In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een verzetprocedure tegen een dwanginvordering. Eiseres, de naamloze vennootschap Lourel Corporate & Management Services N.V., heeft verzet aangetekend tegen een dwangschrift dat door de Landsontvanger van Curaçao was uitgevaardigd. Dit dwangschrift was gericht op de inning van belastingaanslagen, waarvan eiseres stelt dat deze abusievelijk zijn opgelegd en waartegen tijdig bezwaar is aangetekend. Eiseres vordert dat het gerecht het verzet gegrond verklaart en de beschikking van de Landsontvanger vernietigt, omdat de invordering volgens haar prematuur is en leidt tot onomkeerbare schade.
De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De feiten van de zaak zijn dat op 4 september 2017 door de Landsontvanger roerende zaken in beslag zijn genomen, waarvan eiseres stelt dat deze het eigendom zijn van een derde. Eiseres heeft aangevoerd dat de aanslagen verjaard zijn en dat de Landsontvanger geen recht heeft om tot executie over te gaan zonder een in redelijkheid te respecteren belang. Het gerecht heeft geoordeeld dat het bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en heeft het verweer van de Landsontvanger verworpen.
In de beoordeling heeft het gerecht vastgesteld dat de derde geen partij is in deze procedure en dat de eigendomsaanspraken van de derde niet in deze verzetprocedure kunnen worden behandeld. Het gerecht heeft geconcludeerd dat er geen omstandigheden zijn die aanleiding geven om in te grijpen in de tenuitvoerlegging van de dwangschriften door de Landsontvanger. Eiseres is als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 2.500,= aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 14 februari 2022.