Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
2.De feiten
NAf 415,36 ten gunste van Aqualectra aangeslagen.
Pagonan Risibi te fecha 13.01.2020een bedrag van NAf 830,72 vermeld. Als
Saldo Finalstaat op die factuur vermeld NAf 407,08 CR(edit); zijnde het totaal ontvangen bedrag ad NAf 830,72 verminderd met het openstaande bedrag c.q.
‘Saldo inisial’(NAf 270,36) en de kosten van het verbruik van de in rekening gebrachte maand (NAf 153,28).
14 april 2020 worden de kosten van het verbruik van water en elektriciteit (respectievelijk NAf 131,36, NAf 128,69 en NAf 133,97) verrekend met het openstaande tegoed (respectievelijk NAf 407,08, NAf 275,72 en NAf 147,03), dat op de factuur van 14 april 2020 resulteert in een tegoed van NAf 13,06.
Saldo Inisial(openstaand bedrag) van NAf 402,30. Dit komt niet overeen met het tegoed van NAf 13,06 zoals vermeld op de factuur van 14 april 2020, zoals bij de voorgaande facturen het geval was.
3.Het geschil
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
11 december 2019, in januari 2020 een bedrag van NAf 415,36 via Pagafasil heeft gestort, te weten een bedrag van NAf 270,36 ten behoeve van Aqualectra en een bedrag van NAf 145 ten behoeve van Selikor. Beide bedragen zijn in het Pagafasil systeem ten gunste van Aqualectra aangeslagen. [eiser] stelt zich op het standpunt dat hij na de storting in januari een tegoed heeft opgebouwd bij Aqualectra van NAf 830,72, zoals blijkt uit de factuur van januari. Aqualectra betwist het door [eiser] gestelde tegoed en voert daartoe aan dat sprake is van een omissie, in die zin dat er één keer een bedrag van NAf 415,36 door [eiser] is betaald en door Aqualectra is ontvangen, maar dat het betaalde bedrag twee keer (NAf 830,72 = 2 x NAf 415,36) in het factuur-administratiesysteem is verwerkt. Deze fout heeft Aqualectra pas in april 2020 volledig kunnen corrigeren. Om die reden wijkt het saldo op de factuur van april 2020 af van het openstaande bedrag (saldo inisial) van mei 2020.
Pagonan Risibi te fecha 13.01.2020; dit had het door [eiser] betaalde bedrag van NAf 415,36 moeten zijn in plaats van NAf 830,72 (zijnde tweemaal het betaalde bedrag). Op de facturen van februari, maart en april wordt verder gerekend met dit onjuiste tegoed (NAf 830,72). Hetgeen [eiser] daar tegenover stelt maakt niet dat de door Aqualectra naderhand toegepaste correctie van een vermindering van het tegoed met een bedrag van NAf 415,36, hetgeen ertoe heeft geleid dat de factuur met een saldo van NAf 13,06 in april is aangepast tot een openstaand bedrag van NAf 402,30 op de factuur van mei, onjuist is. De stelling dat Aqualectra van haar macht gebruik maakt en cliënten aan het lijntje houdt, heeft [eiser], bij betwisting daarvan, verder niet onderbouwd en is overigens ook niet gebleken uit de overgelegde stukken. Wel is het gerecht het met [eiser] eens dat Aqualectra eerder en betere informatie aan hem had kunnen verstrekken, zodat inzichtelijk zou worden gemaakt hoe de (correcties op de) facturen tot stand zijn gekomen. In het bijzonder nu dit niet uit de facturen zelf blijkt. Nu Aqualectra het tegoed van [eiser] dat door zijn betaling van NAf 415,36 in januari 2020 is ontstaan reeds heeft verrekend, zal zijn vordering daartoe en de vordering tot het opleggen van een dwangsom, worden afgewezen.
5.De beslissing
NAf 359,82 aan explootkosten, NAf 20 aan zegelkosten en NAf 200 aan gemachtigdensalaris (1 punt voor het verzoekschrift, 1 punt voor de mondelinge behandeling tegen tarief 1);