ECLI:NL:OGEAC:2021:70

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
12 april 2021
Zaaknummer
CUR202003968 t/m CUR202003979
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in belastingzaken

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 31 maart 2021 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroepschrift dat door belanghebbende was ingediend tegen uitspraken van de Inspecteur der Belastingen. Het beroepschrift was ingediend na de wettelijke termijn van twee maanden, zoals voorgeschreven in de Algemene landsverordening Landsbelastingen. Belanghebbende had geen omstandigheden aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten, waardoor het Gerecht oordeelde dat de beroepen niet-ontvankelijk verklaard moesten worden.

Desondanks heeft de Inspecteur ter zitting toegezegd de aanslagen ambtshalve te verminderen voor de jaren 2003 en 2010. De uitspraak van het Gerecht benadrukt het belang van het naleven van termijnen in belastingzaken en de gevolgen van termijnoverschrijding voor de ontvankelijkheid van beroepen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is op dezelfde dag aan de partijen verzonden.

Belanghebbende had eerder bezwaar gemaakt tegen verschillende aanslagen, maar deze bezwaren waren door de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Het Gerecht heeft in deze uitspraak de procedurele aspecten van het belastingrecht belicht, evenals de mogelijkheden voor hoger beroep.

Uitspraak

Uitspraak van 31 maart 2021
BBZ nrs. CUR202003968 t/m CUR202003979
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 20 juni 2008 aanslagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2003 opgelegd naar een belastbaar en premie-inkomen van NAf 247.678.
1.2
Aan belanghebbende zijn op 31 maart 2010 aanslagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2007 opgelegd naar een belastbaar- en premie-inkomen van NAf 26.924. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 500 vanwege het niet tijdig doen van aangifte.
1.3
Aan belanghebbende zijn op 9 november 2012 aanslagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2009 opgelegd naar een belastbaar- en premie-inkomen van NAf 35.000. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 1.000 vanwege het niet tijdig doen van aangifte.
1.4
Aan belanghebbende zijn op 29 november 2013 aanslagen inkomstenbelasting premies AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2010 opgelegd naar een belastbaar- en premie-inkomen van NAf 78.000. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 1.000 vanwege het niet tijdig doen van aangifte.
1.5
Belanghebbende heeft op 19 maart 2020 bezwaar gemaakt tegen de aanslagen voor de jaren 2003, 2007, 2009 en 2010.
1.6
De Inspecteur heeft bij uitspraken van 7 augustus 2020 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
1.7
Belanghebbende heeft op 9 oktober 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.8
De Inspecteur heeft op 19 maart 2021 een verweerschrift ingediend.
1.9
De zitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2021 te Willemstad. Belanghebbende is niet verschenen. De belastinggriffie van het Gerecht heeft belanghebbende bij brief uitgenodigd voor de zitting. Deze brief is gestuurd naar het adres ([adres 01]) dat door belanghebbende in zijn correspondentie is vermeld. Het Gerecht gaat daarom ervan uit dat belanghebbende op regelmatige wijze is uitgenodigd voor de zitting. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter de zitting geleid via een videoverbinding.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep

2.1
Alvorens tot een eventuele inhoudelijke beoordeling van het geschil te kunnen overgaan, dient het Gerecht de ontvankelijkheid van belanghebbendes beroep te beoordelen.
2.2
In artikel 31, lid 1, Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een door de Inspecteur gedane uitspraak, binnen twee maanden na de dagtekening van de uitspraak een beroepschrift kan indienen bij het Gerecht.
2.3
De onderhavige uitspraken op bezwaar zijn gedagtekend op 7 augustus 2020. Het beroepschrift is op 9 oktober 2020 ingediend. Dit beroepschrift is dus buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend.
2.4
Een niet-ontvankelijkverklaring van een beroep op grond van termijnoverschrijding blijft op grond van artikel 5, lid 4, Landsverordening op het beroep in belastingzaken (LBB) echter achterwege ingeval van bijzondere omstandigheden.
2.5
Belanghebbende heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is te achten. De beroepen dienen dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ambtshalve vermindering aanslagen 2003 en 2010
2.6
De Inspecteur heeft in het verweerschrift en ter zitting toegezegd:
- dat de aanslagen voor het jaar 2003 zullen worden verminderd tot aanslagen naar een belastbaar- en premie-inkomen van NAf 51.104; en
- dat de aanslagen voor het jaar 2010 zullen worden verminderd tot aanslagen naar een belastbaar- en premie-inkomen van NAf 26.494.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 31 maart 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500