ECLI:NL:OGEAC:2022:103
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- U.I.D. Luydens
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over partiële verdeling van huwelijkse gemeenschap na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee voormalige echtelieden. Eiseres heeft op 8 december 2021 een verzoekschrift ingediend, waarna op 28 januari 2022 de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting hebben beide partijen, met hun gemachtigden, hun standpunten toegelicht. Eiseres heeft haar eis gewijzigd en gedaagde heeft een voorwaardelijke eis in reconventie ingediend. De zaak betreft de verdeling van de huwelijkse gemeenschap, die nog niet is uitgevoerd sinds de echtscheiding in 2003. Gedaagde, die met pensioen is, heeft zich verzet tegen de eis van eiseres om een deel van zijn pensioenuitkering te betalen, en heeft zelf een vordering in reconventie ingesteld.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Eiseres heeft gesteld dat zij emotioneel lijdt onder de situatie, maar dit werd niet als voldoende rechtens relevant belang beschouwd. Bovendien is het Gerecht van mening dat een partiële verdeling van de gemeenschap in een kort geding niet kan worden toegewezen, vooral omdat er geen overeenstemming is tussen partijen over de omvang en waarde van de gemeenschap. Het Gerecht heeft de vordering van eiseres afgewezen en haar verwezen in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 1.000.
De beslissing van het Gerecht is op 11 februari 2022 openbaar uitgesproken, waarbij eiseres in het ongelijk is gesteld en de proceskosten aan gedaagde zijn toegewezen.