ECLI:NL:OGEAC:2021:80

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
30 april 2021
Zaaknummer
CUR202100219
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding inzake medewerking aan verkoop woning in het kader van verdeling goederengemeenschap

In deze zaak heeft eiseres, wonende in Nederland, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, wonende in Curaçao, met als doel gedaagde te verplichten zijn aandeel in een woning te verkopen aan eiseres. De procedure begon met een verzoekschrift van eiseres op 25 januari 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 februari 2021. Tijdens deze zitting werd een schikkingsvoorstel besproken, waarbij eiseres een bedrag van NAf 625.000 aan gedaagde zou betalen in ruil voor zijn 3/7e aandeel in de woning. Echter, dit voorstel bleek niet uitvoerbaar, omdat gedaagde en de derde partij, Spaarne Vastgoed B.V., niet tot overeenstemming konden komen.

De woning, die onderdeel uitmaakt van een goederengemeenschap, is getaxeerd op verschillende momenten, met een verkoopwaarde van NAf 1.150.000 in juni 2019 en NAf 900.000 in november 2020. Eiseres vorderde een lagere prijs voor het aandeel van gedaagde, maar het gerecht oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor een afwijking van het eerdere vonnis van 16 december 2019, waarin de verdeling van de woning was vastgesteld. Het gerecht concludeerde dat de vordering van eiseres moest worden afgewezen, omdat de mogelijkheid om uit de onverdeelde boedel te geraken niet was gerealiseerd en de vrees van gedaagde voor beslaglegging door Spaarne Vastgoed B.V. niet ongegrond was.

Uiteindelijk heeft het gerecht de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die tot op heden op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken door rechter S.M. Christiaan op 17 maart 2021.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202100219
Vonnis in kort geding d.d. 17 maart 2021
inzake
[EISERES],
wonende in Nederland,
eiseres,
gemachtigde: mr. L.F. Herben,
--tegen--
[GEDAAGDE],
wonende in Curaçao
,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1. [
eiseres] heeft op 25 januari 2021 een verzoekschrift ingediend. Op 11 februari 2021 hebben beide partijen nadere producties toegezonden. Vervolgens heeft op 12 februari 2021 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij [eiseres], bijgestaan door haar gemachtigde, is verschenen en [gedaagde] via een directe beeld- en geluidsverbinding is verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd, de gemachtigde van [eiseres] aan de hand van zijn pleitaantekeningen.
1.2.
Ter zitting is in overleg met partijen de mogelijkheid besproken om de zaak in der minne te regelen. Dat heeft geresulteerd in het volgende voorstel:
  • [eiseres] betaalt aan [gedaagde] een bedrag van NAf 625.000;
  • [gedaagde] draagt zijn 3/7e aandeel in [adres nr] over aan [eiseres];
  • alle nu nog tussen partijen lopende procedures betreffende en/of verband houdende met de verdeling van de goederengemeenschap (het hoger beroep van het vonnis van het gerecht van 16 december 2019, de alimentatieprocedure in Nederland en het hoger beroep in de zaak van Spaarne Vastgoed B.V. tegen [gedaagde]), worden ingetrokken.
1.3.
Het voorstel beoogde alle tussen partijen lopende geschillen, waaronder het geschil tegen Spaarne Vastgoed B.V., te regelen in die zin dat de boedelverdeling in zijn geheel kon worden afgerond en partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben. Partijen hebben dit voorstel in overweging genomen en de mogelijkheden en uitvoerbaarheid daarvan onderzocht. Namens [eiseres] is aangegeven dat het voorstel niet uitvoerbaar bleek, omdat Spaarne Vastgoed B.V. haar aanspraken op [gedaagde] niet wilde prijsgeven en [eiseres] de financiering niet rond kreeg. [gedaagde] heeft vonnis gevraagd.
1.4.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Bij vonnis van 16 december 2019 van dit gerecht is de wijze van verdeling van de tussen partijen per 7 februari 2018 ontbonden goederengemeenschap onder meer als volgt vastgesteld:
“a. de onroerende zaak te [adres nr] in Curaçao (voor 6/7e boedelbestanddeel) ad
NAf 985.715, zal z.s.m. worden verkocht en bepaald wordt dat elk der partijen gerechtigd is de daartoe benodigde handelingen te verrichten, de opbrengst daarvan zal na aftrek van de kosten (behoudens de eventuele inhouding wegens het beslag die zoals overwogen aan de vrouw is toegedeeld en zo nodig van haar deel van de opbrengst moet worden ingehouden nu dit al met de man is verrekend) bij helfte tussen partijen worden verdeeld, waarbij op het aandeel van de man ten behoeve van de vrouw het totaal van de dan verschuldigde gebruiksvergoeding wordt ingehouden ad NAf 1.250,00 per maand vanaf de datum van de notariële akte van verdeling en levering tot de datum van ontruiming en verlaten van de onroerende zaak door de man; (…)
o. alle vorderingen van Spaarne Vastgoed B.V. worden toegedeeld aan de vrouw met verrekening van de helft van
NAf 316.392,16, onder de verplichting de man te vrijwaren van aanspraken van derden in verband met al die vorderingen.
(…)
- gelast partijen uiterlijk op 1 april 2020 ten overstaan van een in onderling overleg te kiezen notaris (en voor het geval zij geen overeenstemming bereiken wordt bepaald dat dit notariskantoor Fung-A-Loi en Samander is) een akte van verdeling en levering te laten passeren (…).”
2.2.
De woning gelegen te [adres nr] (‘de woning’) is voor 6/7e deel onderdeel van de goederengemeenschap. [eiseres] en Sluis zijn volgens het uittreksel van het Kadaster elk voor 3/7e deel eigenaar van de woning. Het overige 1/7e deel is voor ieder de helft in handen van twee kinderen van de voormalige eigenaar.
2.3.
De verkoopwaarde (marktwaarde) van de woning is per 13 juni 2019 door Brouwer Taxaties, op gezamenlijk verzoek van partijen, getaxeerd op NAf 1.150.000 (‘rapport I’). Op 17 november 2020 is, op verzoek van [eiseres], de verkoopwaarde van de woning opnieuw door Brouwer Taxaties getaxeerd, dit maal op een bedrag van NAf 900.000 en de executiewaarde is per dezelfde datum getaxeerd op NAf 700.000 (‘rapport II’).
2.4.
Bij e-mailbericht van 10 februari 2020 heeft [eiseres] notaris Fung-A-Loi verzocht om de akte van verdeling op te maken en te passeren.
2.5.
Bij e-mailbericht van 5 augustus 2020 heeft de notaris medegedeeld bereid te zijn haar medewerking te verlenen met betrekking tot de verdeling en levering van 3/7e van [gedaagde] aan [eiseres].
2.6.
Bij e-mail van 11 februari 2021 schrijft notaris Fung-A-Loi ter zake:
“Zoals ik inderdaad al had aangegeven kan er geen 6/7 deel geleverd worden aan een derde. Het nadeel voor de derde ligt aan het feit dat de derde het registergoed niet kan bezwaren vanwege het ontbreken van de beschikkingsbevoegdheid. De overdracht kan plaatsvinden met benoeming van een onzijdig persoon, zoals wij ook besproken hadden. De onzijdig persoon tekent dan namens de onvindbare(n)/afwezige(n)”.
2.7.
In Nederland is een procedure tussen Spaarne Vastgoed B.V. en [gedaagde] aanhangig, waarin Spaarne Vastgoed B.V. de vorderingen uit hoofde van een geldleningsovereenkomst die bij vonnis van 16 december 2019 deels aan [eiseres] zijn toebedeeld, van [gedaagde] terug vordert. De vader van [eiseres] is bestuurder c.q. aandeelhouder van Spaarne Vastgoed B.V.

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut op alle dagen en uren, onmiddellijk op het enkel vertoon der minuut van het te wijzen vonnis:
primair
,
  • [gedaagde] te veroordelen tot verkoop aan [eiseres] (en/of hem daartoe te verplichten) per direct (dan wel binnen een door het Gerecht in goede justitie te bepalen termijn) van de woning gelegen te [adres nr] en te gelasten dat hij zijn medewerking verleent aan het passeren/leveren van zijn eigendomsdeel voor een prijs gebaseerd op de door taxateur Brouwer geschatte waarde(n) te weten primair de helft van 6/7e van NAf 700.000 (executiewaarde) te weten NAf 255.000 of subsidiair een ander door het Gerecht in goede justitie op basis van deze taxatie in redelijkheid te bepalen prijs, waarbij de verkoopopbrengst/koopprijs door [eiseres] ten behoeve van de echtscheidingsboedel zal worden gestort en aangehouden op de derdengeldenrekening van de notaris;
  • en, te gelasten dat notaris Fung-A-Loi uitvoering geeft c.q. haar ministerie verleent aan dit vonnis en voor het geval [gedaagde] daaraan niet zijn medewerking verleent, het vonnis van uw Gerecht in de plaats treedt van diens noodzakelijke rechtshandeling als bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW;
subsidiair,
- zodanige voorzieningen te treffen als UEA in goede justitie geraden acht;
primair en subsidiair,
- kosten rechtens, onder de bepaling dat over het bedrag van de toegewezen proceskosten wettelijke rente verschuldigd zal zijn vanaf 14 dagen na de datum van vonniswijzing.
3.2. [
eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij niet in een onverdeelde boedel hoeft te blijven. Nu de notaris heeft aangegeven dat geen uitvoering kan worden gegeven aan de wijze van verdeling van de woning zoals opgedragen in het vonnis van 16 december 2019, vordert [eiseres] een verdeling waarbij [gedaagde] zijn 3/7e aandeel in de woning aan [eiseres] overdraagt, teneinde uit de onverdeelde boedel te geraken.
3.3. [
gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering van [eiseres] komt er op neer dat zij, in afwijking van het vonnis van het gerecht, een andere wijze van verdeling van de woning voorstaat, teneinde uit de onverdeelde boedel te geraken. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat [gedaagde] bereid is zijn medewerking daaraan te verlenen, echter onder voorwaarden. [gedaagde] handhaaft de door het gerecht bij vonnis van 16 december 2019 vastgestelde verkoopprijs van de woning. Voorts dient Spaarne Vastgoed B.V. de vordering tegen hem in te trekken, in verband met een dreigend beslag van Spaarne Vastgoed B.V. op de door [eiseres] te storten koopprijs op de derdengeldenrekening van de notaris.
4.2. [
eiseres] vordert een aanzienlijk lagere prijs voor het 3/7e aandeel van [gedaagde] (NAf 255.000) dan door het gerecht bij vonnis is bepaald (NAf 492.857,50). [eiseres] verwijst ter onderbouwing van die lagere prijs naar rapport II. De verkooprijs van de woning is in juni 2019 in onderling overleg van partijen getaxeerd door Brouwer Taxaties op een bedrag van NAf 1.150.000 (rapport I). Ruim een jaar later in november 2020 taxeert Brouwer Taxaties de woning opnieuw, ditmaal in opdracht van [eiseres]. De getaxeerde verkoopprijs valt aanzienlijk lager uit op een bedrag van NAf 900.000 (rapport II). Aldus wordt ruim een jaar later een waardevermindering van ongeveer 20% geconstateerd, volgens Brouwer Taxaties in verband met achterstallig onderhoud. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat in een dergelijke korte periode de woning door achterstallig onderhoud zodanig in waarde kan dalen. De foto’s gevoegd bij het rapport II laten achterstallig onderhoud zien dat dateert van langere tijd geleden en had dus al zichtbaar moeten zijn in juni 2019. Voorts zit het grootste deel van de getaxeerde waarde niet in de woning, maar in het perceel dat grenst aan het Spaanse Water. Het gerecht ziet dan ook geen aanleiding om in afwijking van het vonnis aan te sluiten bij de lagere verkoopprijs zoals door [eiseres] gevorderd.
4.3.
Rest de vraag of [gedaagde] moet worden verplicht om mee te werken aan de verkoop van zijn aandeel in de woning aan [eiseres], zonodig voor een hogere prijs dan gevorderd, zoals [eiseres] ter zitting heeft geopperd. [eiseres] voert daartoe aan dat de notaris heeft aangegeven dat geen uitvoering kan worden gegeven aan de wijze van verdeling van de woning zoals opgedragen in het vonnis van 16 december 2019, te weten verkoop van 6/7e aandeel van de woning en de verdeling – 50/50 – van de verkoopopbrengst. De overdracht van 3/7e deel van [gedaagde] aan [eiseres] zou wel tot de mogelijkheden behoren volgens de notaris, zodat dat de enige mogelijkheid is om uit de onverdeelde boedel te geraken, aldus [eiseres].
4.4.
Naar het oordeel van het gerecht ontbreekt het spoedeisend belang voor toewijzing van een dergelijke voorziening. Daartoe geldt dat [eiseres] in het kader van de schikkingsonderhandelingen heeft aangegeven de financiering voor een hogere koopprijs nu niet rond te krijgen. Daarnaast geldt ook het volgende. Nog los van de vraag of de stelling van [eiseres] is gebaseerd op een juiste uitleg van de berichten van de notaris, is het vonnis van het gerecht over de wijze van verdeling niet in kracht van gewijsde gegaan nu daartegen hoger beroep is ingesteld. Het ligt daarmee voor de hand dat partijen de problematiek met betrekking tot de verkoop van 6/7e aandeel van de woning ter beoordeling aan het Hof voorleggen. Anders dan de wens om uit de onverdeelde boedel te geraken, zijn er door [eiseres] geen spoedeisende argumenten aangevoerd op basis waarvan reeds nu in kort geding, vooruitlopend op de beslissing van het Hof, tot een andere verdeling moet worden besloten. Dat zou anders zijn indien [gedaagde] geen zwaarwegende bezwaren zou hebben tegen een andere verdeling. Die heeft hij wel. Die bezwaren zijn ingegeven door de vrees dat de betaling van de koopprijs door [eiseres] op de derdenrekening van de notaris direct zal worden beslagen door Spaarne Vastgoed B.V. in verband met de (volgens [gedaagde] ongegronde, althans niet hem maar [eiseres] regarderende) vordering die Spaarne Vastgoed B.V. op [gedaagde] stelt te hebben. Nu Spaarne Vastgoed B.V. in het kader van de schikkingsonderhandelingen heeft aangegeven haar aanspraken op [gedaagde] niet prijs te willen geven, is die vrees niet geheel ongegrond. Door [eiseres] is ter zake geen alternatief aangedragen om deze vrees weg te nemen.
4.5.
De mogelijkheid om op korte termijn uit de onverdeelde boedel te geraken is dan ook om alle vorderingen over en weer, ook die van Spaarne Vastgoed B.V., onderling af te kopen en te regelen. Dat is nu niet gelukt. Het spoedeisend belang om in kort geding voor wat betreft de verkoop van de woning af te wijken van een vonnis, dat onderwerp is van beroep, ontbreekt naar de huidige stand van zaken. De vordering van [eiseres] ligt daarmee voor afwijzing gereed.
4.6. [
eiseres] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van de [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, en op 17 maart 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.