ECLI:NL:OGEAC:2022:100

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 maart 2022
Publicatiedatum
29 april 2022
Zaaknummer
CUR202201116
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot conservatoir beslag in geschil tussen Unico Commodities L.L.C. en Refineria di Korsou N.V. over ontbinding van koopovereenkomsten

In deze zaak heeft Unico Commodities L.L.C. (hierna: Unico) een verzoek ingediend tot het leggen van conservatoir beslag op olieproducten die zich bevinden op het terrein van de Isla-raffinaderij in Curaçao. Dit verzoek is gedaan in het kader van een geschil met Refineria di Korsou N.V. (hierna: RdK) over de ontbinding van twee koopovereenkomsten die op 3 december 2021 zijn gesloten. Unico en Lofty Links LLC waren de kopers, terwijl RdK de verkoper was. De overeenkomsten zijn ontbonden door RdK op basis van het feit dat Unico niet aan haar verplichtingen heeft voldaan, waaronder het niet tijdig afnemen van de producten.

De procedure begon met een inleidend verzoekschrift van Unico op 16 maart 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 maart 2022. Tijdens deze behandeling hebben de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toegelicht. Unico verzocht de rechter om verlof te verlenen voor het leggen van beslag, met een begroting van de vordering op USD 19.500.000,-. RdK heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

De rechter heeft vastgesteld dat Unico in verschillende opzichten haar verplichtingen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet heeft nageleefd, onder andere door geen melding te maken van de opzegging van de overeenkomsten door Lofty en de ontbinding door RdK. De rechter concludeert dat de overeenkomsten zijn beëindigd en dat Unico geen rechten meer kan ontlenen aan deze overeenkomsten. Het verzoek van Unico wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van RdK, begroot op NAf 12.000,-.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Zaaknummer: CUR202201116
Beschikking d.d. 21 maart 2022
Inzake
De vennootschap naar het recht van Texas, de Verenigde Staten van Amerika,
UNICO COMMODITIES L.L.C.,
gevestigd te Houston, Texas,
verzoekster,
gemachtigde: mr. D.M. Douwes,
tegen
de naamloze vennootschap naar het recht van Curaçao
REFINERIA DI KORSOU N.V.,
gevestigd te Curaçao,
verweerster,
gemachtigde; mr. E.R. de Vries.
Partijen zullen hierna Unico en RdK worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, ingediend op 16 maart 2022;
- de mondelinge behandeling op 18 maart 2022, alwaar zijn verschenen de beide gemachtigden. Zij beiden hebben het woord gevoerd.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1
Op 3 december 2021 hebben Unico en RdK tezamen met Lofty Links LLC (hierna: Lofty) een tweetal koopovereenkomsten gesloten waarbij Unico en Lofty als kopers van RdK als verkoopster 140.000 vaten fueloil en 60.000 vaten slops respectievelijk 420.000 vaten crude oil hebben gekocht (hierna ook: de overeenkomsten).
2.2
Beide overeenkomsten vermelden als “Buyer”: “LOFTY LINKS LLC AND UNICO-COMMODITIES LLC, ACTING JOINTLY AND SEVERALLY”. Als “DELIVERY PERIOD” vermeldt de ene overeenkomst: “13-dec-2021 UNTIL 20-dec-2021” en de andere overeenkomst: “6-dec-2021 UNTIL 20-dec-2021”.
2.3
Beide overeenkomsten bevatten, kennelijk abusievelijk, tweemaal een artikel 20. Een van die artikelen (het laatste) luidt als volgt:

20 NOTICES:
ALL NOTICES HEREUNDER SHALL BE VALIDLY GIVEN BY PDF DOCUMENT SUBMITTED BY E-MAIL AS FOLLOWS. NOTICES BY BUYER TO SELLER, AND FROM SELLER TO BUYER, SHALL BE VALID IF GIVEN BY OR TO ANY OF THE COMPANIES THAT FORM THE “BUYER”.”
2.4
Bij schrijven van 30 januari 2022 aan Unico heeft Lofty het volgende aan haar bericht:
“[…]
I refer to the contracts signed between RDK NV Curacao and the joint combined effort of LOFTY LINKS LLC USA and UNICO Commodities LLC USA. These contracts were for lifting products out of RDK’s CRU refinery in Curacao, namely MOGAS/JETFUEL/CRUDE/NAPHTHA/FUEL OIL AND SLOPS, totaling approximately 700,000 bbls in quantity.
We, LOFTY LINKS LLC, herewith are notifying UNICO that we are withdrawing from the agreements, as UNICO and Lofty Links have not been able to reach any agreement between each other as to the terms of responsibilities and payment of financial fees as AGENT towards LOFTY, related to these contracts.
Furthermore, we are aware and understand that Unico had failed to perform in it’s role as the BUYER related to the above contracts with RDK NV, including MOGAS 95 and JET JP54, which has given cause for these contract to expire and no official extension has been forthcoming from the seller RDK NV.
[…]”
Lofty heeft dit schrijven op 31 januari 2022 per e-mail naar vertegenwoordigers van RdK gestuurd.
2.5
Vervolgens heeft RdK te kennen gegeven dat zij zich vrij achtte ook met andere partijen te gaan praten.
2.6
Bij brieven van 10 maart 2022 aan Unico en Lofty betreffende de beide in r.ov. 2.1 bedoelde overeenkomsten heeft RdK die overeenkomsten ontbonden. Die brieven luiden als volgt:
“[…]
WE REFER TO THE ABOVE REFERENCED SALE CONTRACT DATED 3 DECEMBER 2021 BETWEEN REFINERIA DI KORSOU N.V. AS “
SELLER” AND LOFTY LINKS LLC AND UNICO COMMODITIES LLS AS “
BUYER” (THE “
SALE CONTRACT”)
THE BUYER HAS DEFAULTED IN THE PERFORMANCE OF THE SALE CONTRACT, BUT NOT LIMITED BY THE FOLLOWING.
BUYER HAS NOT, BY MEANS OF BUYER’S DESIGNATED VESSEL, TAKEN DELIVERY OF THE PRODUCT SOLD DURING THE PRICING PERIOD, AND NO LATER THAN AT 23:59 HOURS CURACAO TIME ON 20 DECEMBER 2021. AS PER THE SALE CONTRACT , FAILURE TO SO TAKE DELIVERY OF THE PRODUCT SHALL PLACE BUYER INTO DEFAULT, WITHOUT ANY NOTICE BY THE SELLER BEING REQUIRED […]
BASED ON SUBSEQUENT CORRESPONDENCE, IT WAS SELLER’S UNDERSTANDING THAT BUYER UNDERSTOOD AND ACCEPTED THAT THE SALE CONTRACT EXPIRED AS A RESULT OF THE ABOVE. HOWEVER, TO AVOID ANY DOUBT, THE SELLER HEREBY ALSO EXPRESSLY DISSOLVES THE SALE CONTRACT WITH IMMEDIATE EFFECT FOR REASON OF THE DEFEULT OF THE BUYER IN THE PERFORMANCE THEREOF, AS STATED ABOVE.
[…]”

3.Het geschil

3.1
Unico verzoekt het gerecht om:
“I. Aan Unico verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag op de Olieproducten zoals genoemd in paragraaf 14;
II. Voor zover vereist: de vordering waarvoor het beslag wordt gelegd te begroten op USD 19.500.000,- (zijnde 130% van USD 1.500.000,-)
III. De termijn waarbinnen de eis in de hoofdzaak moet worden ingesteld, te bepalen op 4 (vier) weken na het beslag;
IV. De beschikking houdende het verlof uitvoerbaar bij voorraad te verklaren op alle dagen en uren.”
3.2
In het licht van de feiten legt Unico daaraan het volgende ten grondslag.
Tussen partijen zijn geldige overeenkomsten gesloten en Rdk is gehouden de daaruit voor haar voortvloeiende verplichtingen na te komen. Ten einde het risico te verkleinen dat RdK, na daartoe eventueel door de rechter te zijn veroordeeld, niet aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen, wenst Unico conservatoir beslag tot afgifte te leggen althans (subsidiair) tot verhaal van haar schade omdat RdK de onderhandelingen met Unico onrechtmatig heeft afgebroken.
3.4
RdK voert verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek.
3.5
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover voor de te nemen beslissing van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Allereerst merkt het gerecht op dat Unico naar haar oordeel in verschillende opzichten haar verplichtingen uit artikel 18c Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering niet heeft nageleefd, bijvoorbeeld door in haar verzoekschrift geen melding te maken van de opzegging van de overeenkomsten door Lofty (r.ov. 2.4) noch van de ontbinding van de overeenkomsten door RdK (r.ov. 2.6). Dit is ernstig en kwalijk, maar gezien de uitkomst van deze procedure ziet het gerecht ervan af daaruit een gevolgtrekking te maken.
4.2
Randnummer 14 van het inleidend verzoekschrift, waarnaar het petitum onder I verwijst, luidt als volgt:
“BESLAGOBJECT
14. Unico is ervan op de hoogte dat de Olieproducten zich op het terrein van de Isla-raffinaderij bevinden, en wel in de volgende tanks:
#
PRODUCT
TANK No.
Hoeveelheid in vaten product (+/-)
1
HSFO
158
140,000
2
SLOPS
3962 & 0906
60,000
3
CRUDE OIL
248
240,000
4
VGO
909
60,000
5
Naphta
0672 & 0667
95,000
TOTAL
595,000
[…]”
4.3
Volgens de genoemde overeenkomsten van 3 december 2021 waren Unico en Lofty als koper “acting jointly and severally”. Gezien de betekenis van “severally” gaat het gerecht niet mee met de stelling van Unico dat Unico uitsluitend tezamen met Lofty een beroep kan doen op haar rechten uit de overeenkomsten.
4.4
Lofty heeft door haar brief van 30 januari 2022, die op 31 januari 2022 is toegezonden aan RdK, zich teruggetrokken uit de overeenkomsten, met andere woorden de overeenkomsten heeft opgezegd. Ingevolge artikel 20 van de overeenkomsten heeft zij deze mededeling betreffende de beëindiging niet alleen voor zichzelf maar ook namens Unico gedaan. Ook Unico heeft dus de overeenkomsten opgezegd.
4.5
Bij haar geciteerde brieven van 10 maart 2022 heeft RdK de overeenkomsten ontbonden.
4.6
Niet is gesteld of gebleken dat Unico tegen de opzegging van de overeenkomsten door Lofty of de ontbinding daarvan door RdK op enigerlei wijze heeft geprotesteerd en/of daartegen in rechte is opgekomen.
4.7
Tijdens het horen van de gemachtigden van partijen heeft de gemachtigde van Unico weliswaar aangevoerd dat Lofty de overeenkomsten niet wilde opzeggen, maar die stelling strookt niet met de duidelijke inhoud van de genoemde brief van Lofty en is bovendien niet onderbouwd.
4.8
De conclusie moet dan ook zijn dat de overeenkomsten zijn beëindigd, hetzij door opzegging hetzij door ontbinding, en dat Unico daaraan geen rechten meer kan ontlenen.
4.9
Partijen hebben in 2022 nader met elkaar onderhandeld. Uit het debat en de overgelegde producties volgt naar het oordeel van het gerecht dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt en dat dus geen (nieuwe) overeenkomst tot stand is gekomen.
4.1
Op de primaire grondslag (een overeenkomst) is het verzoek daarom niet toewijsbaar.
4.11
Haar subsidiaire grondslag dat RdK onrechtmatig jegens Unico heeft gehandeld door de onderhandelingen af te breken en daarom schadeplichtig is, onderbouwt Unico met de stelling dat dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van Unico in het tot stand komen van een overeenkomst alsmede in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar is.
4.12
Elke concrete feitelijke onderbouwing ontbreekt. Unico heeft dus niet onderbouwd waaruit dat gestelde onrechtmatig handelen (precies) bestaat. Het enkele afbreken van onderhandelingen is niet onrechtmatig. Reeds daarom kan die subsidiaire grondslag niet leiden tot de toewijzing van het verzoek.
4.13
Niettemin wordt ten overvloede het volgende overwogen. Volgens de overeenkomsten diende de olie uiterlijk op 20 december 2021 te worden afgenomen. Dat is niet gebeurd. Daarna zijn partijen opnieuw onderhandelingen aangegaan. Deze hebben tot aanvang maart 2022 voortgeduurd. Gedurende deze langdurige periode hebben partijen geen overeenstemming bereikt. Reeds uit de na te noemen gebeurtenissen aan het slot van die periode volgt dat Unico niet gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de totstandkoming van een overeenkomst. Op 26 februari 2022 heeft RdK aan Unico een concept-koopovereenkomst toegestuurd, waarop Unico op 28 februari 2021 een tegenvoorstel heeft gedaan. Daarmee heeft Unico dat voorstel van RdK (het concept) verworpen. Op 1 maart 2022 heeft RdK aan Unico bericht dat zij drie voorwaarden stelde aan een eventuele transactie met Unico. Namens RdK is onweersproken aangevoerd dat op 2 maart 2022 telefonisch die voorwaarden uitgebreid zijn besproken met Unico en dat bij die gelegenheid RdK ook heeft laten weten dat zij met andere partijen in gesprek was. Op 4 maart 2022 heeft Unico een voorstel gedaan dat substantieel afweek van de voorwaarden die RdK had gesteld en op 7 maart 2022 heeft Unico een concept-letter of credit gestuurd die niet voldeed aan de door RdK opgegeven “payment terms”, aldus RdK.
4.14
Gezien het tijdsverloop, het feit dat de standpunten van partijen – mede tegen de achtergrond van de door RdK gestelde voorwaarden – nog ver uiteen lagen en Unico er geen blijk van heeft gegeven aan bedoelde voorwaarden van RdK te willen voldoen en ten slotte het feit dat RdK, naar Unico bekend was, ook met derden in gesprek was, mocht Unico er niet op vertrouwen dat een overeenkomst met RdK tot stand zou komen.
4.15
Het verzoek zal worden afgewezen.
4.16
Naar het oordeel van het gerecht kan ook in een geding als het onderhavige een proceskostenveroordeling worden uitgesproken. Daartoe zal ook worden overgegaan. Unico zal worden verwezen in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van RdK en tot aan deze beschikking begroot op NAf 12.000,- (2 punten, tarief 11).

5.De beslissing

Het gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt Unico in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van RdK en tot aan deze beschikking begroot op NAf 12.000,-.
Deze beschikking is gegeven door mr. O. Nijhuis, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 21 maart 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.