ECLI:NL:OGEAC:2022:106
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van eiser in vordering tegen curator in vereffening van stichting particulier fonds Marshanti Foundation
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 25 april 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en de curator van de stichting particulier fonds Marshanti Foundation. De eiser, wonende in Albufeira, Portugal, heeft een vordering ingesteld tegen de curator, mr. [naam 1], die in haar hoedanigheid als vereffenaar van de stichting optreedt. De eiser vorderde onder andere de verklaring voor recht dat de overdracht van de founders rights van Emyr Ltd. aan hem rechtsgeldig is en dat de curator de nietigheid van deze overdracht onterecht heeft ingeroepen. De curator heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de eiser in zijn vorderingen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de eiser mr. [naam 1] niet in privé, maar in haar hoedanigheid als curator heeft betrokken in de procedure. Echter, door de opheffing van de vereffening van Marshanti op 19 maart 2021, heeft mr. [naam 1] haar hoedanigheid verloren en kan zij niet meer in die hoedanigheid worden aangesproken. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eiser niet-ontvankelijk is in zijn vorderingen tegen de curator, omdat deze hoedanigheid juridisch niet langer bestaat. Bovendien heeft het Gerecht overwogen dat de vordering tot heropening van de vereffening niet toewijsbaar is, omdat er geen nieuwe baten zijn vastgesteld na de opheffing van de vereffening.
De uitspraak eindigt met de veroordeling van de eiser in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 6.000,-, vermeerderd met wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken door mr. O. Nijhuis en is uitvoerbaar bij voorraad.