ECLI:NL:OGEAC:2021:86
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.V.L.M. Wannyn
- Rechtspraak.nl
Vordering tot afgifte van legaat en rechtsverwerking in erfrechtelijke geschil
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. drs. L.L.A. Davelaar-Franklin, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft de afgifte van een legaat dat door de erflater aan de vader van gedaagde was gelegateerd. Eiseres stelt dat zij als erfgename van haar vader, die het legaat nooit heeft aanvaard, recht heeft op het gelegateerde perceel. Gedaagde betwist dit en voert aan dat haar vader het legaat nooit heeft geaccepteerd en dat de termijn voor aanvaarding inmiddels is verstreken, waardoor eiseres geen aanspraak meer kan maken op het legaat.
De mondelinge behandeling vond plaats op 4 maart 2021, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het gerecht heeft vervolgens de feiten vastgesteld, waaronder de eigendom van de percelen en de inhoud van het testament van de erflater. Het gerecht oordeelt dat de termijn voor aanvaarding van het legaat niet als vervaltermijn kan worden beschouwd, maar als een aansporingstermijn.
Het beroep van gedaagde op rechtsverwerking wordt door het gerecht gehonoreerd. Het gerecht concludeert dat gedaagde gerechtvaardigd heeft vertrouwd op het feit dat de vader van gedaagde zijn recht op het legaat niet meer zou geldend maken, gezien zijn stilzwijgen en het feit dat hij nooit gebruik heeft gemaakt van het gelegateerde perceel. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.