ook een akte levenloos kind en niet een geboorteakte moeten worden opgemaakt. Nu de geboorteakte van [naam] ten onrechte is opgesteld, zal deze in het belang van een juiste registratie in de registers van de burgerlijke stand moeten worden doorgehaald. Het verzoek van de ambtenaar tot doorhaling van de geboorteakte zal dan ook worden toegewezen.
4.3.
Het verzoek tot doorhaling van de akte van erkenning zal worden afgewezen. Het gerecht overweegt hiertoe dat doorhaling van de erkenningsakte strijd oplevert met het recht op ‘family life’ als bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). In het arrest Kroon/Nederland (EHRM 27/10/1994, NJ 1995, 248) is hiertoe het volgende overwogen:
“(…)
32. According to the principles set out by the Court in its caselaw, where the existence of a family tie with a child has been established, the State must act in a manner calculated to enable that tie to be developed and legal safeguards must be established that render possible as from the moment of birth as soon as practicable thereafter in the child’s integration in his family. (…)
40. In the Courts’ opinion, ‘respect’ for ‘family life’ requires that biological and social reality prevail over a legal presumption which, as in the present case, flies in the face of both established fact and the wishes of those concerned without actually benefiting anyone. (…)”
4.4.
Het is een feit van algemene bekendheid dat reeds tijdens de zwangerschap, uitzonderingen daargelaten, een emotionele band bestaat tussen de biologische ouders en het kind. Een dergelijke emotionele band kan worden gekenmerkt als ‘family life’ in de zin van artikel 8 EVRM. Dat een dergelijke relatie met een ongeboren kind niet onmogelijk is vloeit ook voort uit het feit dat het BW de mogelijkheid van erkenning van een ongeboren kind, en daardoor het tot stand brengen van een familieband, toelaat. Ingevolge artikel 1:2 BW wordt een kind dat dood ter wereld komt geacht nooit te hebben bestaan. Hieruit vloeit voort dat de wet, door die fictie in het leven te roepen, miskent dat in elk geval tijdens de zwangerschap, maar ook nog na de geboorte feitelijk een situatie van ‘family life’ als bedoeld in artikel 8 EVRM kan bestaan.
4.5.
Het gerecht is van oordeel dat ook in het onderhavige geval door de fictie van artikel 1:2 BW een situatie ontstaat waarin aan de juridische fictie voorrang wordt verleend boven de sociale en biologische feiten en de wens van de betrokkenen dat [naam] de achternaam [vader], zijnde de achternaam van de vader, blijft behouden. Het gerecht kan niet inzien welk algemeen belang of welke belangen van het levenloos geboren kind rechtvaardigen dat aan de juridische fictie, door doorhaling van de akte van erkenning, voorrang wordt verleend boven deze feiten en wens. De juridische fictie leidt derhalve tot een situatie waarin geen recht wordt gedaan aan het bepaalde in artikel 8 EVRM, omdat met het doorhalen van de akte van erkenning de ‘family life’ met de vader wordt doorbroken. In het bijzonder nu het wel mogelijk is een ongeboren vrucht te erkennen en de naamskeuze die op dat moment wordt gemaakt op grond van artikel 1:5a lid 2 BW in de akte levenloos kind te vermelden. Nu de akte van erkenning reeds bestaat en dus niet een extra handeling nodig is om de band met de vader te creëren, is het gerecht van oordeel dat de akte van erkenning niet hoeft te worden doorgehaald.
4.6.
Gelet op het voorgaande zal het gerecht de ambtenaar tevens gelasten een akte levenloos geboren kind, als bedoeld in artikel 1:19i lid 1 BW, op te maken waarin de naamskeuze zoals gedaan bij de akte van erkenning en de gegevens van de vader worden opgenomen.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
gelast de doorhaling van de geboorteakte van [naam] van [drie dagen na geboorte] 2020, met nummer [A] van het jaar 2020;
5.2.
gelast de opmaking van een akte levenloos geboren kind als bedoeld in artikel 19i lid 1 BW, waarin de volgende gegevens worden opgenomen:
KIND
Naam : [vader]
Voornamen : [naam]
Dag van geboorte : [geboortedatum] 2020
Uur en minuut van geboorte : 10.37 uur
Plaats van geboorte : Curaçao
Geslacht : mannelijk
OUDERS
Geslachtsnaam vader : [vader]
Voornamen vader : [voornamen vader]
Geslachtsnaam moeder : [moeder]
Voornamen moeder : [voornamen moeder]
5.3.
draagt de griffier op niet eerder dan zes weken na de dag van deze uitspraak – en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld – een afschrift van deze beschikking te zenden aan de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Curaçao;
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, rechter, en op
18 februari 2021 in het openbaar uitgesproken, in aanwezigheid van de griffier.
mm