In deze zaak vordert Pro Active Incasso N.V. (PAI) betaling van een bedrag van NAf 78.366,43 van High Quality Services B.V. (HQS) op grond van een vermeende incasso-overeenkomst. PAI stelt dat HQS tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst, omdat HQS opdracht heeft gegeven aan OVB om betalingen te doen op de rekening van de Stichting Derdengelden van B-legal, waardoor PAI incassokosten misloopt. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 maart 2021, waarbij beide partijen hun standpunten hebben uiteengezet.
De feiten van de zaak tonen aan dat HQS in 2019 schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht voor OVB, maar dat OVB een aantal facturen onbetaald heeft gelaten. PAI, als incassobureau, heeft geprobeerd de openstaande vorderingen te innen. Echter, HQS heeft betwist dat er een geldige incasso-overeenkomst met PAI tot stand is gekomen. De rechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat HQS in gebreke is gebleven en dat de vorderingen van PAI niet toewijsbaar zijn.
De rechter concludeert dat, zelfs als er een overeenkomst zou zijn geweest, PAI niet heeft aangetoond dat HQS tekort is geschoten in de nakoming daarvan. PAI heeft ook niet bewezen dat de betalingen door OVB het gevolg zijn van haar incasso-inspanningen. De vordering van PAI wordt afgewezen, en PAI wordt veroordeeld in de proceskosten van HQS, die zijn begroot op NAf 3.000.